Wijziging Besluit aanmelding CAO en AVV

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 augustus 2004, nr. AV/CAM/2004/40102, tot wijziging van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring in verband met de elektronische aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en de vermindering van administratieve lasten

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 4 van de Wet op de Loonvorming;

Gehoord de Stichting van de Arbeid (S.A.04.035.31 EB/JS);

Besluit:

Artikel I

Het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1:1, vierde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. het tijdvak waarvoor de collectieve arbeidsovereenkomst als geheel is gesloten, alsmede, indien de collectieve arbeidsovereenkomst bepalingen kent met uit een lopende expiratiedata, de expiratiedatum van de meerderheid van die bepalingen.

B

Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, en het tweede lid, onderdeel b, vervalt ‘in tweevoud’.

2. In het derde lid wordt ‘gedurende de looptijd’ vervangen door: die binnen de looptijd daarvan valt,.

3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het derde lid door een puntkomma, wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Het eerste lid, onderdelen c en d, en het tweede lid, onderdelen b, c en d, zijn niet van toepassing in geval van een collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau, indien het aantal werknemers, bedoeld in artikel 1:1, vierde lid, onderdeel c minder dan 2000 bedraagt.

C

Paragraaf 3, opschrift en artikel 3:1, wordt vervangen door:

§ 3. Elektronische aanmelding

Artikel 3:1

1. Indien de mededeling, bedoeld in artikel 1:1, eerste en tweede lid, elektronisch wordt verzonden, wordt daarbij gebruik gemaakt van de daarvoor door de Minister ter beschikking gestelde elektronische formulieren en een door hem erkende elektronische handtekening.

2. Indien de mededeling van het sluiten van een collectieve arbeidsovereenkomst elektronisch is verzonden als bedoeld in het eerste lid, worden mededelingen van het wijzigen of opzeggen daarvan eveneens elektronisch verzonden.

3. De Minister draagt zorg voor de voor elektronische mededelingen noodzakelijke elektronische infrastructuur met behulp waarvan die mededelingen betrouwbaar en vertrouwelijk kunnen worden verzonden.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 augustus 2004.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.J. de Geus.

Toelichting

Algemeen

Deze wijziging van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring betreft een algemene wijziging in verband met het verminderen van de administratieve lasten en het mogelijk maken de aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) op elektronische wijze te verrichten. De mogelijkheid CAO’s elektronisch aan te melden heeft als doel een meer transparante en efficiënte behandeling van aanmeldingen te realiseren, en eveneens de administratieve lasten voor CAO-partijen en -secretariaten te verminderen. Concreet betekent dit kortere doorlooptijden, minder procedurele onderbrekingen en lagere aanmeldingskosten voor het bedrijfsleven. Tevens zijn twee meer technische wijzigingen aangebracht.

Algemene vermindering administratieve lasten (artikel I, onderdeel B, onder 1 en 3)

Voor een aanmelding van een ondernemings-CAO waarvan het aantal werknemers dat onder de werkingssfeer van die CAO valt onder een bepaalde grens blijft, gaan minder verplichtingen gelden. Het gaat om de verplichting tot het geven van:

• een inhoudelijke toelichting op de CAO of een wijziging daarvan;

• de geschatte loonkosten van de CAO of een wijziging daarvan;

• een nota van wijziging indien de CAO is gewijzigd in vergelijking met de daaraan voorafgaande CAO.

De grens is bepaald op 2000 werknemers. Bepalend voor de keuze van de grens is geweest dat deze geen gevolgen heeft voor het inzicht in de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden, hetgeen met artikel 4 van de Wet op de loonvorming onder meer wordt beoogd.

Vooralsnog wordt er voor CAO’s op bedrijfstakniveau geen ondergrens gesteld met betrekking tot bovengenoemde verplichtingen.

Verder vervalt de verplichting tot het bij papieren aanmelding bijvoegen van de stukken in tweevoud.

Elektronische aanmelding van CAO’s (artikel I, onderdeel C)

Degenen die namens de partijen de CAO elektronisch aanmelden, moeten daarbij gebruik maken van de daarvoor door de Minister op www.cao.szw.nl ter beschikking gestelde elektronische formulieren en een door hem erkende handtekening. Toegang tot de elektronische formulieren wordt verkregen middels een inlogprocedure, waarbij de door de Minister erkende elektronische handtekening van de tekenbevoegd vertegenwoordiger van de organisatie moet worden ingevoerd. De twee door de Minister erkende handtekeningen zijn de volgende:

1. Een door de Minister verstrekte combinatie inlognaam-wachtwoord. De organisatie mag medewerkers machtigen voor gebruik van de combinatie, maar is zelf verantwoordelijk voor het machtigingssysteem en de geheimhouding van de inlognaam en het wachtwoord. Het aanvraagformulier hiervoor is te vinden op www.szw.nl

2. Een gekwalificeerde handtekening, uitgegeven binnen PKI voor de overheid. Deze handtekening dient bij de Minister te worden aangemeld voor identificatie, voordat hiermee toegang wordt verkregen tot de formulieren. Hierbij dient gebruik te worden gemaakt van bovengenoemd aanvraagformulier. De gekwalificeerde handtekening is overigens pas bruikbaar voor elektronische aanmelding in de loop van 2005. De PKI voor de overheid is de naam die verbonden is aan de Public Key Infrastructure (PKI), die ontworpen is voor betrouwbare elektronische communicatie binnen en met de Nederlandse overheid.

Onderdeel van de aanvraag of aanmelding van een elektronische handtekening is dat de aanvrager kenbaar maakt dat hij langs elektronische weg voldoende bereikbaar is als bedoeld in artikel 2:14 van de Algemene wet bestuursrecht.

De erkende handtekeningen geven aan degenen die namens de partijen de CAO aanmelden tevens toegang tot een zogenoemde inzagefaciliteit, om relevante gegevens met betrekking tot de eigen elektronische aanmelding terug te zien. Partijen bij de CAO die de CAO niet zelf aanmelden, kunnen tevens toegang tot deze inzagefaciliteit krijgen. Hiervoor dienen ze eveneens een door de Minister erkende handtekening aan te vragen of aan te melden, op dezelfde wijze als degenen die de CAO aanmelden.

De Minister stelt partijen in kennis van de ontvangst van een volledige elektronische aanmelding met een brief die elektronisch wordt verzonden en wordt ondertekend met een gekwalificeerde handtekening, uitgegeven binnen PKI voor de overheid. De authenticiteit en onweerlegbaarheid van de kennisgeving van ontvangst wordt hiermee gegarandeerd. Aan een gekwalificeerde elektronische handtekening, die in de Wet elektronische handtekeningen met waarborgen is omkleed, dient dezelfde juridische status te worden toegekend als aan de handgeschreven handtekening op een papieren drager.

De rechtsgevolgen van het gebruik van deze handtekeningen zijn derhalve gelijk aan de rechtsgevolgen van een handgeschreven handtekening, overeenkomstig artikel 15a, lid 1, 2 en 6 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

De vertrouwelijkheid van de elektronische formulieren wordt door de Minister gewaarborgd door een inlogprocedure en een ‘firewall’ tussen het internet en de database waarin de formulieren zijn opgeslagen. De inlogprocedure garandeert dat degene die toegang heeft tot de database alleen de gegevens met betrekking tot de eigen elektronische aanmelding kan terugzien. De firewall garandeert dat alleen degenen die geautoriseerd zijn, dat wil zeggen de partijen bij de CAO en degenen die namens de partijen de CAO elektronisch aanmelden, toegang hebben tot de database.

Technische wijzigingen (artikel I, onderdelen A en B onder 2)

Artikel 1:1, vierde lid, onderdeel b, van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring, wordt aangepast. Gevraagd wordt naar het tijdvak waarvoor de afgesloten collectieve arbeidsovereenkomst als geheel is aangegaan. Dit betekent bijvoorbeeld dat als partijen bij de CAO in de CAO fondsbepalingen hebben opgenomen die een langere werkingsduur hebben dan de overige CAO-bepalingen, de werkingsduur met inbegrip van die fondsbepalingen vermeld moet worden. Daarnaast wordt gevraagd naar de expiratiedatum van de meerderheid van de afgesloten bepalingen als de CAO als geheel bepalingen kent met uiteenlopende expiratiedata. Achtergrond van de wijziging (onderdeel A) is eenduidigheid te realiseren in de vraagstelling over het tijdvak waarvoor de collectieve arbeidsovereenkomst is afgesloten.

In onderdeel B, derde lid, wordt de zinsnede ‘gedurende de looptijd’ in artikel 1:2, derde lid, van het Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring aangepast. Achtergrond van deze wijziging is eenduidigheid te realiseren in de vraagstelling met betrekking tot een tussentijdse wijziging van een CAO. Van een tussentijdse wijziging van de CAO is sprake in al die gevallen waarin partijen bij de CAO overeenkomen een of meerdere CAO-bepalingen te wijzigen en/of een of meerdere bepalingen aan de CAO toe te voegen. Essentieel is dat de looptijd van de gewijzigde of toegevoegde bepalingen niet langer is dan de looptijd van de langstlopende bepaling van de CAO waarin de wijzigingen en/of toevoegingen zijn aangebracht. Als er wijzigingen en/of toevoegingen met een langere looptijd dan die van de bestaande CAO zijn overeengekomen, wordt dit dus niet als een tussentijdse wijziging beschouwd.

Aangezien is gebleken dat het draagvlak voor elektronisch aanmelden groot is, wordt het – naar verwachting begin 2005 – ook mogelijk om aanvragen van algemeen verbindend verklaring op elektronische wijze te verrichten. Dit zal tegen die tijd opnieuw leiden tot een wijziging van het Besluit.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A.J. de Geus

Naar boven