De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
In overeenstemming met de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;
Gelet op artikel 6:3 van het Mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal BZK;
Gezien het advies van de Groepsondernemingsraad;
Overwegende dat
– de plaatsing in het kader van de reorganisaties Leeuwensprong en Concentratie van de wetgevingsfunctie een dienstonderdeel overstijgende personeelsaangelegenheid betreft;
– het wenselijk is de PSG aan te wijzen als bevoegd gezag voor de plaatsing of aanwijzing tot herplaatsingskandidaat van het betrokken personeel;
Besluit:
Artikel 1
1. De plaatsvervangend secretaris-generaal is bevoegd ten aanzien van de plaatsingsprocedure Leeuwensprong en Concentratie Wetgevingsfunctie besluiten te nemen ten aanzien van al het betrokken personeel.
2. De bevoegdheid houdt in:
– het vaststellen van de was/wordt tabellen;
– het uitbrengen van een voornemen tot plaatsing respectievelijk aanwijzing tot herplaatsingskandidaat;
– het beslissen ten aanzien van bedenkingen tegen een voornemen tot plaatsingen;
– het besluiten omtrent plaatsing respectievelijk aanwijzing tot herplaatsingskandidaat.
Artikel 2
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2004.
2. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
3. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2005.
De reorganisaties Leeuwensprong en Concentratie Wetgevingfunctie zijn beide organisatie-onderdeel overschrijdende reorganisaties. Op grond van het mandaat- en volmachtbesluit secretaris-generaal BZK is de secretaris-generaal bevoegd om te beslissen in organisatie-onderdeel overschrijdende personele aangelegenheden.
Gelet op met name de omvang van de hierboven genoemde reorganisaties is om praktische redenen besloten om voor deze reorganisaties een ondermandaat te verlenen aan de plaatsvervangend secretaris-generaal. Het submandaat beperkt zich tot de in artikel 2, tweede lid genoemde besluiten. Op bezwaren wordt door de secretaris-generaal namens de minister beslist.