Wijziging diverse regelingen LNV

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat, houdende wijziging van de Regeling handel levende dieren en levende producten, de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000, de Regeling halteplaatsen, de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000, ter uitvoering van richtlijn nr. 2003/50/EG en verordening (EG) nr. 1040/2003

30 juli 2004

Nr. TRCJZ/2004/4592

Directie Juridische Zaken

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat;

Gelet op richtlijn nr. 2003/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2003 tot wijziging van Richtlijn 91/68/EEG met betrekking tot de intensivering van de controles op verplaatsingen van schapen en geiten (PbEU L169);

Gelet op verordening (EG) nr. 1040/2003 van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2003 (PbEU L151) tot wijziging van verordening (EG) nr. 1255/97 met betrekking tot het gebruik van halteplaatsen;

Gelet op de artikelen 10, 11, 17, 18, 30, 77, 81, 94 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede op artikel 7, vijfde lid, van het Besluit dierenvervoer 1994;

Besluit:

Artikel I

De Regeling handel levende dieren en levende producten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1, eerste lid, vervalt ‘beschikking 2003/483/EG: beschikking van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 2003 houdende vaststelling van overgangsmaatregelen voor de controle van de verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten (PbEU L162);’.

B

In artikel 3.2 vervalt ‘, met inachtneming van artikel 7, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG, indien het slachtrunderen betreft die, onverminderd artikel 14 van de Regelgeving aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst’.

C

Artikel 3.3, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. De puntkomma aan het slot van onderdeel d wordt vervangen door: en.

2. De puntkomma aan het slot van onderdeel e wordt vervangen door een punt.

3. Onderdeel f vervalt.

D

Artikel 3.6, tweede lid, komt te luiden:

2. Het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid, is aangevuld met een verklaring van de officiële dierenarts dat voldaan is aan richtlijn 91/628/EEG en gaat bij reizen van meer dan acht uur vergezeld van een reisschema als bedoeld in artikel 5, A, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 91/628/EEG dat gedurende de reis gehecht is aan het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid.

E

Artikel 3.13, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. een reisschema als bedoeld in artikel 11, tweede lid, tweede gedachtestreepje, van genoemde richtlijn.

F

In artikel 4.2 vervalt ‘, met inachtneming van artikel 7, tweede lid, van beschikking 2003/483/EG, indien het slachtvarkens betreft die, onverminderd artikel 14 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, via een halteplaats worden verplaatst’.

G

Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel c wordt de puntkomma vervangen door: en.

2. In onderdeel d wordt ‘, en’ vervangen door een punt.

3. Onderdeel e vervalt

H

Artikel 4.6, tweede lid, komt te luiden:

2. Het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid, is aangevuld met een verklaring van de officiële dierenarts dat is voldaan aan richtlijn 91/628/EEG en gaat bij reizen van meer dan acht uur vergezeld van een reisschema als bedoeld in artikel 5, A, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 91/628/EEG dat gedurende de reis gehecht is aan het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid.

I

Artikel 4.8, derde lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. een reisschema als bedoeld in artikel 11, tweede lid, tweede gedachtestreepje, van genoemde richtlijn.

J

Artikel 7.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De omschrijving van het begrip slachtschapen en -geiten komt te luiden: schapen en geiten, bestemd om hetzij rechtstreeks hetzij via een schapen- of geitenverzamelcentrum naar een slachthuis te worden geleid om daar te worden geslacht;.

2. De begripsbepaling van fok- en mestschapen en fok- en mestgeiten vervalt.

3. Na de omschrijving van het begrip slachtschapen en -geiten worden vijf begripsbepalingen toegevoegd, luidende:

fokschapen en -geiten: schapen en geiten, bestemd om rechtstreeks, voor fok- en gebruiksdoeleinden, naar de plaats van bestemming te worden vervoerd;

mestschapen en -geiten: schapen en geiten, bestemd om rechtstreeks naar de plaats van bestemming te worden vervoerd, om te worden vetgemest voor de slacht;

schapenverzamelcentrum: schapenverzamelcentrum dat op grond van artikel 2.63, vierde lid, is erkend;

geitenverzamelcentrum: geitenverzamelcentrum dat op grond van artikel 2.63, vierde lid, is erkend;

handelaar: natuurlijke of rechtspersoon die al dan niet rechtstreeks dieren koopt en verkoopt voor handelsdoeleinden, die een omzetsnelheid heeft en die de dieren uiterlijk 29 dagen na aankoop doorverkoopt of verplaatst van de ene bedrijfsruimte naar de andere of rechtstreeks naar een slachthuis waarvan hij geen eigenaar is en die voldoet aan artikel 7.9.

K

In artikel 7.2 vervalt ‘met inachtneming van artikel 6, derde lid, van beschikking 2003/483/EG’.

L

Artikel 7.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. de artikelen 3, vijfde lid, 4, eerste, tweede en derde lid, 4 bis, eerste lid, en 4 ter, tweede en derde lid, van richtlijn 91/68/EEG;.

2. In de onderdelen b en c worden ‘fok- en mestschapen of fok- en mestgeiten’ vervangen door: fokschapen en -geiten of mestschapen en -geiten;.

3. Onderdeel f komt te luiden:

f. voor zover van toepassing, de artikelen 4 ter, vierde lid, 4 quater, eerste, tweede en derde lid, onderdeel b, van richtlijn 91/68/EEG, indien het slachtschapen of -geiten betreft.

M

Na artikel 7.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.3a

Onverminderd artikel 7.3 is op grond van het onderzoek, bedoeld in artikel 2.5, gebleken dat:

a. indien de slachtschapen of -geiten verblijven op een schapen-, respectievelijk geitenverzamelcentrum:

– de slachtschapen of -geiten voldoen aan artikel 8 bis, eerste lid, onderdeel e, van richtlijn 91/68/EG, en

– hiervan aantekening is gemaakt in het gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 7.2;

b. indien de slachtschapen of -geiten aangekocht zijn bij een handelaar:

– deze handelaar voldoet aan artikel 7.9, eerste lid, en uit dien hoofde is erkend overeenkomstig artikel 7.9, eerste lid;

– de slachtschapen of -geiten voldoen aan artikel 8 ter, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 91/68/EEG;

– voor zover van toepassing, de bedrijfsruimte van de handelaar voldoet aan artikel 7.9, tweede lid, en uit dien hoofde is erkend overeenkomstig artikel 7.9, tweede lid, en

– hiervan aantekening is gemaakt in het gezondheidscertificaat, bedoeld in artikel 7.2.

N

Artikel 7.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef vervalt ‘met inachtneming van artikel 6, derde lid, van beschikking 2003/483/EG en, voor zover van toepassing, een gezondheidscertificaat dat op grond van artikel 6, vierde lid, van beschikking 2003/483/EG’.

b. Onderdeel c komt te luiden:

c. voldaan wordt aan, voor zover van toepassing, artikel 4 ter, derde en vierde lid, artikel 4 quater, derde lid, onderdelen a en b, onder ii, van richtlijn 91/68/EEG en, indien het slachtschapen of -⁠geiten betreft die via een schapen- of geitenverzamelcentrum worden vervoerd, aan artikel 4 quater, derde lid, onderdeel b, onder i, van richtlijn 91/68/EEG.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. De partij gaat bij reizen van meer dan acht uur vergezeld van een reisschema als bedoeld in artikel 5, A, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 91/628/EEG dat gedurende de reis gehecht is aan het gezondheidscertificaat, bedoeld in het eerste lid.

O

Na artikel 7.6 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 7.6a

Indien een partij schapen of geiten is bestemd voor Nederland of voor een lidstaat komt de partij tot de plaats van bestemming, respectievelijk tot de plaats waar de partij buiten Nederland wordt gebracht, geen enkel moment in aanraking met andere evenhoevige dieren die niet over dezelfde gezondheidsstatus beschikken.

Artikel 7.6b

Een vervoerder van een partij schapen of geiten voldoet aan artikel 8 quater, eerste tot en met vierde lid, van richtlijn 91/68/EEG.

P

Artikel 7.7, derde lid, komt te luiden:

3. Het gezondheidscertificaat, bedoeld in het tweede lid, is aangevuld met een verklaring van de officiële dierenarts dat is voldaan aan richtlijn 91/628/EEG en gaat vergezeld van:

a. een document waaruit blijkt dat is voldaan aan artikel 11, tweede lid, eerste gedachtestreepje, van genoemde richtlijn;

b. een reisschema als bedoeld in artikel 11, tweede lid, tweede gedachtestreepje, van genoemde richtlijn.

Q

In artikel 7.7a wordt ‘fok- en gebruiksschapen en -geiten’ vervangen door: fokschapen en -geiten.

R

In artikel 7.8 wordt onder vernummering van het tweede lid tot derde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. In afwijking van het eerste lid mogen slachtschapen of -geiten afkomstig uit een lidstaat passeren via één schapen- of geitenverzamelcentrum, mits is voldaan aan artikel 4 quater, derde lid, onderdeel b, onder i, van richtlijn 91/68/EEG.

S

Na artikel 7.8 wordt een afdeling ingevoegd, luidende:

Afdeling 6

Handelaren in schapen en geiten

Artikel 7.9

1. Een handelaar wordt door de minister erkend indien:

– voldaan is aan artikel 8 ter, eerste lid, onderdelen a en b, van richtlijn 91/68/EEG;

– voor zover van toepassing, zijn bedrijfsruimte voldoet aan het tweede lid en aan artikel 8 ter, eerste lid, onderdeel c, tweede gedachtestreepje, van richtlijn 91/68/EEG.

2. Elke bedrijfsruimte die door een handelaar beroepshalve wordt gebruikt, staat onder toezicht van de ambtenaren en wordt door de minister slechts erkend en geregistreerd indien is voldaan aan de in de artikelen 9l tot en met 9p van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 met betrekking tot voor verzamelplaatsen voor schapen en geiten gestelde eisen.

Artikel II

De Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten2 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13, eerste lid, komt te luiden:

1. Evenhoevigen, die binnen Nederland worden gebracht, worden rechtstreeks vervoerd naar en afgeleverd op één bedrijf, waaronder worden begrepen een erkend runderverzamelcentrum of een op grond van artikel 9l van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 erkend schapen- of geitenverzamelcentrum, of één slachthuis.

B

Artikel 14 vervalt.

C

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘1.’

2. Het tweede lid vervalt.

Artikel III

De Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 20003 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9k wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘Het is verboden’ vervangen door: Onverminderd het bepaalde in de Regeling handel levende dieren en levende producten is het verboden.

2. Het tweede lid komt te luiden:

2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de schapen of geiten worden bijeengebracht op een schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, dat op grond van artikel 9l door de Minister is erkend, of een erkende bedrijfsruimte van een erkende handelaar als bedoeld in artikel 7.9, eerste en tweede lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten.

B

Artikel 9l wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Aan een erkend schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk geitenverzamelcentrum, wordt door de minister in verband met de erkenning een registratienummer toegekend.

C

Artikel 9o wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid wordt vernummerd tot vijfde lid.

2. Er worden twee leden ingevoegd, luidende:

3. De afvoer van slachtschapen en -⁠geiten van een op grond van artikel 9l erkend schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, naar een niet in Nederland gelegen slachthuis geschiedt met inachtneming van de Hoofdstukken 2 en 7 van de Regeling handel levende dieren en levende producten.

4. In afwijking van het eerste lid geschiedt de afvoer van slachtschapen en -geiten van een op grond van artikel 9l erkend schapenverzamelcentrum, onderscheidenlijk een geitenverzamelcentrum, rechtstreeks naar een buiten Nederland gelegen verzamelcentrum met inachtneming van de Hoofdstukken 2 en 7 van de Regeling handel levende dieren en levende producten.

Artikel IV

De Regeling halteplaatsen4 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt de puntkomma aan het slot vervangen door een punt.

2. Onderdeel c vervalt.

B

Na artikel 2 worden vier artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 2a

Het is verboden te handelen in strijd met artikel 4, eerste, tweede en derde lid, van de verordening.

Artikel 2b

Het is verboden te handelen in strijd met artikel 5 van de verordening.

Artikel 2c

De eigenaar of de natuurlijke of rechtspersoon die de halteplaats beheert, ziet erop toe dat de dieren de halteplaats niet verlaten voordat is voldaan aan artikel 6 van de verordening.

Artikel 2d

Het is verboden te handelen in strijd met bijlage 1 van de verordening.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

2. Erkenning wordt slechts verleend indien de halteplaats voldoet aan de artikelen 3, tweede lid, 4, eerste en derde lid, en 5, van de verordening alsmede, indien het een gebouw van een verzamelcentrum of een verzamelcentrum als bedoeld in artikel 2, punt o, van richtlijn 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121) betreft of als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, punt 3, van richtlijn 91/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PbEG L046), aan artikel 4, tweede lid, van de verordening.

2. In het derde lid vervalt ‘of indien niet wordt voldaan aan artikel 9 van beschikking 2003/483/EG’.

Artikel V

Punt 4, onder b, van de Bijlage behorende bij artikel 4a, eerste lid, van de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren5 komt te luiden:

b. de artikelen 2.50a, eerste lid, 2.50b, 2.63, 3.15, eerste en tweede lid, 4.10, 6.8, eerste lid, 7.9, 8.6, eerste lid, 8.6a, eerste lid, 9.4a, eerste lid, 9.10, eerste lid, 9.11, eerste lid, 10.9, eerste lid, 10.10, eerste lid, en 10.11 van de Regeling handel levende dieren en levende producten;.

Artikel VI

De Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 20006 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel p door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

q. richtlijn nr. 91/68/EEG: richtlijn nr. 91/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten (PbEG L46).

B

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. De vervoerder van schapen en geiten voldoet aan artikel 8 quater, derde lid, van richtlijn nr. 91/68/EEG.

C

Het opschrift van paragraaf 4 van hoofdstuk 2 komt te luiden:

Paragraaf 4. Administratieve voorschriften betreffende vervoermiddelen voor vee

D

In artikel 17 worden, onder vernummering van het tweede tot en met elfde lid tot vierde tot en met dertiende lid, twee leden ingevoegd, luidende:

2. In aanvulling op het eerste lid houdt de vervoerder van een vervoermiddel waarmee schapen of geiten worden vervoerd een register bij dat voldoet aan artikel 8 quater, tweede lid, van richtlijn nr. 91/68/EEG.

3. De vervoerder van een vervoermiddel waarmee schapen of geiten worden vervoerd, overlegt aan de VWA een schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 8 quater, vierde lid, van richtlijn nr. 91/68/EEG.

Artikel VII

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:Directeur-Generaal,
R.M. Bergkamp.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige wijzigingsregeling strekt tot implementatie van richtlijn nr. 2003/50/EG van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2003 tot wijziging van Richtlijn 91/68/EEG met betrekking tot de intensivering van de controles op verplaatsingen van schapen en geiten (PbEU L169), hierna richtlijn nr. 2003/50/EG, en geeft uitvoering aan verordening (EG) nr. 1040/2003 van de Raad van de Europese Unie van 11 juni 2003 (PbEU L151) tot wijziging van verordening (EG) nr. 1255/97 met betrekking tot het gebruik van halteplaatsen, hierna verordening (EG) nr. 1040/2003.

Ter uitvoering hiervan zijn de Regeling handel levende dieren en levende producten, de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten, de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000, de Regeling halteplaatsen, de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 gewijzigd.

Richtlijn nr. 2003/50/EG

Richtlijn nr. 91/68/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 januari 1991 (PbEG L46) bevat veterinairrechtelijke voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten, hierna richtlijn nr. 91/68/EEG. Richtlijn nr. 2003/50/EG wijzigt deze richtlijn met als doel het beperken van de risico’s op verspreiding van besmettelijke dierziekten tijdens het vervoer van schapen en geiten. Beschikking (EG) nr. 2003/483 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 juni 2003 (PbEU L162) houdende vaststelling van overgangsmaatregelen voor de controle van verplaatsingen van dieren van voor mond- en klauwzeer gevoelige soorten, hierna beschikking nr. 2003/483/EG, bevatte overgangsbepalingen met betrekking tot verplaatsingen van schapen en geiten totdat richtlijn nr. 2003/50/EG in werking zou treden. Bij Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 januari 2004 (Stcrt. 2004, 20) is beschikking nr. 2003/483/EG geïmplementeerd.

In onderhavige wijzigingsregeling wordt de nationale veterinaire regelgeving aangepast aan de inwerkingtreding van richtlijn nr. 2003/50/EG en daarmede het vervallen van beschikking nr. 2003/483/EG.

Verordening (EG) nr. 1040/2003

Verordening (EG) nr. 1255/97 van de Raad van de Europese Unie van 25 juni 1997 (PbEG L174) betreffende de communautaire criteria voor halteplaatsen en tot aanpassing van het in Richtlijn 91/628/EEG bedoelde reisschema stelt regels ten aanzien van halteplaatsen. Deze verordening wordt gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1040/2003 met betrekking tot het gebruik van halteplaatsen.

Bij beschikking nr. 2001/327/EG van de Commissie was het gebruik van halteplaatsen tijdelijk opgeschort om verdere uitbreiding van mond- en klauwzeer in de Gemeenschap te voorkomen. Bij verordening (EG) nr. 1040/2003 wordt het gebruik van halteplaatsen onder strenge criteria weer toegestaan. Beschikking nr. 2003/483/EG bevatte overgangsbepalingen met betrekking tot het gebruik van halteplaatsen totdat verordening (EG) nr. 1040/2003 van toepassing zou zijn. Bij Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 januari 2004 (Stcrt. 2004, 20) is beschikking nr. 2003/483/EG geïmplementeerd, zij het dat het gebruik van halteplaatsen nationaal nog niet was toegestaan vanwege de veterinaire risico’s.

In onderhavige wijzigingsregeling wordt thans het gebruik van halteplaatsen in overeenstemming met verordening (EG) nr. 1040/2003 toegestaan.

Artikelgewijze toelichting

Artikel I. Regeling handel levende dieren en levende producten

De begripsbepalingen van de begrippen slachtschapen en -geiten, fokschapen en -geiten en mestschapen en -geiten in artikel 7.1 van de Regeling handel levende dieren en levende producten zijn aangepast aan de begripsbepalingen zoals die zijn opgenomen in richtlijn nr. 2003/50/EG. Voorts is in artikel 7.1 van de Regeling handel levende dieren en levende producten een aantal nieuwe begripsbepalingen ingevoegd. Dit betreft de begrippen schapenverzamelcentrum, geitenverzamelcentrum en handelaar.

Ten aanzien van slachtschapen en -⁠geiten geldt thans het volgende.

Slachtschapen en -geiten die worden vervoerd naar een andere lidstaat, mogen, gelet op artikel 4 ter, vierde lid, van richtlijn nr. 91/68/EEG, in Nederland passeren via een erkend schapen- of geitenverzamelcentrum of een erkende bedrijfsruimte van een erkende handelaar. Voorts mogen de dieren ingevolge artikel 4 quater, derde lid, onderdeel b, van richtlijn nr. 91/68/EEG, in een lidstaat van doorreis of bestemming een tweede verzamelcentrum aandoen. Hiertoe is artikel 7.3, onderdeel f, van de Regeling handel levende dieren en levende producten gewijzigd.

In het nieuwe artikel 7.3a, onderdeel a, Regeling handel levende dieren en levende producten zijn extra eisen opgenomen waaraan voldaan moet zijn indien de slachtschapen of -geiten verblijven op een schapen-, respectievelijk geitenverzamelcentrum, of indien de slachtschapen of -geiten zijn aangekocht bij een handelaar.

De slachtschapen of -geiten mogen alleen verblijven op een erkend schapen- of geitenverzamelcentrum. Dit blijkt uit de artikelen 7.1 juncto 2.63, vierde lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten in relatie tot artikel 9l van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000. Voorts moeten de dieren die op een verzamelcentrum aanwezig zijn, zijn geïdentificeerd en moet van het verblijf aantekening worden gemaakt in het gezondheidscertificaat dat de slachtschapen en -geiten op grond van artikel 7.2 in relatie tot artikel 2.4 van de Regeling handel levende dieren en levende producten tijdens het vervoer vergezelt.

Indien de slachtschapen of -geiten zijn aangekocht bij een handelaar dient voldaan te zijn aan de volgende voorwaarden. De slachtschapen of -geiten mogen alleen verblijven in een erkende bedrijfsruimte van een erkende handelaar. In de nieuwe artikelen 7.3a, onderdeel b, en 7.9 van de Regeling handel levende dieren en levende producten zijn de eisen opgenomen waaraan in Nederland gelegen bedrijfsruimten van handelaren en handelaren moeten voldoen. Aan een handelaar wordt een tweetal erkenningen verleend: één aan de handelaar zelf en, indien de handelaar een bedrijfsruimte gebruikt waar de te verhandelen slachtschapen of -geiten verblijven, één voor deze bedrijfsruimte. Iedere handelaar dient een zodanige administratie te voeren, dat de schapen en geiten traceerbaar zijn. Wanneer handelaren de te verhandelen schapen en geiten op hun bedrijf hebben, moet de bedrijfsruimte, om te worden erkend, aan de eisen voldoen die voor schapen- en geitenverzamelcentra gelden op grond van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000. Voorts moeten de schapen of geiten die bij een handelaar zijn aangekocht, zijn geïdentificeerd en wordt van het verblijf in een bedrijfsruimte van een handelaar aantekening gemaakt op het gezondheidscertificaat dat de slachtschapen en -geiten op grond van artikel 7.2 in relatie tot artikel 2.4 van de Regeling handel levende dieren en levende producten tijdens het vervoer vergezelt.

Slachtschapen en -geiten die vanuit een lidstaat naar Nederland of vanuit een lidstaat via Nederland naar een andere lidstaat worden vervoerd, mogen, gelet op artikel 4 quater, derde lid, onderdeel b, van richtlijn nr. 91/68/EEG, passeren via een verzamelcentrum in Nederland. Dit is neergelegd in de artikelen 7.6, eerste lid, onderdeel c, en 7.8, tweede lid, van de Regeling handel levende dieren en levende producten.

Op grond van artikel 7.3, onderdeel a, en het nieuw ingevoegde artikel 7.6a van de Regeling handel levende dieren en levende producten geldt dat slachtschapen en -geiten, mestschapen en -⁠geiten en fokschapen en -geiten die buiten Nederland of in Nederland worden gebracht niet in contact mogen komen met dieren die een andere gezondheidsstatus hebben.

Voorts is artikel 7.6b in de Regeling handel levende dieren en levende producten ingevoegd. Op grond van dit artikel moeten vervoerders die vanuit een lidstaat schapen of geiten naar Nederland vervoeren, ingevolge artikel 8 quater van richtlijn nr. 91/68/EEG, voldoen aan de volgende voorschriften. Vervoermiddelen moeten, naast de eisen die in richtlijn nr. 91/628/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 november 1991 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en tot wijziging van de Richtlijnen 90/425/EEG en 91/496/EEG zijn neergelegd, zo zijn geconstrueerd dat er geen uitwerpselen, strooisel of voeder van de dieren uit kan lekken of vallen. Tevens dienen vervoermiddelen onmiddellijk na lossing van de schapen of geiten, dat wil zeggen, op het bedrijf van lossing, te worden gereinigd en ontsmet. Daarbij moet een vervoerder een register bijhouden op grond waarvan de door hem vervoerde dieren kunnen worden getraceerd. Deze eisen gelden overigens voor elk vervoer in Nederland. Daartoe zijn de artikelen 8 en 17 van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 gewijzigd. Verwezen wordt naar de artikelgewijze toelichting van artikel VI.

De overige wijzigingen van de Regeling handel levende dieren en levende producten zijn technisch van aard als gevolg van het vervallen van beschikking (EG) nr. 2003/483.

Artikel II. Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten

Artikel 13 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten is zodanig gewijzigd, dat het is toegestaan dat slachtschapen en -geiten die binnen Nederland worden gebracht via een erkend schapen- of geitenverzamelcentrum worden vervoerd. Voorts is ingevolge verordening (EG) nr. 1040/2003 het verbod om evenhoevigen uit te laden op een halteplaats opgeheven. Artikel 14 vervalt derhalve. Verwezen wordt naar het algemene deel van deze toelichting. De wijziging van artikel 22 van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten is technisch van aard als gevolg van het vervallen van beschikking (EG) nr. 2003/483.

Artikel III. Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000

De wijzigingen van de artikelen 9k en 9o van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 houden verband met de wijzigingen die zijn doorgevoerd in de Regeling handel levende dieren en levende producten ten aanzien van de verplaatsingen van slachtschapen en -geiten. Voorts is ingevolge artikel 8 ter, eerste lid, van richtlijn nr. 91/68/EEG in artikel 9l van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 opgenomen dat aan een erkend verzamelcentrum een erkenningsnummer wordt toegekend.

Artikel IV. Regeling halteplaatsen

De wijziging van artikel 1 van de Regeling halteplaatsen is technisch van aard als gevolg van het vervallen van beschikking (EG) nr. 2003/483.

Door middel van de nieuw ingevoegde artikelen 2a tot en met 2d van de Regeling halteplaatsen wordt overtreding van de artikelen 3 tot en met 6 van verordening (EG) nr. 1255/97 strafbaar gesteld. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan artikel 6 ter van verordening (EG) nr. 1255/97.

De redactie van artikel 3, tweede lid, van de Regeling halteplaatsen is in overeenstemming gebracht met de redactie van artikel 4, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1255/97.

Artikel V. Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

Als gevolg van de wijziging van de bijlage bij de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kan voor de aanvraag van een erkenning voor een handelaar en de aanvraag voor een erkenning van een bedrijfsruimte van een handelaar als bedoeld in artikel 7.9 van de Regeling handel levende dieren en levende producten een kostendekkend tarief als bedoeld in de artikelen 4a en 4b van de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in rekening worden gebracht.

Artikel VI. Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000

De Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 is aangepast aan de eisen die op grond van artikel 8 quater van richtlijn nr. 91/68/EEG aan Nederlandse vervoerders van schapen en geiten worden gesteld. In artikel 8 van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 is opgenomen dat schapen en geiten gedurende het vervoer niet in contact mogen komen met dieren die een andere gezondheidsstatus hebben.

In artikel 17, tweede lid, van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 is de verplichting voor vervoerders opgenomen een register bij te houden als bedoeld in artikel 8 quater, tweede lid, van richtlijn nr. 91/68/EEG op grond waarvan de door hem vervoerde schapen en geiten kunnen worden getraceerd. Voorts is in het derde lid van artikel 17 van de Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 de verplichting voor de vervoerder opgenomen om een schriftelijke verklaring aan de Voedsel en Waren Autoriteit te overleggen waarin de vervoerder toezegt bekwaam personeel in te zullen zetten en te zullen voldoen aan de bepalingen van richtlijn nr. 91/68/EEG.

Deze wijzigingen houden verband met de wijzigingen die zijn doorgevoerd in de Regeling handel levende dieren en levende producten ten aanzien van de verplaatsingen van schapen en geiten. Verwezen wordt naar de artikelgewijze toelichting van artikel I, met name de artikelen 7.6a en 7.6b van de Regeling handel levende dieren en levende producten.

Administratieve lasten

De administratieve lasten voor het bedrijfsleven vloeien voort uit richtlijn nr. 2003/50/EG en zijn als volgt te omschrijven.

Een handelaar in schapen en geiten dient te worden erkend door de minister. Het is de inschatting dat 800 handelaren een erkenning zullen aanvragen. Het aanvragen van een erkenning kost een handelaar 30 minuten. Dit betekent een eenmalige administratieve last van 800 bedrijven x 30 minuten x € 30,36/uur = € 12.144,–.

Indien handelaren gebruik maken van een bedrijfsruimte, dient deze te worden erkend. Naar verwachting zullen, gelet op het feit dat de erkenningseisen voor een bedrijfsruimte gelijk zijn aan de eisen voor een verzamelcentrum, geen aanvragen worden ingediend voor de erkenning en registratie van bedrijfsruimten.

Voorts dient de handelaar in schapen en geiten een register bij te houden op basis waarvan de verhandelde dieren, de contractpartijen en de vervoerder kunnen worden getraceerd. Dit register dient minimaal drie jaar te worden bewaard. Het bijhouden van dit register neemt op jaarbasis gemiddeld 20 uur in beslag. Dit betekent een lastenverzwaring voor de handelaren van 800 handelaren x 20 uur x € 30,36/uur = € 485.760,–.

De handelaar in schapen en geiten zal regelmatig worden gecontroleerd door de bevoegde autoriteit teneinde na te gaan of de handelaar nog voldoet aan de eisen van zijn erkenning. Deze controle betekent een lastenverzwaring voor de handelaar die in geld uitgedrukt op jaarbasis neerkomt op 800 bedrijven x 30 minuten x € 30,36/uur = € 12.144,–.

De administratieve lasten voor vervoerders van schapen en geiten zijn als volgt. Een vervoerder moet een schriftelijke verklaring overleggen aan de Voedsel en Waren Autoriteit. Het opstellen van een dergelijke verklaring kost een vervoerder 30 minuten. De totale eenmalige kosten bedragen voor de 500 vervoerders in Nederland: 500 vervoerders x 30 minuten x € 30,36/uur = € 7.590,–. Bekeken wordt of in de uitvoering hiervan een koppeling kan worden gelegd met het afgeven van een soortgelijke verklaring op grond van artikel 8 van het Besluit dierenvervoer 1994.

Tenslotte dient de vervoerder voor ieder vervoermiddel een register bij te houden waarin zijn opgenomen:

i) de datum en plaats van overname, alsmede de naam of handelsnaam en adres van het bedrijf of het verzamelcentrum waar de dieren zijn overgenomen;

ii) datum en plaats van levering, alsmede de naam of handelsnaam en adres van de geadresseerde(n);

iii) soort en aantal vervoerde dieren;

iv) datum en plaats van ontsmetting.

Dit register dient minimaal drie jaren te worden bewaard. Het bijhouden van een register voor ieder vervoermiddel neemt op jaarbasis 15 uur in beslag. In euro’s uitgedrukt komt dit neer op 550 vervoermiddelen x 15 uur x € 30,36/uur = € 250.404,–

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de minister genomen besluit:Directeur-Generaal,

R.M. Bergkamp

Bijlage bij de toelichting

Implementatietabel richtlijn nr. 2003/50/EG

Richtlijn

nr. 2003/50/EG

Richtlijn

nr. 91/68/EEG

Nationaal

Artikel 1, eerste lid

Artikel 2

Artikel 7.1 Regeling handel levende dieren en levende producten (hierna: RHLDLP)

   

Artikel 1, tweede lid

Artikel 3

 
 

– eerste tot en met derde lid

– Hoofdstuk 2 en hoofdstuk 7 RHLDLP (zie ook uitwerking van de artikelen 4, 4 bis, 4 ter, 4 quater, 5 en 6 van richtlijn nr. 91/68/EEG)

 

– vierde lid

– Optie lidstaten; geen implementatie

 

– vijfde lid

– Artikelen 7.3, onderdeel a, en 7.6a RHLDLP en artikel 9n, onderdeel c, Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 (hierna: RBBD2000)

   

Artikel 1, derde lid

Artikel 4

Artikelen 7.3, onderdeel a, en 7.5 in relatie met hoofdstuk 2 RHLDLP

   

Artikel 1, vierde lid

Artikel 4 bis

 
 

– eerste lid

– Artikel 7.3, onderdeel a, RHLDLP

 

– tweede lid

– Optie Lid-staten: geen implementatie

 

Artikel 4 ter

Artikelen 7.3, onderdelen a en f, 7.3a, 7.6, onderdeel c, 7.8, eerste lid, en 7.9 in relatie met hoofdstuk 2 RHLDLP en de artikelen 9k, tweede lid, en 9o, derde en vierde lid, RBBD2000 en bijlage I, hoofdstuk 6, punt 25, bij Besluit productie en handel vers vlees

 

Artikel 4 quater

Artikelen 7.3, onderdeel f, 7.6, onderdeel c, en artikel 7.8, tweede lid, RHLDLP in relatie met de artikelen 9k tot en met 9p

RBBD2000

   

Artikel 1, vijfde lid

Artikel 8 bis

Artikelen 7.1 juncto 2.63, vierde lid, RHLDLP in relatie met artikel 9l RBBD2000 en artikel 7.3a RHLDLP

   

Artikel 1, zesde lid

Artikel 8 ter

Artikelen 7.1, 7.3a en 7.9 RHLDLP in relatie met de artikelen 9k tot en met 9p RBBD2000

 

Artikel 8 quater

 
 

– Eerste lid

– Artikelen 3, 5, 6, 23 en bijlage II, deel II, onder A, onderdeel 3, Regeling inzake hygiënevoorschriften besmettelijke dierziekten 2000 (hierna: RHBD2000) en artikel 7.6b RHLDLP

 

– Tweede lid

– Artikel 7.6b RHLDLP en artikel 17 RHBD2000

 

– Derde lid

– Artikel 7.6b RHLDLP en artikel 8, tweede lid, RHBD2000

 

– Vierde lid

– Artikel 7.6b RHLDLP en artikel 17 RHBD2000

   

Artikel 1, zevende lid

Artikel 9

Artikelen 7.2, 7.3, 7.3a en 7.6, eerste lid, in relatie met hoofdstuk 2 RHLDLP

   

Artikel 1, achtste lid

Artikel 13 wordt ingetrokken

Behoeft geen implementatie: intrekking van een uitgewerkt procedurevoorschrift

   

Artikel 1, negende lid

Artikel 14

Behoeft geen implementatie: procedurevoorschrift

   

Artikel 1, tiende lid

Artikel 16 wordt ingetrokken

Behoeft geen implementatie: intrekking procedurevoorschrift

   

Artikel 1, elfde lid

Bijlage E

Artikelen 7.2, 7.3a en 7.6 in relatie met hoofdstuk 2 RHLDLP

   

Artikel 2

 

Behoeft geen implementatie: Implementatietermijn

Uitvoeringstabel Verordening (EG) nr. 1040/2003

Verordening

(EG) nr.1040/2003

Verordening

(EG) nr. 1255/97

Nationaal

Artikel 1, eerste lid

Artikel 3, derde lid

Behoeft geen nadere uitwerking:

artikel 3 Regeling halteplaatsen

   

Artikel 1, tweede lid

Artikel 4

Strafbaarstelling: artikel 2a Regeling halteplaatsen

   

Artikel 1, derde lid

Artikel 5

Strafbaarstelling: artikel 2b Regeling halteplaatsen

   

Artikel 1, vierde lid

Artikel 6 bis

Behoeft geen nadere uitwerking: procedurevoorschrift

 

Artikel 6 ter

Artikelen 2, 2a, 2b, 2c, 2d, 3, derde lid, Regeling halteplaatsen juncto Besluit dierenvervoer 1994, artikel 111 Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 1, onder 2°, en de artikelen 2 e.v. Wet op de economische delicten

   

Artikel 1, vijfde lid

Bijlage I

Strafbaarstelling: artikel 2d Regeling halteplaatsen

   

Artikel 2

 

Inwerkingtreding: behoeft geen nadere uitwerking

  • 1

    Stcrt. 1994, 250; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 8 juli 2004 (Stcrt. 132).

  • 2

    Stcrt 2001, 107; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 20 januari 2004 (Stcrt. 20).

  • 3

    Stcrt 2000, 121; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 27 januari 2004 (Stcrt. 20).

  • 4

    Stcrt. 1999, 116; gewijzigd bij ministeriële regeling van 20 januari 2004 (Stcrt. 20).

  • 5

    Stcrt. 1994, 113; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 26 juli 2004 (Stcrt. 141).

  • 6

    Stcrt. 2000, 247; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 23 december 2003 (Stcrt. 250).

Naar boven