Wijziging Regeling vaststelling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 juli 2004, nr. TRCJZ/2004/4847, tot wijziging van de regeling tot vaststelling van diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op artikel 3, derde lid, van de Kaderwet LNV-subsidies;

Gelet op artikel 4 en 17 van de Regeling draagvlak natuur;

Besluit:

Artikel I

De regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 mei 2004, nr TRCJZ/2004/4063, tot vaststelling van diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6

1. Voor de aanvraagperiode, genoemd in artikel 7, eerste lid, van de Regeling draagvlak natuur, bedraagt het subsidieplafond voor het jaar 2004 voor aanvragen van projecten op grond van die regeling € 1.000.000,–.

2. Het bedrag, genoemd in het eerste lid, wordt als volgt verdeeld over de in artikel 16 van de Regeling draagvlak natuur genoemde doelstellingen:

a. voor de doelstelling, genoemd in onderdeel a: € 400.000,–;

b. voor de doelstelling, genoemd in onderdeel b: € 200.000,–;

c. voor de doelstelling, genoemd in onderdeel c: € 200.000,–;

d. voor de doelstelling, genoemd in onderdeel d: € 200.000,–.

B

Na artikel 6 worden vier nieuwe artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 7

Voor de projecten, genoemd in artikel 6, worden voor de aanvraagperiode voor het jaar 2004 de volgende thema’s, bedoeld in artikel 17 van de Regeling draagvlak natuur, vastgesteld:

a. realisatie en beheer van natuur;

b. ontwikkeling van landschap;

c. bescherming biodiversiteit;

d. groen in en om stad en dorp;

e. vermaatschappelijking en participatie;

f. kennisprocessen voor natuur.

Artikel 8

Voor de aanvraagperiode, genoemd in artikel 7, eerste lid, van de Regeling draagvlak natuur, bedraagt het subsidieplafond voor het jaar 2004 voor aanvragen van programma’s op grond van die regeling € 1.000.000,–.

Artikel 9

Voor de aanvraagperiode, genoemd in artikel 11 van het Besluit ontwikkeling van landschappen, bedraagt het subsidieplafond voor subsidies op grond van dat besluit voor het jaar 2004 € 815.000,–.

Artikel 10

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 augustus 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:Directeur-Generaal,
R.M. Bergkamp.

Toelichting

Met de onderhavige wijziging van de regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 mei 2004, nr TRCJZ/2004/4063, tot vaststelling van diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden, wordt het subsidieplafond vastgesteld voor het begrotingsjaar 2004 voor respectievelijk de Regeling draagvlak natuur en het Besluit ontwikkeling van landschappen. Tevens wordt een citeertitel geïntroduceerd voor de regeling. Deze komt te luiden: Regeling diverse subsidieplafonds en aanvraagperioden LNV (artikel 10).

Op grond van artikel 7 van de Regeling draagvlak natuur (hierna: RDN) kunnen aanvragen voor subsidie worden ingediend in de periode van 1 augustus tot 1 september. In het nieuwe artikel 6 van de Regeling diverse subsidieplafonds LNV wordt het subsidieplafond voor de projecten vastgesteld op € 1.000.000,– en uitgesplitst naar de vier, in artikel 16 van de RDN, genoemde doelstellingen. Dit nieuwe artikel 6 vervangt het bestaande artikel 6 van de onderhavige regeling, dat de inmiddels uitgewerkte inwerkingtredingsbepaling van de regeling bevatte.

In artikel 7 van de onderhavige regeling worden zes nieuwe thema’s vastgesteld voor de RDN. Ingevolge artikel 20, onderdeel c, van de RDN worden projecten die bij deze thema’s aansluiten hoger gerangschikt bij de subsidieverlening. De nieuwe thema’s vervangen de vijf thema’s uit voorgaande jaren: groots natuurlijk, nat natuurlijk, landelijk natuurlijk, stedelijk natuurlijk en kennis natuurlijk. De zes nieuwe thema’s, die meer maatschappelijk georiënteerd dan de vijf thema’s van de afgelopen jaren, zijn gebaseerd op de speerpunten van het LNV-beleidsprogramma 2004–2007 ‘Vitaal en samen’, dat is opgenomen in de LNV-begroting 2004 (Kamerstukken II 2003/04, 29 200 XIV, nr. 2) en sluiten aan bij de Agenda Vitaal Platteland (Kamerstukken II 2003/04, 29 576, nr. 1). In het onderstaande worden de zes nieuwe thema’s toegelicht.

a. Realisatie en beheer van natuur

Dit thema is, net als het thema ‘Groots Natuurlijk’, gericht op de bevordering van de totstandkoming, instandhouding, beheer en kwaliteitsverbetering van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), met daarbij de nationale parken, en de robuuste verbindingen. In de projecten komt tot uitdrukking dat de komende jaren het accent geleidelijk zal verschuiven van grondaankoop naar beheer en dat, naast natuurbeherende organisaties, agrarische en particuliere beheerders en andere overheden, nadrukkelijk partner zijn geworden in het proces.

b. Ontwikkeling van (natuurlijk) landschap

Dit thema, is net als het thema Landelijk Natuurlijk, gericht op bevordering van de kwaliteit en identiteit van het landelijk gebied buiten de natuurgebieden. In de Nota Ruimte zijn kernkwaliteiten geformuleerd voor behoud en ontwikkeling van landschapskwaliteiten en voor de 20 Nationale Landschappen. In de Agenda voor een Vitaal Platteland is aangegeven dat overheden, maatschappelijke organisaties en beheerders zullen worden betrokken bij de uitwerking van deze kernkwaliteiten. Het moet daarom gaan om projecten die partijen mobiliseert om invulling te geven aan de ontwikkeling van (natuurlijk) landschap.

c. Bescherming biodiversiteit

Dit thema is nieuw en betreft de (wettelijke) bescherming van de bestaande natuur en natuurlijke hulpbronnen. Het gaat daarbij om projecten die op korte of lange termijn, direct of indirect, een bijdrage leveren aan de bescherming van de biodiversiteit.

d. Groen in en om stad en dorp

Net als het thema ‘Stedelijk Natuurlijk’ behelst dit thema de natuur in en om de stad. Het gaat bij dit nieuwe thema echter om projecten die erop gericht zijn mensen te laten kennismaken en gebruik maken van de nabije natuur, maar ook om gevoel voor natuurwaarde ontwikkelen.

e. Vermaatschappelijking en participatie

Dit nieuwe thema ziet erop dat ook andere partijen dan de overheid zich verbonden gaan voelen met en (financieel) verantwoordelijk gaan voelen voor de natuur. Het gaat daarbij om projecten, die eraan bijdragen dat partijen hiertoe geprikkeld worden.

f. Kennisprocessen voor natuur

Net als het thema ‘Kennis Natuurlijk’ betreft dit thema de ondersteuning van het natuurbeleid door een betere benutting van kennis. Het gaat daarbij om projecten die zich specifiek richten op het vormgeven van al dan niet voorwaardenscheppende kennisprocessen.

In artikel 8 van de onderhavige regeling wordt het subsidieplafond voor programma’s op grond van de RDN vastgesteld op € 1.000.000,–. Ingevolge artikel 2 van de RDN worden subsidies voor programma’s verstrekt ter vergroting van de betrokkenheid van maatschappelijke partijen bij natuur en natuurbeleid door het uitwisselen van kennis en ideeën over natuur en de verbreding van de resultaten van eerder uitgevoerde projecten.

Voor de aanvraagperiode van 1 september tot en met 31 december 2004 wordt in artikel 9 van de onderhavige regeling het subsidieplafond voor het Besluit ontwikkeling van landschappen vastgesteld op € 815.000,–.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de minister genomen besluit:Directeur-Generaal,

R.M. Bergkamp

  • 1

    Stcrt. 2004, 100.

Naar boven