Wijziging Regeling bewijs van verzekering niet-kentekenplichtige motorrijtuigen

Regeling tot wijziging van de Regeling bewijs van verzekering niet-kentekenplichtige motorrijtuigen

13 augustus 2004

Nr. HDJZ/AWW/2004-1954

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 7 van het koninklijk besluit van 16 september 1965, houdende vaststelling van het bewijs van verzekering voor de niet-kentekenplichtige motorrijtuigen en enkele regelen met betrekking tot het bewijs van vrijstelling;

Besluit:

Artikel I

Artikel 1 van de Regeling bewijs van verzekering niet-kentekenplichtige motorrijtuigen1 komt te luiden:

Artikel 1

Aan de bestuurders van motorrijtuigen, die gewoonlijk zijn gestald in:

a. België;

b. de Bondsrepubliek Duitsland;

c. Cyprus;

d. Denemarken, met inbegrip van de Faeröer;

e. Estland;

f. Finland;

g. Frankrijk en Monaco;

h. Griekenland;

i. Hongarije;

j. Ierland;

k. Italië, San Marino en Vaticaanstad;

l. Kroatië;

m. Letland;

n. Litouwen;

o. Luxemburg;

p. Malta;

q. Noorwegen;

r. Oostenrijk;

s. Polen;

t. Portugal;

u. Slovenië;

v. de Slowaakse Republiek;

w. Spanje;

x. de Tsjechische Republiek;

y. het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, de Kanaaleilanden, het eiland Man en Gibraltar;

z. IJsland;

aa. Zweden;

bb. Zwitserland en Liechtenstein;

wordt, behoudens artikel 2, ontheffing verleend van de verplichting een bewijs van verzekering bij zich te hebben.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 30 april 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Met deze wijziging wordt de Regeling bewijs van verzekering niet-kentekenplichtige motorrijtuigen aangepast. Ter uitvoering van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen wordt in de bestaande regeling aan bestuurders van motorrijtuigen die in de zin van artikel 2, zevende lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen ‘gewoonlijk zijn gestald’ in de landen die in de regeling zijn genoemd, ontheffing verleend van de verplichting een bewijs van verzekering bij zich te hebben (groene kaart). Door de onderhavige wijziging worden aan de lijst van bedoelde landen Estland, Letland, Litouwen, Malta en Polen toegevoegd.

De grondslag van dit systeem is gelegen in een richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (72/166/EEG) (PbEG L 103). Deze richtlijn heeft onder meer ten doel de grenscontroles op deze verzekeringen binnen de Europese Unie af te schaffen. Basis van de afschaffing van deze controle op de aanwezigheid van de zogenoemde groene kaart (het internationaal motorrijtuigenverzekeringsbewijs dat door het desbetreffende nationale bureau van verzekeraars wordt afgegeven) vormt een overeenkomst tussen de verschillende bureaus van de lidstaten, volgens welke elk nationaal bureau de vergoeding waarborgt van schade, op zijn grondgebied veroorzaakt door een motorrijtuig uit een ander aangesloten land (de multilaterale garantieovereenkomst tussen nationale bureaus van verzekeraars van 30 mei 2002, PbEG 2003 L 192). De onderhavige aanpassing is noodzakelijk omdat de overeenkomst is uitgebreid met de bureaus van Estland, Letland, Litouwen, Malta en Polen.

De Europese Commissie heeft bij beschikking van 2 april 2004 (2004/332/EG, PbEG L 105, blz. 39) vastgesteld dat de groene kaartcontrole voor Estland, Letland, Litouwen, Malta en Polen met ingang van 30 april 2004 niet meer plaats mag vinden. Aan de onderhavige regeling moet derhalve terugwerkende kracht worden verleend tot die datum. Voor de totstandkoming van de onderhavige wijziging diende gewacht te worden op de wijziging van een tweetal koninklijke besluiten ter uitvoering van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen. Deze wijziging is op 6 juli 2004 gerealiseerd (Stb. 333) en werkt terug tot en met 30 april 2004. De terugwerkende kracht ontmoet overigens uit praktisch oogpunt geen enkel bezwaar omdat het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars reeds in overeenstemming met de beschikking van de Commissie handelt. Het bureau heeft de verplichting tot vergoeding reeds op zich genomen via de multilaterale garantieovereenkomst. Tevens verlenen de Nederlandse verzekeraars reeds dekking voor Estland, Letland, Litouwen, Malta en Polen.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 29 januari 2002 (Stcrt. 22).

Naar boven