Wijziging Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen

Wijziging van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen in verband met verruiming van de mogelijkheden van meerpersoonscelgebruik

6 september 2004

Nr. 5307895/04/DJI

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 16, vijfde lid, van de Penitentiaire beginselenwet;

Besluit:

Artikel I

De Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van paragraaf 2 komt te luiden:

De inrichting van de verblijfsruimte bestemd voor één of twee gedetineerden

B

Aan artikel 4, tweede lid, wordt aan het eind een zinsnede toegevoegd, luidende: , tenzij hieraan op grond van een wettelijke bepaling niet kan worden voldaan.

C

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

Verwarming en ventilatie

1. In de verblijfsruimte is een voorziening voor centrale verwarming aangebracht.

2. De verwarming heeft een zodanige capaciteit dat in de verblijfsruimte een

temperatuur van minimaal 20 graden C kan worden bereikt.

3. De verblijfsruimte is voorzien van een ventilatiemogelijkheid waardoor op natuurlijke dan wel mechanische wijze de lucht voor de individuele gedetineerde voldoende kan worden ververst.

D

Artikel 9, eerste lid, komt te luiden:

1. De verblijfsruimte is voorzien van een toilet en een wasgelegenheid, die zodanig kunnen worden afgeschermd dat de privacy van de gedetineerde voldoende is gewaarborgd.

E

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De verblijfsruimte waarin twee gedetineerden worden ondergebracht is, in afwijking van de in het eerste lid genoemde onderdelen d en f, ingericht met ten minste twee stoelen respectievelijk een persoonlijke slaapgelegenheid voor de individuele gedetineerde. Daarnaast is deze verblijfsruimte ingericht met ten minste een af te sluiten opbergruimte voor de individuele gedetineerde.

F

Het opschrift van paragraaf 4 komt te luiden:

Bijzondere bepalingen voor verblijfsruimten

G

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

In het eerste en tweede lid wordt ‘artikelen 3, 4, tweede lid, en 6, eerste lid’ vervangen door: artikelen 3 en 4, tweede lid.

H

Na artikel 12 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12a

Verblijfsruimten in andere dan beperkt beveiligde en zeer beperkt beveiligde inrichtingen bestemd voor meer dan twee gedetineerden

1. De verblijfsruimten in normaal beveiligde inrichtingen bestemd voor de onderbrenging van meer dan twee gedetineerden, zijn zodanig uitgevoerd en ingericht dat zij de individuele gedetineerde voldoende ruimte en daglicht bieden.

2. In de binnenwand van de verblijfsruimte bevindt zich slechts een buitenaf afsluitbare deur. In de deur is een observatieluikje aangebracht dat van buitenaf wordt afgeschermd.

3. In de verblijfsruimte is een voorziening voor centrale verwarming aangebracht. De verwarming heeft een zodanige capaciteit dat in de verblijfsruimte een temperatuur van minimaal 20 graden C kan worden bereikt. De verblijfsruimte is voorzien van een ventilatiemogelijkheid waardoor op natuurlijke dan wel mechanische wijze de lucht voor de individuele gedetineerde voldoende kan worden ververst.

4. De verblijfsruimte is voorzien van:

a. een intercom of bel waarmee vanuit de verblijfsruimte te allen tijde een ambtenaar of medewerker van de inrichting kan worden opgeroepen, en

b. een radio- en TV-aansluitpunt.

5. De verblijfsruimte is voorzien van een van binnenuit en al dan niet van buitenaf bedienbare verlichting met voldoende lichtsterkte, al dan niet gecombineerd met een slechts van buitenaf bedienbare nachtverlichting.

6. Indien de verblijfsruimte is voorzien van een toilet en een wasgelegenheid, dienen die zodanig afgeschermd te kunnen worden dat de privacy van de gedetineerde voldoende is gewaarborgd. Bij het toilet bevindt zich een ventilatierooster. Is de verblijfsruimte zelf niet voorzien van sanitair, dan is dat elders in het pand in voldoende mate beschikbaar.

7. De verblijfsruimte is ingericht met ten minste:

a. een spiegel;

b. een af te sluiten opbergruimte voor de individuele gedetineerde;

c. een schrijf–werktafel;

d. voldoende zitgelegenheid;

e. een aan de wand bevestigd prikbord;

f. een persoonlijke slaapgelegenheid voor de individuele gedetineerde;

g. voldoende wandcontactdozen.

I

Artikel 13 komt als volgt te luiden:

Verblijfsruimten bestemd voor één of twee gedetineerden, genoemd in paragraaf 2, in inrichtingen waarvan de bouw is aangevangen voor 1996, moeten in elk geval voldoen aan de eisen gesteld in de artikelen 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 10, en moeten in elk geval voor 1 januari 2006 voldoen aan de eisen vermeld in artikel 9.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 9 juli 2004 tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met verruiming van de mogelijkheden van meerpersoonscelgebruik, Stb. 350, in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Justitie, J.P.H. Donner.

Toelichting

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen. Deze wijzigingen vloeien voort uit de wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met verruiming van de mogelijkheden van meerpersoonscelgebruik (wet van 9 juli 2004, Stb. 350). De wet van 9 juli 2004 maakt meerpersoonscelgebruik mogelijk in een regime van beperkte gemeenschap. Dit regime wordt doorgaans gevoerd in huizen van bewaring. Op grond van de wetswijziging kan dan ook een aanzienlijk groter aantal verblijfsruimten worden bestemd voor de onderbrenging van meer dan één gedetineerde dan tot nu toe het geval is. Deze nieuwe situatie maakt wijziging noodzakelijk van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen, die ingevolge artikel 16, vijfde lid, van de Pbw eisen stelt aan een verblijfsruimte.

Met inachtneming van de geldende normen binnen het wettelijk kader van de Woningwet, in het bijzonder het Bouwbesluit 2003, en de internationale normen terzake genoemd in de toelichting op de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen van 24 december 1998, kunnen de huidige eenpersoonscellen geschikt worden gemaakt voor de onderbrenging van maximaal twee gedetineerden. Paragraaf 2 van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen is in deze regeling dan ook zo aangepast, dat het eisen bevat voor verblijfsruimten die zijn bestemd voor de onderbrenging van één of twee gedetineerden.

Nu onderbrenging van meer dan twee gedetineerden in een verblijfsruimte voor een regime van beperkte gemeenschap evenmin is uitgesloten1 als voor een regime van algehele gemeenschap, wordt een nieuw artikel 12a in deze regeling ingevoegd.

Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal artikelen te wijzigen om technische redenen. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming heeft mij op 7 mei 2004 over de conceptregeling geadviseerd (advies van 7 mei 2004, nr. CR35/1018206/AvdH/mg).

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

De wijziging van het opschrift van paragraaf 2 heeft betrekking op de gewijzigde reikwijdte ervan; paragraaf 2 geeft in deze regeling de minimumeisen die gesteld worden aan een ruimte die bestemd wordt voor de onderbrenging van één dan wel (maximaal) twee gedetineerden.

In verblijfsruimten met de in artikel 3 genoemde minimumafmetingen kunnen maximaal twee gedetineerden worden ondergebracht. In de praktijk kan dit enkel geschieden door plaatsing van een stapelbed. Onderbrenging van meer dan twee gedetineerden in een verblijfsruimte met de genoemde oppervlakte is niet wenselijk2 .

Artikel I, onderdeel B

Op grond van de toevoeging in het tweede lid van artikel 4 kan een inrichting van de plicht worden ontheven om te voldoen aan de vereiste oppervlaktemaat voor het raam van de verblijfsruimte; het kan bijvoorbeeld gaan om een inrichting die door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ingevolge artikel 3 van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd monument, terwijl een vergunning als bedoeld in artikel 11 van genoemde wet, voor aanpassing van het raam, niet wordt verleend.

Artikel I, onderdeel C

In het eerste lid van artikel 6 vervalt de eis dat de verwarming in de verblijfsruimte voorzien moet zijn van een bedienkraan. Bij de huidig toegepaste verwarmingstechniek is vaak geen sprake meer van een bedienkraan. Dit is onder meer het geval indien vloerverwarming wordt toegepast, al dan niet vanuit de verblijfsruimte bedienbaar.

In het tweede lid zijn de externe omstandigheden (buitentemperatuur en windsnelheid) komen te vervallen, ten gunste van het eindresultaat, een minimum binnentemperatuur van 20 graden. In het derde lid is toegevoegd dat de ventilatie is afgestemd op het aantal gedetineerden dat in de verblijfsruimte is ondergebracht.

Artikel I, onderdeel D

Artikel 9, eerste lid, van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen van 24 december 1998 eiste dat het sanitair in de verblijfsruimten is afgeschermd door middel van een schaamschot. Aangezien de privacy ook op andere wijze dan door middel van een schaamschot gewaarborgd kan worden, zoals door een gordijn of een scheidingswand, is het eerste lid in die zin gewijzigd.

De nieuwe formulering van het eerste lid beoogt de privacy van de individuele gedetineerde te waarborgen. Dit betekent dat bij verblijf van twee gedetineerden in de verblijfsruimte het toilet en de wasgelegenheid niet alleen van de gangzijde, maar ook van de rest van de verblijfsruimte moeten worden afgeschermd, zodat bij gebruik van het sanitair de privacy van de gedetineerde ook ten opzichte van zijn medegedetineerde is gewaarborgd.

Artikel I, onderdeel E

In het tweede lid van artikel 10 is aangegeven hoe de inrichting van de verblijfsruimte moet worden aangepast bij verblijf van twee gedetineerden in die verblijfsruimte. De eisen van het eerste lid blijven onverkort gelden, maar worden aangevuld met een extra stoel en slaapgelegenheid, alsmede af te sluiten opbergruimten voor iedere gedetineerde ten behoeve van diens persoonlijke bezittingen.

Artikel I, onderdeel F

Nu aan paragraaf 4 een nieuw artikel wordt toegevoegd, is het opschrift van de paragraaf algemener gehouden. De paragraaf ziet immers niet meer alleen op beperkt beveiligde en zeer beperkt beveiligde inrichtingen.

Artikel I, onderdeel G

De wijziging van het eerste en tweede lid van artikel 12 is het gevolg van de wijziging van artikel 6, eerste lid, in onderdeel C.

Artikel I, onderdeel H

De invoeging van een nieuw artikel 12a in paragraaf 4 vloeit voort uit de gewijzigde reikwijdte van paragraaf 2, onderdeel A. Verblijfsruimten bestemd voor de onderbrenging van meer dan twee gedetineerden vallen in deze regeling buiten het bereik van paragraaf 2, terwijl onderbrenging van meer dan twee gedetineerden in een verblijfsruimte niet is uitgesloten in de Pbw.

Artikel 12 zag al op meerpersoonscellen in beperkt beveiligde en zeer beperkt beveiligde inrichtingen. Het nieuwe artikel 12a voorziet in de behoefte ook nadere regels te stellen voor verblijfsruimten bestemd voor de onderbrenging van meer dan twee gedetineerden in andere dan beperkt beveiligde en zeer beperkt beveiligde inrichtingen.

Artikel I, onderdeel I

De vermelding in artikel 13 van het eerste en tweede lid van artikel 4 is overbodig en is daarom weggelaten. Ook de verwijzingen naar artikel 6 zijn komen te vervallen, gelet op de wijziging van het eerste lid in onderdeel D.

In verband met de wijziging van de reikwijdte van paragraaf 2, onderdeel A, waarvan de artikelen nu zien op verblijfsruimten voor één of twee gedetineerden, en het nieuwe artikel 12a, onderdeel H, is ook de overgangsbepaling aangepast.

De Minister van Justitie,

J.P.H. Donner

Naar boven