Wijzigingsregeling ter uitvoering van Europese regelgeving (dierlijke producten)

12 januari 2004

Nr. TRCJZ/2003/10794

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

– Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 (PbEG L147), houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën;

– Gelet op Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 (PbEG L273) tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten;

– Gelet op Verordening (EG) nr. 811/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 2003 (PbEG L117) ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie wat betreft het verbod op hergebruik binnen dezelfde soort voor vis, de begraving en verbranding van dierlijke bijproducten en bepaalde overgangsmaatregelen;

– Gelet op Verordening (EG) nr. 812/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 2003 (PbEG L 117) inzake overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer en doorvoer van bepaalde producten uit derde landen;

– Gelet op Richtlijn 92/118/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van produkten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG L 62);

– Gelet op Beschikking nr. 93/402/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1993 (PbEG L179) betreffende veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van vers vlees uit landen van Zuid-Amerika;

– Gelet op artikel 12 van de Veewet en de artikelen 13 en 19 van de Landbouwwet, artikel 23 van de Destructiewet en de artikelen 10, 11, 81 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Regeling in- en doorvoer vlees 19791 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 komt de omschrijving van het begrip minister te luiden: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

B

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid, aanhef, komt te luiden:

1. Het in artikel 1a gestelde verbod geldt, mits voldaan is aan het bepaalde in de artikelen 7f tot en met 7k, niet voor de in- en doorvoer uit de in bijlage I van beschikking 93/402/EEG vastgestelde gebieden in Argentinië, Brazilië, Chili, Colombia, Paraguay en Uruguay van:

2. Het eerste lid, onderdeel b, aanhef, komt te luiden:

b. de in bijlage II van beschikking 93/402/EEG genoemde, voor de bereiding van vleesproducten die een warmtebehandeling hebben ondergaan, bestemde, schoongemaakte slachtafvallen, bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de in onderdeel a, genoemde beschikking, mits:.

Artikel II

De Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, derde lid, wordt ‘kadavers van paarden of gezelschapsdieren’ vervangen door: kadavers van gezelschapsdieren.

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, wordt aan artikel 6 een onderdeel toegevoegd, luidende:

c. artikelen 3 en 4 van verordening (EG) nr. 811/2003.

C

Artikel 8, tweede lid, komt te luiden:

2. Voorafgaand aan de zending, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a:

1°. bevestigt de afzender aan de VWA dat de in artikel 8, tweede lid, eerste zin, van verordening (EG) nr. 1774/2002 bedoelde toestemming door de lidstaat van bestemming is verleend, en

2°. zendt de afzender aan de VWA een kopie van het handelsdocument.

D

In artikel 14 wordt ‘en in bijlage XI, hoofdstuk A, punt 7, bij verordening (EG) nr. 999/2001’ wordt vervangen door: en in bijlage XI, hoofdstuk A, punt 11, bij verordening (EG) nr. 999/2001.

E

Artikel 19, eerste lid, onderdeel h, komt te luiden:

h. erkend categorie 3-verwerkingsbedrijf in werking te hebben in strijd met de eisen van bijlage V, hoofdstukken I en II, bijlage VII en, indien het een verzamelcentrum is, bijlage IX, of, voor zover van toepassing, in strijd met de artikelen 3 en 4 van verordening (EG) nr. 811/2003.

F

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘hoog- of gespecificeerd–hoog-risio-materiaal’ vervangen door: hoog- of gespecificeerd hoog-risicomateriaal als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a tot en met e, en tweede lid.

2. Onder vervanging van de puntkomma aan het eind van onderdeel a, subonderdeel 2, door een punt, vervalt subonderdeel 3.

3. Onderdeel b komt te luiden:

b. categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen b, c, d, e, f en g, van verordening (EG) nr. 1774/2002, met uitzondering van:

1. kadavers van paarden, mits het kadavers betreft die overeenkomstig artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van verordening (EG) nr. 1774/2002 worden verwerkt in een op grond van artikel 12, tweede lid, van die verordening erkende verbrandingsinstallatie;

2. kadavers van pelsdieren, mits het kadavers betreft die overeenkomstig artikel 5, derde lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002 worden onthuid in een op grond van artikel 10, eerste lid, van die verordening erkend intermediair categorie 2-bedrijf.

G

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, subonderdeel 3, wordt ‘overeenkomstig artikel 4, tweede lid, onderdeel a, van verordening (EG) nr. 1774/2002’ vervangen door: overeenkomstig artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van verordening (EG) nr. 1774/2002’.

2. Na onderdeel a, subonderdeel 4, wordt een subonderdeel toegevoegd, luidende:

5. kadavers van pelsdieren, mits het kadavers betreft die overeenkomstig artikel 5, derde lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002, worden onthuid in een op grond van artikel 10, eerste lid, van die verordening erkend intermediair categorie 2-bedrijf.

Artikel III

De Regeling keuring en handel dierlijke producten3 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De zinsnede ‘richtlijn 90/667/EEG: richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 november 1990 tot vaststelling van de gezondheidsvoorschriften voor de verwijdering en de verwerking van afvallen en ter voorkoming van de aanwezigheid van ziekteverwekkers in diervoeders van dierlijke oorsprong (vissen daaronder begrepen) en tot wijziging van richtlijn 90/425/EEG (PbEG L 363);’ vervalt.

2. De zinsnede ‘beschikking 2003/42/EG: beschikking nr. 2003/42/EG van de commissie van 10 januari 2003 tot wijziging van richtlijn 92/118/EEG van de Raad wat betreft de voorschriften voor collageen (PbEG L013);’ vervalt.

3. De omschrijving van het begrip minister komt te luiden: Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

4. De zinsnede ‘laag-risicomateriaal: dierlijk afval als bedoeld in artikel 2, derde lid, en 5, eerste lid, tweede alinea van richtlijn 90/667/EG;’ vervalt.

B

Artikel 2.2, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel b wordt de puntkomma vervangen door: en.

2. Onderdeel c vervalt.

3. Onderdeel d wordt geletterd c.

C

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel e door een punt, vervalt onderdeel f in artikel 2.3.

D

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt, vervalt onderdeel d in artikel 2.8, derde lid.

E

Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van het tweede lid door een punt, vervalt het derde lid in artikel 2.8a.

F

Artikel 2.16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 11.8 of 11.9’ vervangen door: artikel 11.8.

2. In het vierde lid wordt ‘31 december 2003’ vervangen door: 30 april 2004.

3. In het vijfde lid wordt ‘1 januari 2004’ vervangen door: 1 mei 2004.

G

Artikel 11.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt ‘als bedoeld in bijlage II, hoofdstuk IV, paragraaf III, onderdeel 1, en paragraaf VI, onderdeel 3, van richtlijn 92/118/EEG’ vervangen door: als bedoeld in bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie A, paragraaf III, onderdeel 1, en paragraaf VI, onderdeel 3, van Richtlijn 92/118/EEG.

2. Na onderdeel c wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. indien het een partij voor menselijke consumptie bestemd collageen of grondstoffen voor collageen betreft, handelsdocumenten als bedoeld in bijlage II, hoofdstuk IV, Sectie B, paragraaf IV, onderdeel 2, en paragraaf VII, onderdeel 3, van Richtlijn 92/118/EEG.

H

In artikel 11.5 wordt ‘is in voorkomend geval voldaan aan de bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig hoofdstuk 2 van bijlage II van richtlijn 92/118/EEG voor het intra-communautaire handelsverkeer in deze producten vastgestelde voorschriften’ vervangen door: is, voor zover van toepassing, voldaan aan de in bijlage II, hoofdstuk 2, 3 en 4, van richtlijn 92/118/EEG vastgestelde voorschriften of aan de bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig hoofdstuk 2 van bijlage II van richtlijn 92/118/EEG voor het intra-communautaire handelsverkeer in deze producten vastgestelde voorschriften.

I

Artikel 11.8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. Een partij voor menselijke consumptie bestemde honing:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschappen is toegestaan op grond van deel XIV van de bijlage van beschikking 94/278/EG;

b. gaat, in voorkomend geval en zodra ter zake ingevolge de regelgeving van de Europese Gemeenschap een besluit is vastgesteld, vergezeld van een gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 10, tweede lid, onderdeel c, van richtlijn 92/118/EEG en voldoet, in voorkomend geval, aan de beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig hoofdstuk 2 van bijlage II van voornoemde richtlijn voor de invoer uit derde landen van deze producten vastgestelde voorschriften, voor zover deze veterinairrechtelijk van aard zijn.

2. Onder vernummering van de leden 3, 4 en 5 tot 4, 5 en 6, wordt een lid ingevoegd, luidende:

3. Een partij voor menselijke consumptie bestemde slakken of kikkerbillen:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap is toegestaan op grond van deel XI, onderscheidenlijk XII, van de bijlage bij beschikking 94/278/EG;

b. gaat, in voorkomend geval, vergezeld van het keuringscertificaat, bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel I, onderscheidenlijk onderdeel II, van bijlage II van richtlijn 92/118 en voldoet, in voorkomend geval, aan de overige eisen van hoofdstuk 3 van bijlage II van richtlijn 92/118 en aan de bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig hoofdstuk 2 van bijlage II van voornoemde richtlijn voor de invoer uit derde landen van deze producten vastgestelde voorschriften, voor zover deze veterinairrechtelijk van aard zijn.

3. In het vijfde lid (nieuw) wordt ‘bijlage II, hoofdstuk 4, paragraaf VII’ telkenmale vervangen door: bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie A, paragraaf VII.

4. Het zesde lid (nieuw) komt te luiden:

6.

Een partij grondstoffen voor de vervaardiging van voor menselijke consumptie bestemd collageen:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap is toegestaan op grond van, in voorkomend geval, beschikking 79/542/EEG, beschikking 94/85/EG, beschikking 94/86/EG of beschikking 97/296/EG;

b. gaat vergezeld van het gezondheidscertificaat, bedoeld in bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie B, paragraaf VIII, onderdeel 2, onder b, van richtlijn 92/118/EEG.

5. Een nieuw lid wordt toegevoegd:

7. Een partij voor menselijke consumptie bestemd collageen:

a. is afkomstig uit een derde land of gedeelte van een derde land van waaruit het brengen op het grondgebied van de Europese Gemeenschap is toegestaan op grond van deel XIII van de bijlage bij beschikking 94/278/EG;

b. gaat vergezeld van het gezondheidscertificaat, bedoeld bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie B, paragraaf VIII, onderdeel 1, onder g, van richtlijn 92/118/EEG en voldoet, in voorkomend geval, aan de bij beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen of de Raad van de Europese Unie overeenkomstig hoofdstuk 4, Sectie B, van bijlage II van voornoemde richtlijn voor de invoer uit derde landen van deze producten vastgestelde voorschriften, voor zover deze veterinairrechtelijk van aard zijn;

c. voldoet aan hetgeen omtrent de invoer uit derde landen in bijlage II, hoofdstuk 4, Sectie B, Paragraaf VIII, onderdeel 1, van richtlijn 92/118/EG is bepaald;

d. voldoet, indien de partij materiaal bevat afkomstig van runderen, schapen of geiten, aan bjilage XI, hoofdstuk A, punt 10, van verordening 999/2001/EG.

J

Artikel 11.16 komt te luiden:

Artikel 11.16

1. De artikelen 11.2, onderdeel c, 11.5 en 11.8, vijfde lid, zijn niet van toepassing op voor menselijke consumptie bestemde gelatine die vóór 1 juni 2000 is vervaardigd.

2. De artikelen 11.2, onderdeel d, 11.5 en 11.8, zevende lid, zijn niet van toepassing op voor menselijke consumptie bestemd collageen dat vóór 31 december 2003 is vervaardigd of ingevoerd.

Artikel IV

De Regeling verbod verwerkte dierlijke eiwitten als meststof4 wordt ingetrokken.

Artikel V

Deze regeling treedt in werking met in gang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 12 januari 2004.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

Algemene toelichting

De onderhavige regeling voorziet in aanpassing van de relevante nationale regelgeving aan:

– Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 (PbEG L147) van 22 mei 2001, houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën;

– Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 (PbEG L273) tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten;

– Verordening (EG) nr. 811/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 2003 (PbEG L117) ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie wat betreft het verbod op hergebruik binnen dezelfde soort voor vis, de begraving en verbranding van dierlijke bijproducten en bepaalde overgangsmaatregelen;

– Verordening (EG) nr. 812/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 2003 (PbEG L 117) inzake overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer en doorvoer van bepaalde producten uit derde landen;

– Richtlijn 92/118/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 december 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van produkten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG (PbEG L 62) en

– Beschikking nr. 93/402/EEG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 10 juni 1993 (PbEG L179) betreffende veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van vers vlees uit landen van Zuid-Amerika.

Daartoe worden de Regeling in- en doorvoer vlees 1979, de Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en de Regeling keuring en handel dierlijke producten gewijzigd. Daarnaast trekt onderhavige regeling de Regeling verbod verwerkte dierlijke eiwitten als meststof in.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I. Wijziging Regeling in- en doorvoer vlees 1979

Artikel 5 van de Regeling in- en doorvoer vlees 1979 regelt de invoer uit bepaalde delen van Zuid-Amerikaanse landen van vers vlees en schoongemaakte slachtafvallen ter implementatie van Beschikking nr. 93/402/EEG van de Commissie van 10 juni 1993 (PbEG L179) betreffende veterinairrechtelijke voorschriften en veterinaire certificering voor de invoer van vers vlees uit landen van Zuid-Amerika. Teneinde misverstanden te voorkomen is de redactie van het artikel zodanig aangepast dat onmiskenbaar is dat invoer alleen is toegestaan uit bepaalde delen van bedoelde Zuid-Amerikaanse landen zoals neergelegd in Bijlage I bij genoemde beschikking. De aanpassing is slechts technisch van aard en brengt geen inhoudelijke wijzigingen met zich mee.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om de omschrijving in artikel 1 van het begrip minister te corrigeren naar de huidige stand van zaken.

Artikel II. Wijziging Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten

De artikelen 1, 2, 6 tot en met 9 van Verordening (EG) nr. 811/2003 van de Commissie van 12 mei 2003 (PbEG L117) ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het verbod op hergebruik binnen dezelfde soort voor vis, de begraving en verbranding van dierlijke bijproducten en bepaalde overgangsmaatregelen zijn reeds uitgewerkt in artikel 10, tweede lid, en artikel 12 van de Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (hierna: uitvoeringsregeling). Per 1 januari 2004 dient voorzien te worden in strafbaarstelling van overtreding van de artikelen 3 en 4 van verordening (EG) nr. 811/2003. Deze artikelen betreffen eisen aan het gebruik van wilde vis en bijproducten van wilde vis en bevatten voorschriften inzake voeders en administratie van verwerkingsbedrijven en diervoederfabrieken die voor visvoeder bestemde visbijproducten en daarvan afkomstige producten verwerken. Hiertoe zijn artikel 6 en artikel 19 van de uitvoeringsregeling aangepast.

In artikel 8, tweede lid, van de uitvoeringsregeling wordt voor de verzending bepaalde dierlijke bijproducten naar andere lid-staten vereist dat de afzender voorafgaand aan de zending, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, van dat artikel aan de VWA bevestigt dat de in artikel 8, tweede lid, eerste zin, van verordening (EG) nr. 1774/2002 bedoelde toestemming door de lidstaat van bestemming is verleend. Op grond van artikel 8, vierde lid, van vorenbedoelde verordening is de lid-staat van verzending verplicht via het ANIMO-systeem de zending te melden aan de bevoegde autoriteiten van het land van bestemming. Teneinde hieraan te kunnen voldoen, dient de afzender aan de VWA voorafgaand aan de zending een kopie van het handelsdocument te zenden. Deze extra eis vloeit voort uit verordening (EG) nr. 1774/2002 en is opgenomen in artikel 8, tweede lid, van de uitvoeringsregeling.

Verordening (EG) nr. 1139/2003 van de Commissie van 27 juni 2003 (PbEG L 160) wijzigt onder meer bijlage XI van verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 (PbEG L147) houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën. De bepalingen omtrent merken en kleuring zijn daardoor vernummerd. Artikel 14 van de uitvoeringsregeling is aan de nummeringswijziging aangepast.

Artikel 23 en artikel 27 van de uitvoeringsregeling zijn zodanig aangepast dat het mogelijk wordt om kadavers van pelsdieren bij een erkend intermediair categorie-2 bedrijf te onthuiden alvorens de onthuidde kadavers worden verwerkt conform artikel 5, tweede lid, van de verordening (EG) nr. 1774/2002.

In de artikelen 4, 23 en 27 van de uitvoeringsregeling zijn kadavers van paarden abusievelijk aangeduid als categorie 1-materiaal als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002. Kadavers van paarden zijn echter categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002. De betreffende artikelen in de uitvoeringsregeling zijn derhalve gecorrigeerd. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een aantal verschrijvingen in artikel 23 van de uitvoeringsregeling te corrigeren.

Artikel III. Wijziging Regeling keuring en handel dierlijke producten

In artikel 1.1 van de Regeling keuring en handel dierlijke bijproducten wordt abusievelijk nog verwezen naar Richtlijn 90/667/EEG en naar laag-risicomateriaal. Richtlijn 90/667/EEG is ingetrokken bij inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 1774/2002. De overbodige begripsbepalingen zijn derhalve geschrapt. Daarnaast wordt de begripsbepaling van beschikking 2003/42/EG geschrapt. Deze beschikking bevat een wijziging van richtlijn 92/118/EEG met betrekking tot de voorschriften voor collageen. Een verwijzing naar richtlijn 92/118/EEG is reeds in artikel 1.1 van de Regeling keuring en handel dierlijke bijproducten opgenomen. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat beschikking 2003/42/EG inmiddels is ingetrokken. De bepalingen ten aanzien van collageen zijn thans opgenomen in een nieuw vastgestelde beschikking nr. 2003/721/EG.

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om de omschrijving van het begrip minister te corrigeren naar de huidige stand van zaken.

Bij regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 augustus 2003 (Stcrt. 2003, 171) is de Regeling keuring en handel dierlijke producten aangepast aan de inwerkingtreding van de Verordening (EG) nr. 1774/2002. Bij deze wijzigingsregeling is een aantal bepalingen en niet meer correcte verwijzingen abusievelijk niet aangepast. De onderhavige regeling voorziet in aanpassing van de betreffende artikelen en wel in artikel III, onderdelen A tot en met F.

Voor de eisen die Verordening (EG) 1774/2002 stelt aan de invoer van dierlijke bijproducten in de Gemeenschap is bij Verordening (EG) nr. 812/2003 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 12 mei 2003 (PbEG L 117) inzake overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de invoer en doorvoer van bepaalde producten uit derde landen voorzien in communautaire overgangsmaatregelen die tot 1 januari 2004 van toepassing. Deze overgangsmaatregelen zijn verlengd tot 1 mei 2004. De Regeling keuring en handel is op dit punt in artikel 2.16 aangepast.

Beschikking (EG) nr. 2003/721/EG van de Commissie van 29 september 2003 (PbEG L260) wijzigt Richtlijn 92/118/EEG wat betreft de voorschriften voor collageen voor menselijke consumptie en trekt beschikking (EG) nr. 2003/42/EG in. Deze beschikking is van toepassing per 31 december 2003. De Regeling keuring en handel wordt aan bedoelde wijziging van Richtlijn 92/118/EEG aangepast.

Artikel IV. Intrekking Regeling verbod verwerkte dierlijke eiwitten als meststof

In de Regeling verbod verwerkte dierlijke eiwitten als meststof is een verbod opgenomen om verwerkte dierlijke eiwitten rechtstreeks dan wel vermengd met andere meststoffen te gebruiken als meststof op grasland. Verordening (EG) nr. 1774/2002 bevat bepalingen omtrent gebruik van verwerkte dierlijke eiwitten. In artikel 22, eerste lid, onderdeel c, van Verordening (EG) nr. 1774/2002 is het gebruik op weiden van andere biologische meststoffen en bodemverbeteraars dan mest verboden. Overtreding van dit verbod is strafbaar gesteld in artikel 10, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten. De Regeling verbod verwerkte eiwitten als meststof kan derhalve worden ingetrokken.

Administratieve lasten

In artikel 8, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling E.G.-verordening gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten is de uit Verordening (EG) nr. 1774/2002 voortvloeiende eis opgenomen dat bedrijven een kopie van het handelsdocument toezenden aan de VWA. De informatieverplichtingen uit deze regeling hebben betrekking op circa 5 bedrijven.

Verzending naar andere lid-staten varieert van circa 4 maal per dag tot 1 maal per week. Uitgaande van een gemiddelde van 10 zendingen per bedrijf per week, kunnen de in de betreffende week opgestelde handelsdocumenten in een keer aan de VWA worden toegezonden/gefaxt, mits dit geschiedt vóór verzending van de partijen. Uitgaande van een gemiddelde faxzendtijd voor 10 pagina’s van 4 minuten ad € 0,0369 per minuut, zouden de kosten per bedrijf per week, inclusief arbeidstijd voor verzending van de fax circa € 1,50 belopen. Dit brengt de totale administratieve lasten op circa € 390,– per jaar.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

  • 1

    Stcrt. 1979, 4; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 30 januari 2003 (Stcrt. 23).

  • 2

    Stcrt. 2003, 171.

  • 3

    Stcrt. 1994, 113; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 september 2003 (Stcrt. 187).

  • 4

    Stcrt. 2001, 32.

Naar boven