Regeling specifieke uitkering cultuureducatie po 2004

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 juli 2004, nr. WJZ/2004/30973(8151) tot het ontwikkelen van een goede culturele bemiddelings- en netwerkstructuur voor scholen in het primair onderwijs en het ontwikkelen van een visie op cultuureducatie binnen een school voor primair onderwijs (Regeling specifieke uitkering cultuureducatie po 2004)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 5 van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen;

Besluit:

Artikel 1

Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

b. uitkering: een specifieke uitkering als bedoeld in artikel 2;

c. gemeente: Alkmaar, Almere, Amersfoort, Amsterdam, Apeldoorn, Arnhem, Breda, Delft, Den Haag, Dordrecht, Ede, Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlem, Haarlemmermeer, Heerlen, Hengelo, ’s Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, Zaanstad, Zoetermeer of Zwolle.

Artikel 2

Doel specifieke uitkering

De minister verstrekt aan de gemeente of de provincie voor het jaar 2004 een specifieke uitkering ten behoeve van:

a. het ontwikkelen van een goede culturele bemiddelings- en netwerkstructuur voor scholen in het primair onderwijs, en

b. het vormgeven van een geleidelijke aanpak, waarlangs scholen in het primair onderwijs hun visie op cultuureducatie binnen hun school gaan ontwikkelen en verdiepen.

Artikel 3

Bedragen specifieke uitkeringen

De uitkeringen, bedoeld in artikel 2, bedragen:

Gemeente

2004

in euro’s

Alkmaar

9.248

Almere

21.485

Amersfoort

15.964

Amsterdam

62.052

Apeldoorn

15.159

Arnhem

14.098

Breda

17.069

Delft

8.321

Dordrecht

12.016

Ede

11.858

Eindhoven

19.344

Emmen

10.827

Enschede

14.984

Groningen

13.792

Haarlem

13.174

Haarlemmermeer

13.760

Heerlen

8.202

Hengelo (Overijssel)

8.935

Leeuwarden

8.558

Leiden

10.351

Maastricht

10.035

Nijmegen

13.973

Rotterdam

57.138

‘s-Gravenhage

43.193

‘s-Hertogenbosch

13.685

Tilburg

18.901

Utrecht

23.006

Zaanstad

13.973

Zoetermeer

12.393

Zwolle

12.556

Totaal

528.050

Provincie

2004

in euro’s

Drenthe

38.161

Flevoland

23.218

Friesland

58.377

Gelderland

151.861

Groningen

40.025

Limburg

88.567

Noord-Brabant

179.160

Noord-Holland

139.831

Overijssel

81.934

Utrecht

81.587

Zeeland

38.278

Zuid-Holland

203.818

Totaal

1.124.817

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 5

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering cultuureducatie po 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M.C. van der Laan.

Toelichting

Algemeen

Versterking cultuureducatie in 2004

Om te komen tot versterking van cultuureducatie in het primair onderwijs is in aanvulling op het ‘Beleidskader Cultuur en School’ van 16 maart 2000 en vooruitlopend op de financiële afspraken over het Actieplan Cultuurbereik 2005–2008 een extra budget beschikbaar gesteld voor het jaar 2004 (ten behoeve van het schooljaar 2004–2005) van € 1 per leerling in het primair onderwijs in de desbetreffende gemeente of provincie. Het gaat daarbij om de gemeenten die ook in aanmerking kwamen voor een specifieke uitkering op grond van de Regeling specifieke uitkeringen stedelijke en provinciale programma’s cultuurbereik. Daarmee wordt voor dit jaar uitvoering gegeven aan de bestuursovereenkomst Versterking cultuureducatie in het primair onderwijs tussen IPO, VNG en OCW. Hiermee worden deze gemeenten en provincies onder meer ondersteund in het ontwikkelen van een goede culturele bemiddelings- en netwerkstructuur voor scholen in het primair onderwijs. Daarnaast biedt het extra budget een eerste aanzet voor het vormgeven van een geleidelijke aanpak, waarlangs scholen in het primair onderwijs met behulp van deze middelen hun visie op cultuureducatie binnen hun school gaan ontwikkelen en verdiepen.

Deze kaders voor de specifieke uitkering zijn in de bovenstaande bestuursovereenkomst vastgelegd. Gelet op deze kaders is het niet meer zinvol om gemeenten en provincies ook nog een aanvraag te laten indienen.

De specifieke uitkering wordt ambtshalve toegekend door middel van een beschikking.

Omdat bovengenoemde overeenkomst ondersteunend is aan de regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs die ten behoeve van de scholen op 25 februari 2004 is gepubliceerd in het Gele Katern van OCW is het van belang dat gemeenten en provincies al in 2004 het extra budget krijgen toegekend. Dit budget is, onder andere, bedoeld voor de ondersteuning van de 10% van de scholen die bij aanvang van het schooljaar 2004–2005 deelnemen aan de regeling.

Verantwoording

Op de financiële verantwoording van de verstrekte uitkering is artikel 47 van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen van toepassing. Dit artikel bepaalt dat binnen tien maanden na afloop van het jaar waarin een specifieke uitkering is toegekend de gemeente of de provincie een verklaring overlegt van de accountant – of wanneer de uitkering minder dan € 113.445 bedroeg een verklaring van gedeputeerde staten of burgemeester en wethouders – waaruit blijkt in hoeverre de toegekende specifieke uitkering is besteed ten behoeve van het doel waarvoor zij was bestemd. Dit betekent dat deze verklaring uiterlijk 1 oktober 2005 in het bezit van OCW dient te zijn.

Artikel 45 van het Bekostigingsbesluit cultuuruitingen bepaalt dat de gemeente of de provincie binnen zes maanden het beleidsinhoudelijke verslag over de activiteiten waarvoor een uitkering is verstrekt aan de minister van OCW zendt. Om de administratieve lasten voor de gemeente of de provincie zo beperkt mogelijk te houden, zal ik eenmalig op basis van artikel 49 van het bekostigingsbesluit afwijken van de indieningstermijn, bedoeld in artikel 45, van dit besluit. De financiële verantwoording en het beleidsinhoudelijke verslag dienen dan uiterlijk 1 oktober 2005 ingediend te worden.

Blik op de toekomst

Ook ten behoeve van de schooljaren 2005–2006 en 2006–2007 kunnen gemeenten en provincies middels een nog te publiceren regeling in aanmerking komen voor extra budget voor de versterking van cultuureducatie in het primair onderwijs. Hiervoor geldt hetzelfde beleidskader als voor de specifieke uitkering 2004. De aanvraagprocedure loopt wat betreft systematiek parallel aan die voor het Actieplan Cultuurbereik en de geldstroom Beeldende Kunst en Vormgeving. Zoals aangekondigd in de beleidsbrief ‘Meer dan de Som’ zullen de procedures voor het aanvragen en verantwoorden van deze drie uitkeringen voor de periode 2005–2008 worden vereenvoudigd.

Vanaf het schooljaar 2006–2007 zullen de extra budgetten voor gemeenten en provincies worden opgenomen in de lumpsum financiering voor het primair onderwijs.

Naar boven