Regeling liquidemiddelenbeheer rechtspersonen ex artikel 45, tweede lid, CW 2001

Regeling van 23 augustus 2004, houdende voorschriften inzake het liquidemiddelenbeheer van de rechtspersonen, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 (Regeling liquidemiddelenbeheer rechtspersonen ex artikel 45, tweede lid, CW 2001)

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 49a van de Comptabiliteitswet 2001;

Besluit:

Artikel 1

1. De producten, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 hebben uitsluitend de vorm van:

a. producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het einde van de looptijd intact is, uitgezet bij een instelling die voldoet aan de in het tweede lid bedoelde eisen;

b. vastrentende waarden, uitgegeven door een instelling die voldoet aan de in het tweede lid bedoelde eisen.

2. De producten en vastrentende waarden worden uitsluitend betrokken van instellingen die voldoen aan de eisen, bedoeld in artikel 2 van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden.

Artikel 2

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 september 2004.

2. Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling liquidemiddelenbeheer rechtspersonen ex artikel 45, tweede lid, CW 2001.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt ertoe om de eisen vast te stellen waaraan de financiële producten moeten voldoen, waarin de rechtspersonen, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001), risico-arm hun tijdelijk overtollige liquide middelen uit kunnen zetten. Artikel 49a CW 2001 geeft aan de Minister van Financiën de bevoegdheid om eisen te stellen aan de producten, bedoeld in artikel 45, tweede lid, CW 2001.

De rechtspersonen waarop het bepaalde in het tweede lid van artikel 45 van toepassing is, zijn in bijlage B, onderdeel 1, van het Aanwijzingsbesluit rechtspersonen met een beperkte kasbeheerfunctie aangewezen. Het betreft een bepaalde categorie van zogenaamde RWT’s (rechtspersonen met een wettelijke taak). Het Aanwijzingsbesluit treedt gelijktijdig in werking met de onderhavige regeling1 .

In artikel 1 van de onderhavige regeling wordt voor de betrokken RWT’s nauw aangesloten bij de financiële producten waarin decentrale overheden op grond van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden2 hun liquide middelen kunnen uitzetten. Gedacht moet worden aan tegoeden op rekeningen-courant en op spaarrekeningen, termijndeposito’s, obligatieleningen, onderhandse leningen, e.d. bij de (financiële) instellingen, bedoeld in artikel 2 van de Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden. Op deze wijze worden de marktrisico’s verbonden aan het uitzetten van publieke gelden beperkt. Het uitzetten (beleggen) in bijvoorbeeld aandelen of in derivaten waarmee (speculatieve) risico’s worden aangegaan (bijvoorbeeld opties), voldoet niet aan de gestelde eisen.

Debiteurenrisico (insolvabiliteit van de instelling, waarvan een financieel product wordt betrokken) kan worden beperkt door slechts bij financieel solide instellingen producten te betrekken. Solide (financiële) instellingen zijn op grond van het tweede lid van artikel 1 instellingen met minimaal een A-rating, afgegeven door een gezaghebbende rating agency als Standard & Poor’s, Fitch en Moody’s. Verwezen wordt verder naar de toelichting bij de regeling voor decentrale overheden.

Voor zover met het afsluiten van (een contract inzake) derivaten het beperken (afdekken) van financiële risico’s wordt beoogd (hedgen), kan dit aan de orde zijn in het kader van de bedrijfsvoering (algemeen risicomanagement) van een RWT. Deze vorm van risicomanagement via derivaten – gericht op het beperken van financiële risico’s – staat los van het regelen van het risico-arm uitzetten van tijdelijk overtollige gelden, waar de onderhavige regeling betrekking op heeft.

Opgemerkt wordt dat het bewust voeren van rentemanagement ter beperking van rentederving al snel in de richting van rentearbitrage kan gaan, hetgeen op grond van artikel 46 van de CW 2001 is verboden.

Naar boven