Wijziging Beschikking BankGiroLoterij

Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2004, nr. L.O. 700/0088/0452314, tot wijziging van de Beschikking BankGiroLoterij.

De Minister van Justitie,

Overwegende dat in verband met de wijziging van de afdrachtpercentages het Kansspelenbesluit bij besluit van 22 juli 2004 (Stb. 2004, 375) is gewijzigd;

Overwegende dat in verband hiermee de Beschikking BankGiroLoterij wijziging behoeft;

Gelet op de artikelen 3, 5 en 34 van de Wet op de kansspelen, en artikel 2 van het Kansspelenbesluit;

Gezien het advies van het College van toezicht op de kansspelen van 26 augustus 2004, nr. C.646/04;

Besluit:

Artikel I

De Beschikking BankGiroLoterij wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2, derde lid, wordt de verwijzing naar artikel 18 gewijzigd in artikel 17.

2. In de artikelen 3 en 4, derde lid, wordt het woord ‘netto-opbrengst’ gewijzigd in: opbrengst.

3. Artikel 6, tweede lid, sub b, komt te luiden:

b. de bestemming van de afdracht overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, eerste lid.

4. Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12

1. Gerekend over een kalenderjaar bedraagt de afdracht door de vennootschap ten minste 50% van de nominale waarde van de verkochte deelnemingsbewijzen.

2. Als noodzakelijke kosten van de vennootschap worden uitsluitend aangemerkt die kosten die rechtsreeks verband houden met het organiseren van de kansspelen krachtens deze vergunning en die gerekend kunnen worden tot de normale bedrijfskosten.

3. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, kan ten behoeve van de continuïteit van de exploitatie door de vennootschap een reservering worden gevormd. De omvang van deze reservering mag aan het einde van een kalenderjaar, ongeacht de periode waarin deze is opgebouwd, ten hoogste 2,5% bedragen van de nominale waarde van de in dat kalenderjaar verkochte deelnemingsbewijzen. De minister kan in bijzondere gevallen de omvang van de reservering op een hoger bedrag bepalen.

5. Artikel 13 komt te vervallen. In verband hiermee worden de overige artikelen vernummerd.

6. Artikel 13 nieuw (artikel 14 oud) komt te luiden:

Artikel 13

1. De afdracht wordt aangewend ter verwezenlijking van doeleinden van algemeen belang, gelegen op het terrein van de cultuur en het natuurbehoud, het maatschappelijk welzijn en de volksgezondheid.

2. De afdracht dient ten goede te komen aan:

a. de stichting, die overeenkomstig een in haar reglementen opgenomen verdeelsleutel haar deel van de afdracht ten goede doet komen aan:

– Stichting Oranje Fonds, gevestigd te Bunnik;

– Stichting Prins Bernhard Cultuur Fonds, gevestigd te Amsterdam;

– Stichting Cultuurbegunstigden, gevestigd te Amsterdam;

– Stichting Katholieke Noden, gevestigd te Hilversum;

– Stichting Fondsenwerving Militaire Oorlogs- en Dienstslachtoffers en Aanverwante Doeleinden (SFMO), gevestigd te Tilburg;

– Fonds Bijzondere Uitkeringen;

b. de vennootschap, die overeenkomstig haar financieel reglement haar deel van de afdracht verdeelt.

3. Uiterlijk binnen drie maanden na afloop van een kalenderjaar vindt – conform het bepaalde in hun financiële reglementen – door de stichting en de vennootschap de afdracht over dat kalenderjaar plaats aan de in het tweede lid genoemde instellingen. Daarvan wordt verslag gedaan in de in artikel 14, eerste lid, bedoelde jaarrekeningen van de stichting respectievelijk de vennootschap.

7. In nieuw artikel 16 (artikel 17 oud), worden de verwijzingen naar artikel 16 gewijzigd in artikel 15.

Artikel II

Deze Beschikking treedt in werking met ingang van 1 september 2004 en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Den Haag, 31 augustus 2004.
De Minister van Justitie,
namens deze:de directeur Sancties, Reclassering en Slachtofferzorg,
M.C.A. Blom.

Naar boven