Wijziging Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardige Handhaving

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 augustus 2004, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/B&K/04/55589, tot wijziging van de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardige Handhaving in verband met verlenging van het subsidietijdvak

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 3, eerste lid, en artikel 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

Artikel I

De Tijdelijke Stimuleringsregeling Hoogwaardige Handhaving1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 10, eerste lid, wordt ‘uiterlijk 1 mei 2005’ vervangen door: uiterlijk 1 augustus 2005.

B

In artikel 12, eerste lid, wordt ‘vervalt met ingang van 1 januari 2005’ vervangen door: vervalt met ingang van 1 april 2005.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 augustus 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.A.L. van Hoof.

Toelichting

De Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardige Handhaving strekt ertoe een impuls te geven aan het tot stand brengen van hoogwaardige handhaving, zijnde een samenstel van activiteiten gericht op het voorkomen en bestrijden van fraude in het kader van de Wet werk en bijstand en aanverwante wet en regelgeving.

Gemeenten konden tot 1 september 2003 voor deze subsidieregeling een subsidieaanvraag indienen. Een gemeente (of een samenwerkingsverband van gemeenten) kon maximaal € 75.000,– subsidie ontvangen voor de implementatie van het voor gemeenten ontwikkelde instrumentarium voor hoogwaardige handhaving. De subsidiëring is op grond van de oorspronkelijke regeling beperkt tot de activiteiten die voor het einde van het subsidietijdvak, te weten 31 december 2004, worden ontplooid.

Om gemeenten in de gelegenheid te stellen hun activiteitenplannen volledig te implementeren is besloten het subsidietijdvak eenmalig met 3 maanden te verlengen, tot uiterlijk 1 april 2005. De wijziging van de regeling is uitsluitend bedoeld om gemeenten die reeds subsidie hebben ontvangen de gelegenheid te geven de implementatie van het bij de subsidieaanvraag ingediende activiteitenplan volledig af te ronden. Het indienen van nieuwe of aanvullende subsidieaanvragen is niet mogelijk. De subsidieontvanger blijft op grond van de Algemene Regeling SZW-subsidies verplicht om een voorziene overschrijding van de goedgekeurde begroting van meer dan 5%, of beleidsmatige wijzigingen die een afwijking van meer dan 10% op een geaccordeerde begrotingspost tot gevolg hebben, ter goedkeuring voor te leggen aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Voor zover beleidsmatige aanpassingen een verhoging van de totale begroting tot gevolg hebben, en deze eerst na het in werking treden van vorenbedoelde wijziging van de subsidieregeling aan de Staatssecretaris worden voorgelegd, kan dit niet leiden tot aanvullende subsidieverlening.

De verlenging van het subsidietijdvak heeft in de praktijk de navolgende consequenties:

• de periode voor het uitvoeren van de gesubsidieerde activiteiten wordt met drie maanden verlengd, tot 1 april 2005;

• de verantwoording met betrekking tot de voor subsidie in aanmerking gebrachte kosten, alsmede met betrekking tot de bereikte resultaten, dient uiterlijk 1 augustus 2005 in het bezit te zijn van de Minister.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

  • 1

    Stcrt. 2003, 20.

Naar boven