Wijziging Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken
Regeling van 19 januari 2004, nr. DJZ/BR/0908-03, tot wijziging van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken (overgangsmaatregel projecten cultuur en ontwikkeling)
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Gelet op artikel 3, eerste en tweede lid, van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken;
Besluit:
Artikel I
De Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken wordt als volgt gewijzigd:
In Hoofdstuk II wordt na Afdeling 5 een nieuwe afdeling ingevoegd, luidend:
Afdeling 5a
Projecten cultuur en ontwikkeling
Artikel 2.5a.1
De minister kan subsidie verlenen ten behoeve van activiteiten die strekken tot of dienstig zijn aan:
a. versterking van de culturele identiteit en de bevordering van het cultureel zelfbewustzijn van gemeenschappen in ontwikkelingslanden of
b. de bevordering van het begrip tussen de verschillende culturen in ontwikkelingslanden.
Artikel 2.5a.2
De subsidie wordt als activiteitensubsidie verleend.
Artikel II
Subsidie op grond van Hoofdstuk II, Afdeling 5a van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken kan uitsluitend worden verleend voor aanvragen die voor 1 januari 2004 zijn ingediend.
Artikel III
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 17 mei 2002. Hoofdstuk II, Afdeling 5a van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken vervalt met ingang van 1 januari 2005.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven.
Toelichting
Artikel I
Bij de totstandkoming van het subsidieprogramma Thematische medefinanciering is ervoor gekozen om de subsidiëring van ontwikkelingsrelevante initiatieven onder te brengen in een samenhangend programma: Thematische medefinanciering (TMF).
Bij de introductie van TMF is evenwel verzuimd om een specifieke overgangsregeling voor projecten op het gebied van cultuur en ontwikkeling tot stand te brengen. Een dergelijke overgangsregeling zou een basis moeten bieden voor een in de tijd beperkte continuering van subsidiëring van activiteiten die door de introductie van TMF niet meer voor subsidiëring in aanmerking zouden kunnen komen, gelet op de specifieke eisen t.a.v. doelstelling en werkwijze van de organisaties en de ondergrens van € 100.000. De onderhavige regeling biedt alsnog zo’n overgangsregime.
Artikel II en III
De wijziging werkt terug tot en met de datum van inwerkingtreding van de wijziging van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken waarbij Afdeling 3 (Thematische medefinanciering) in de Subsidieregeling werd ingevoegd. De werkingsduur van de overgangsmaatregel is beperkt.
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven