Mandaatbesluit LNV Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 juli 2004, nr. TRCJZ/2004/4785, houdende verlening van mandaat en machtiging aan Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid (Mandaatbesluit LNV Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Besluit:

Artikel 1

De directeur en de plaatsvervangend directeur Voedselkwaliteit en Diergezondheid zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de verlening van subsidies aan organisaties werkzaam op het terrein van milieu, kwaliteit, gezondheid en welzijn van dieren tot een bedrag van ten hoogste € 340.000,– per organisatie;

b. besluiten als bedoeld in artikel 24, vijfde lid, van het Besluit genetisch gemodificeerde organismen Wet milieugevaarlijke stoffen, alsmede de terinzagelegging van concepten van dergelijke besluiten, een en ander voor zover het besluit van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu in mandaat is genomen en voor zover het besluit niet van politieke betekenis is;

c. het sluiten van overeenkomsten ten behoeve van extern onderzoek naar geregistreerde of te registreren diergeneesmiddelen;

d. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard;

e. de beantwoording van aan de Minister gerichte individuele brieven, zijn werkterrein betreffende, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens hem door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend.

Artikel 2

De directeur, de plaatsvervangend directeur, de Chief Veterinary Officer en de plaatsvervangend Chief Veterinary Officer zijn gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. de registratie van diergeneesmiddelen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet, alsmede schorsingen en doorhalingen ingevolge de artikelen 10 en 11 van de Diergeneesmiddelenwet;

b. de beslissing ter zake van uitverkoop- en opgebruik termijnen, bedoeld in artikel 1, eerste lid van de Algemene uitverkoop- en opgebruikregeling diergeneesmiddelen;

c. de vergunning voor het bereiden, verpakken etiketteren of afleveren van diergenees-middelen, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet;

d. de ontheffing, bedoeld in artikel 45, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet;

e. de vergoeding, bedoeld in artikel 44 van de Veewet;

f. de aanwijzing, bedoeld in artikel 29 van de Diergeneesmiddelenwet;

g. de beantwoording van aan de Minister gerichte individuele brieven, zijn werkterrein betreffende, voor zover het antwoord zich beperkt tot een beschrijving van vigerend beleid en niet van politieke betekenis is, terwijl ook overigens uit de aard en inhoud van de desbetreffende brieven niet voortvloeit dat de beantwoording door de Minister persoonlijk of namens hem door de Secretaris-Generaal dient te worden ondertekend.

Artikel 3

Het hoofd Bureau Registratie Diergeneesmiddelen is gemachtigd om namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende:

a. het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 21 van de Diergeneesmiddelenwet ten behoeve van het afleveren van niet-geïmporteerde of niet-gekanaliseerde diergeneesmiddelen;

b. de wijziging van de registratie van diergeneesmiddelen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Diergeneesmiddelenwet, voor zover het betreft een kleine wijziging van de eerste categorie als bedoeld in artikel 1, onderdeel l, van de Regeling registratie diergeneesmiddelen 1995;

c. het sluiten van overeenkomsten voor uitgaven van materiële aard, voor zover deze een bedrag van € 5.000,– niet te boven gaan.

Artikel 4

De ondertekening, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 3, luidt:

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

De Directeur Voedselkwaliteit en Diergezondheid,’,

onderscheidenlijk

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

De Plaatsvervangend Directeur Voedselkwaliteit en Diergezondheid,’,

onderscheidenlijk

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

De Chief Veterinary Officer,’,

onderscheidenlijk

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

De Plaatsvervangend Chief Veterinary Officer,’,

onderscheidenlijk

‘De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

voor deze:

Het Hoofd Bureau Registratie Diergeneesmiddelen,’.

Artikel 5

Het besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 25 september 2003, nr. TRCJZ/2003/8477 (Stcrt. 2003, 192), houdende de machtiging van ambtenaren van de directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden, wordt ingetrokken.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 25 juni 2004.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit LNV Directie Voedselkwaliteit en Diergezondheid.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, t.a.v. de Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 juli 2004.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
voor deze:Directeur-Generaal,
R.M. Bergkamp.

Toelichting

Het mandaat is aangepast in verband met de naamswijziging van de directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden in Voedselkwaliteit en Diergezondheid.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

voor deze:Directeur-Generaal,

R.M. Bergkamp

Naar boven