Op 1 september 2004 treedt de Wet rechtstreeks beroep in werking. Deze
wet maakt het voor een belanghebbende mogelijk de directeur-generaal van de
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) en de directeur van de Dienst uitvoering
en toezicht Energie (DTe) te verzoeken in te stemmen met rechtstreeks beroep
bij de administratieve rechter. De directeur-generaal van de NMa en de directeur
DTe kunnen instemmen met een verzoek indien de zaak daarvoor `geschikt' is.
Ter invulling van de aan hen krachtens artikel 7:1a, derde lid, van de Algemene
wet bestuursrecht (Awb) toekomende bevoegdheid, hebben de directeur-generaal
NMa en de directeur DTe het volgende beleid opgesteld.
Directeur-generaal NMa
Met verzoeken om rechtstreeks beroep zal als volgt worden omgegaan:
1. Voor sanctiebesluiten in Mededingingszaken geldt dat verzoeken om rechtstreeks
beroep in beginsel worden gehonoreerd. Slechts in uitzonderingssituaties zal
een verzoek om rechtstreeks beroep worden afgewezen.
2. Voor alle overige besluiten in Mededingingszaken en voor alle besluiten
van de Vervoerkamer geldt het volgende. In de Memorie van Antwoord aan de
Eerste Kamer zijn de volgende voorbeelden genoemd wanneer het voor de hand
ligt de bezwaarprocedure te volgen:
- als de feiten of de wederzijdse standpunten nog niet duidelijk zijn;
- als er nog mogelijkheden zijn om het geschil op te lossen;
- als er sprake is van gebreken die in de bezwaarfase nog gemakkelijk
kunnen worden gerepareerd.
Mede aan de hand van deze uit de Memorie van Antwoord ontleende uitgangspunten
zal van geval tot geval worden beoordeeld of een zaak geschikt is voor rechtstreeks
beroep.
Toelichting: De directeur-generaal van de NMa heeft bezien voor welke
soorten van besluiten in ieder geval op voorhand aangenomen mag worden dat
zij zich in beginsel lenen voor rechtstreeks beroep. Vanwege de uitgebreide
voorbereidingshandelingen die vooraf gaan aan een sanctiebesluit, is de verwachting
dat sanctiebesluiten in Mededingingszaken in de meeste gevallen zullen voldoen
aan de eerder genoemde uitgangspunten uit de Memorie van Antwoord. Voor alle
overige besluiten kan niet op voorhand worden aangenomen dat zij zich in beginsel
lenen voor rechtstreeks beroep. In die gevallen is ervoor gekozen van geval
tot geval, mede met behulp van de meergenoemde uitgangspunten uit de Memorie
van Antwoord, te beoordelen of een zaak geschikt is voor rechtstreeks beroep.