Examenreglement veiligheidsmanager 2004

30 juni 2004

Nr. EB2004/67927

DGOOV/R&B/BJZ

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 15 van de Brandweerwet 1985;

Besluit:

Artikel 1

In deze ministeriële regeling wordt verstaan onder:

a. de minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

b. het bestuur: het bestuur van het Nederlands bureau brandweerexamens, genoemd in artikel 18g, eerste lid, van de Brandweerwet 1985;

c. de opleiding: de opleiding veiligheidsmanager, bedoeld in artikel 1, sub b, onder 5 van het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen;

d. de module: elke onderwijseenheid over een samenhangend deel van de leerstof, die zowel presentatie, verwerking als toetsing omvat en die flexibel programmeerbaar is in het systeem, waarvan het een onderdeel is;

e. het module-examen: elk examen ter afsluiting van een module;

f. de eindopdracht: de opdracht, bedoeld in artikel 26;

g. het studiepunt: de eenheid, waarin de omvang van de module wordt uitgedrukt en die gemiddeld tien contact- of zelfstudie-uren vertegenwoordigt;

h. de vrijstelling: een door het bestuur afgegeven verklaring, inhoudende dat de kandidaat voor de betreffende module over de vereiste kennis en vaardigheden beschikt.

Artikel 2

De opleiding bestaat uit 21 modulen:

a. fysieke veiligheid (verplichte module);

b. management van grote projecten (verplichte module);

c. veiligheidsbeleid (verplichte module);

d. recht (verplichte module);

e. proactie en risicoanalyse (verplichte module);

f. brandpreventie I (verplichte module);

g. leiderschap en leidinggeven (keuze module);

h. strategisch management (keuze module);

i. kwaliteitszorgsystemen (keuze module);

j. advisering (keuze module);

k. onderhandeling en conflictbeheersing (keuze module);

l. industriële veiligheid (keuze module);

m. transportveiligheid (keuze module);

n. gevaarlijke stoffen (keuze module);

o. veiligheid bij meervoudig ruimtegebruik (keuze module);

p. bedrijfsnoodorganisaties (keuze module);

q. arbeidsveiligheid bedrijfshulpverleners (keuze module);

r. NBC veiligheid en terreur (keuze module);

s. publieks- en evenementenveiligheid (keuze module);

t. brandpreventie II (keuze module);

u. handhavingsbeleid en integrale handhaving (keuze module).

Artikel 3

1. De module fysieke veiligheid omvat 4 studiepunten.

2. De module management van grote projecten omvat 6 studiepunten.

3. De module veiligheidsbeleid omvat 6 studiepunten.

4. De module recht omvat 6 studiepunten.

5. De module proactie en risicoanalyse omvat 6 studiepunten.

6. De module brandpreventie I omvat 6 studiepunten.

7. De module leiderschap en leidinggeven omvat 4 studiepunten.

8. De module strategisch management omvat 3 studiepunten.

9. De module kwaliteitszorgsystemen omvat 3 studiepunten.

10. De module advisering omvat 3 studiepunten.

11. De module onderhandeling en conflictbeheersing omvat 3 studiepunten.

12. De module industriële veiligheid omvat 3 studiepunten.

13. De module transportveiligheid omvat 3 studiepunten.

14. De module gevaarlijke stoffen omvat 3 studiepunten.

15. De module veiligheid bij meervoudig ruimtegebruik omvat 3 studiepunten.

16. De module bedrijfsnoodorganisaties omvat 3 studiepunten.

17. De module arbeidsveiligheid bedrijfshulpverleners omvat 3 studiepunten.

18. De module NBC veiligheid en terreur omvat 3 studiepunten.

19. De module publieks- en evenementenveiligheid omvat 3 studiepunten.

20. De module brandpreventie II omvat 3 studiepunten.

21. De module handhavingsbeleid en integrale handhaving omvat 3 studiepunten.

Artikel 4

Tot de module-examens bedoeld in artikel 2 wordt toegelaten degene die in het bezit is van:

a. een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd afsluitend examen van een opleiding die is verbonden aan een instelling voor hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of

b. een overeenkomstig getuigschrift, dat respectievelijk is verkregen, of op grond van artikel 16.2, eerste lid, van voornoemde wet kan worden geacht te zijn verkregen, op grond van voornoemde wet, dan wel een daaraan naar het oordeel van het bestuur gelijkwaardig getuigschrift of diploma van een met goed gevolg afgelegd, of

c. afsluitend examen van een andere opleiding, of

d. 1. het diploma hoofdbrandmeester, bedoeld in artikel 10 van het Examenreglement hoofdbrandmeester 1993, of een daaraan in de Gelijkstellingsregeling brandweeropleidingen als gelijkwaardig aangemerkt diploma; en

2. in het bezit is van het certificaat van of de vrijstelling voor de keuze-module basisveiligheidsmanagement, bedoeld in artikel 2, onderdeel d van het Examenreglement hoofdbrandmeester 1993.

Artikel 5

Het module-examen fysieke veiligheid bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel A van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 6

Het module-examen management van grote projecten bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel B van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 7

Het module-examen veiligheidsbeleid bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel C van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 8

Het module-examen recht bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel D van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 9

Het module-examen proactie en risicoanalyse bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel E van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 10

Het module-examen brandpreventie I bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel F van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 11

Het module-examen leiderschap en leidinggeven bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel G van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 12

Het module-examen strategisch management bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel H van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 13

Het module-examen kwaliteitszorgsystemen bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel I van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 14

Het module-examen advisering bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel J van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 15

Het module-examen onderhandeling en conflictbeheersing bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel K van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 16

Het module-examen industriële veiligheid bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel L van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 17

Het module-examen transportveiligheid bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel M van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 18

Het module-examen gevaarlijke stoffen bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel N van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 19

Het module-examen veiligheid bij meervoudig ruimtegebruik bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel O van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 20

Het module-examen bedrijfsnoodorganisaties bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel P van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 21

Het module-examen arbeidsveiligheid bedrijfshulpverleners bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel Q van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 22

Het module-examen NBC veiligheid en terreur bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel R van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 23

Het module-examen publieks- en evenementenveiligheid bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel S van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 24

Het module-examen brandpreventie II bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel T van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 25

Het module-examen handhavingsbeleid en integrale handhaving bestaat uit het uitvoeren van opdrachten met betrekking tot de onderwerpen genoemd in deel U van de bij deze ministeriële regeling behorende bijlage.

Artikel 26

1. De eindopdracht behelst het doen van onderzoek naar- en schrijven van een rapport over een onderwerp naar keuze, dat wordt beschouwd vanuit de invalshoeken van vijf van de modulen, genoemd in artikel 2 onderdelen g tot en met u, alsmede het tegenover de examencommissie verdedigen van dit rapport.

2. Tot de eindopdracht wordt toegelaten de kandidaat die de module-examens, bedoeld in artikel 2, onderdelen a tot en met f, en vijf van de keuzemodulen, bedoeld in artikel 2, onderdelen g tot en met u, heeft behaald, dan wel voor één of meer van die modulen vrijstelling heeft gekregen.

Artikel 27

Het diploma veiligheidsmanager wordt op advies van het bestuur door de minister afgegeven aan degene die voor de eindopdracht, bedoeld in artikel 26, ten minste een voldoende heeft behaald.

Artikel 28

Artikel 4 is niet van toepassing op diegenen die de opleiding zijn gestart in 2003.

Artikel 29

1. Het Algemeen brandweerexamenreglement 1994 is van toepassing met dien verstande dat:

a. in artikel 1, onderdeel j, van het Algemeen brandweerexamenreglement 1994 ‘het module-examen’ moet worden gelezen als: elk examen ter afsluiting van een module;

b. in artikel 4, eerste en vierde lid, en artikel 5, eerste en tweede lid, van het Algemeen brandweerexamenreglement 1994 telkens voor het ‘module-examen wordt gelezen: het module-examen en de eindopdracht, bedoeld in artikel 26 van het Examenreglement veiligheidsmanager 2004.

2. In de door het bestuur vast te stellen handleiding voor de examinering

van de opleiding worden ten aanzien van de module-examens en de eindopdracht regels gegeven voor de wijze van examineren, de wijze van waarderen, de geldigheidsduur van behaalde resultaten, en alle overige onderwerpen die van belang zijn.

Artikel 30

Deze regeling wordt aangehaald als: Examenreglement veiligheidsmanager 2004.

Artikel 31

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Bijlage

Deel A, examenprogramma module fysieke veiligheid

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: fysieke veiligheid

1. Inzicht hebben in de taken en bevoegdheden van de veiligheidsmanager.

2. Inzicht hebben in de plaats van de veiligheidsmanager in zijn organisatie.

3. Inzicht hebben in de relevante gesprekspartners voor de veiligheidsmanager voor de diverse aspecten van de veiligheidsketen.

4. Inzicht hebben in het functioneren van de diverse organisaties in de veiligheidsketen: brandweer, GHOR, politie, gemeentebestuur.

Deel B, examenprogramma module management grote projecten

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: management grote projecten

1. Inzicht hebben in de aard, mate en soort complexiteit die speelt bij grote projecten.

2. Met behulp van geëigende instrumenten complexiteit inzichtelijk kunnen maken bij grote projecten.

3. Op basis van geëigende strategieën kunnen omgaan met complexiteit bij grote projecten.

4. Beheersen van de grondbeginselen van effectief projectmanagement.

Deel C, examenprogramma module veiligheidsbeleid

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: veiligheidsbeleid

1. Kennis hebben van de inrichting en het functioneren van het (decentrale) openbaar bestuur.

2. Inzicht hebben in de beleidscyclus en beleidsinstrumentering in het algemeen.

3. Inzicht hebben in de beleidsinstrumentering van het integrale veiligheidsbeleid in het bijzonder.

4. Inzicht hebben in de specifieke besluitvorming binnen het fysieke veiligheidsbeleid.

5. Inzicht hebben in de samenhang tussen sociale veiligheid en fysieke veiligheid.

Deel D, examenprogramma module recht

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: recht

1. Inzicht hebben in het staats- en bestuursrecht en het bestuursprocesrecht.

2. Kennis hebben van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en daarmee samenhangende rechtsgebieden.

3. Kennis hebben van wetgeving inzake crisisbeheersing en rampenbestrijding.

4. Inzicht hebben in de wet- en regelgeving op het gebied van fysieke veiligheid.

5. In staat zijn juridische aspecten van veiligheid te onderkennen en te kunnen plaatsen in het relevante rechtsgebied.

6. Kennis hebben van de voornaamste juridische vragen die spelen op het gebied van veiligheid.

Deel E, examenprogramma module proactie en risicoanalyse

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: proactie en risicoanalyse

1. Inzicht hebben in de methoden van kwantitatieve risicoanalyse.

2. Inzicht hebben in methoden van deterministische analyse.

3. Beheersen van technieken voor het analyseren (voorspellen) en oplossen van veiligheidsproblemen via ontwerp en management (herkennen en bestrijden).

4. In staat zijn rapportages van incidentanalyses te bestuderen en daar lering uit te trekken voor toekomstige projecten en de eigen organisatie.

Deel F, examenprogramma module brandpreventie I

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: brandpreventie I

1. Kennis hebben van de totstandkoming van alsmede de structuur en partners rondom de wet- en regelgeving inzake brandpreventie.

2. Inzicht hebben in de wijze waarop de uitvoering van de brandpreventieve taken georganiseerd kunnen worden.

3. Inzicht hebben in de beleidsvrijheden die de regelgeving biedt en op welke wijze daar invulling aan gegeven kan worden.

4. Kennis hebben van de actuele stand van zaken rondom de brandveiligheid in Nederland.

Deel G, examenprogramma module advisering

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: advisering

1. Kan op effectieve wijze adviezen opstellen, die afgestemd zijn op situationele factoren.

2. Beheerst de diverse rollen die een adviseur kan aannemen.

3. Beheerst de geëigende instrumenten om gefundeerde adviezen te ontwikkelen.

Deel H, examenprogramma module onderhandeling en conflictbeheersing

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: onderhandeling en conflictbeheersing

1. Beheersen van onderhandelingsstrategieën.

2. Kunnen omgaan met conflictsituaties.

Deel I, examenprogramma module Kwaliteitszorg(systemen)

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: Kwaliteitszorg(systemen)

1. Inzicht hebben in de filosofie, instrumentering en operationalisering van integrale kwaliteitszorg.

2. Kennis hebben van de actualiteit van kwaliteitszorg bij brandweer en rampenbestrijding.

3. Integrale kwaliteitszorg als leidende besturingsfilosofie op hoofdlijnen kunnen toepassen.

4. Het INK-model en de daarin begrepen instrumenten op hoofdlijnen kunnen toepassen.

Deel J, examenprogramma module leiderschap en leidinggeven

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: leiderschap en leidinggeven

1. Inzicht hebben in de verschillende stijlen van leidinggeven en in welke situaties welke stijl van leidinggeven passend is.

2. Het verschil weten tussen strategisch leiderschap en tactisch en operationeel leidinggeven.

Deel K, examenprogramma module strategisch management

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: strategisch management

1. Inzicht hebben in de totstandkoming van een organisatiestrategie en de rol die het hoger management daarin speelt.

2. Inzicht hebben in methoden van omgevingsanalyse en strategie-ontwikkeling.

3. Inzicht hebben in het operationaliseren van strategie, in het opereren in beleidsnetwerken en in de verhouding tussen hoger management en bestuur.

Deel L, examenprogramma module industriële veiligheid

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: industriële veiligheid

1. Inzicht hebben in de relevante wet- en regelgeving voor het beheersen van industriële risico’s.

2. Beheersen van analysemethoden en beleidsinstrumenten voor het omgaan met (rest)risico’s in de industrie.

Deel M, examenprogramma module transportveiligheid

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: transportveiligheid

1. Inzicht hebben in risico’s die samenhangen met het transporteren van goederen en personen over de weg, spoor, binnenvaart en buisleidingen.

2. Inzicht hebben in de actuele beleidsontwikkeling met betrekking tot verkeer en vervoer in Nederland.

3. In staat zijn elementaire parameters in risico analyses voor transport van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor, het water en door buisleidingen te benoemen vergelijkbare risicoanalyses uit te kunnen voeren.

Deel N, examenprogramma module gevaarlijke stoffen

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: gevaarlijke stoffen

1. Vanuit alle schakels van de veiligheidsketen inzicht hebben in de veiligheidsaspecten bij de opslag, het vervoer en het gebruik van gevaarlijke stoffen.

2. Inzicht hebben in relevante wetgeving, beleidsinstrumenten en analysemethoden.

3. Inzicht hebben in interne en externe veiligheid en in de aard en gevolgen van gevaarlijke situaties.

4. Inzicht hebben in de mogelijkheden en beperkingen van preventieve en repressieve maatregelen, preventieve voorzieningen en hulpverleningsmaterieel.

Deel O, examenprogramma module veiligheid bij meervoudig ruimtegebruik

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: veiligheid bij meervoudig ruimtegebruik

1. In staat zijn risicobeïnvloedende mechanismen (interacties) te benoemen ten gevolge van meervoudig ruimtegebruik.

2. In staat zijn interacties uit te werken in scenario’s voor projecten gekenmerkt door meervoudig ruimtegebruik.

3. Inzicht hebben in de actuele beleidsontwikkeling met betrekking tot de veiligheidseffectrapportage (VER).

4. In staat zijn de processtappen in een VER te benoemen en te ontwikkelen.

5. In staat zijn de actoren in een VER te benoemen en hun belangen te doorgronden.

6. In staat zijn de hoofdlijnen van een aantal VER’s te interpreteren.

Deel P, examenprogramma module bedrijfsnoodorganisaties

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: bedrijfsnoodorganisaties

1. Inzicht hebben in de bedrijsnoodorganisatie voor wat betreft de regelgeving c.q. beleid.

2. Inzicht hebben in de Arbowet en Risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E).

3. Kan bedrijfsnoodorganisatie in een organisatie positioneren.

4. Kan de opbouw van een bedrijfsnoodorganisatie beoordelen.

5. Kan een integrale werkmethodiek (stappenplan) toepassen voor het opzetten en beoordelen van een bedrijfsnoodorganisatie.

Deel Q, examenprogramma module arbeidsveiligheid hulpverleners

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: arbeidsveiligheid hulpverleners

1. Kennis hebben over arbeidsveiligheid, risico, gevaar, beheersing etc. in het kader van operationele organisaties met betrekking tot gedrag, techniek en organisatie, waaronder modellen om naar veiligheidsbeheersing te kijken.

2. Inzicht hebben in de relatie tussen organisatiecultuur en safetyculture.

Deel R, examenprogramma module publieks- en evenementenveiligheid

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: publieks- en evenementenveiligheid

1. Beheersen van de methode voor risicoanalyse en beoordeling van veiligheidsmaatregelen.

2. Inzicht hebben in de verhouding tussen publieke en private partijen en tussen publieksveiligheid en arbeidsveiligheid.

Deel S, examenprogramma module Nucleaire, biologische en chemische (NBC) veiligheid en terreur

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: Nucleaire, biologische en chemische (NBC); veiligheid en terreur

1. Inzicht hebben in de risico’s van nucleaire, biologische en chemische stoffen en het misbruik hiervan ten behoeve van terreur.

2. Inzicht hebben in de manier waarop preventieve maatregelen verkend en beoordeeld kunnen worden.

Deel T, examenprogramma module brandpreventie II

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: brandpreventie II

1. Kunnen oplossen van moeilijke brandpreventieve vraagstukken aan de hand van bouwregelgeving.

2. Inzicht hebben in ontwikkelingen binnen brandpreventie.

Deel U, examenprogramma module handhavingsbeleid en integrale handhaving

OPLEIDINGSNIVEAU: veiligheidsmanager

MODULE: handhavingsbeleid en integrale handhaving

1. Inzicht hebben in de organisatorische, juridische en bestuurlijke aspecten bij de handhaving van brandveiligheid.

2. Kennis hebben van het bestuursrechtelijk instrumentarium.

3. Inzicht hebben in de (on)⁠mogelijkheden van integrale handhaving van brandveiligheidsvoorschriften, bouw- en milieuvoorschriften.

Toelichting

Met de wijziging van het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen (Stb.2003, 227) van 22 mei 2003 is onder meer de aanvullende opleiding veiligheidsmanager opgenomen. De reden op de opleiding veiligheidsmanager op te nemen in het Besluit is dat het een functie betreft waarbij het leidinggevende aspect van de functionaris een rol speelt en die meer bepalend wordt geacht voor de kwaliteit van het functioneren van de organisatie dan andere functies.

Door het opnemen van de opleiding in het Besluit wordt deze afgesloten met een rijksexamen. In artikel 15 van de Brandweerwet 1985 staat dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor de opleidingen die zijn opgenomen in het Besluit rijksexamen brandweeropleidingen een examenreglement vaststelt.

Een aanbeveling van de commissie Oosting naar aanleiding van het onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede is dat de brandweerkorpsen volgens vaste praktijk betrokken zouden moeten worden bij gemeentelijke processen van vergunningverlening, opdat de brandweer adequater preventieve en preparatieve voorzieningen kan treffen. Deze aanbevelingen zijn opgenomen in actiepunt 34 van het Kabinetsstandpunt Enschede: Stimuleren van de uitbreiding van de capaciteit en deskundigheid bij de regionale brandweren op het gebied van pro-actie en preventie, onder andere ten behoeve van advisering bij vergunningverlening. Hiertoe is in 2001 bij het ministerie van BZK het Project Versterking Proactie Preventie (PVPP) van start gegaan.

Eén van de doelstellingen van het project was het totaal aantal beschikbare personen voor hoogwaardige proactie- en preventie-functies uit te breiden. Daarnaast richtte het project zich op de verdieping en uniformering van kennis bij functionarissen op het gebied van proactie en preventie. BZK heeft het Nederlands instituut voor brandweer en rampenbestrijding (Nibra) de opdracht gegeven een opleiding tot veiligheidsmanager te ontwikkelen. De opleiding veiligheidsmanager richt zich op een drietal functies binnen de regionale brandweer: de regionale veiligheidsmanager, de districts veiligheidsmanager en de veiligheidsconsultant.

De eisen die in de praktijk aan de veiligheidsmanager en de veiligheidsconsulent gesteld worden, betreffen ook de wijze van opleiden. De inhoud van de opleiding en de werkvormen die gebruikt worden zijn toegesneden op het niveau van de doelgroep. Deze aangepaste vorm van opleiden is terug te vinden in het Examenreglement veiligheidsmanager 2004. De examinering is geïntegreerd in de opleiding. De kandidaten krijgen tijdens de opleiding opdrachten die moeten worden uitgevoerd. Daarnaast kent de opleiding veiligheidsmanager, in afwijking van de meeste andere opleidingen in de modulaire opleidingsstructuur, als afsluiting een eindopdracht, in de vorm van het doen van onderzoek en het schrijven van een rapport over een onderwerp dat wordt beschouwd vanuit vijf van de keuze-modulen. Welke vijf modulen dit zijn, wordt bepaald door de keuze die wordt gemaakt uit de verschillende studierichtingen, zoals beschreven in het cursusprogramma. Op deze manier kan het geleerde integraal getoetst worden. Als gevolg van deze wijze van examineren zijn sommige bepalingen uit het Algemeen brandweerexamenreglement 1994 buiten toepassing gelaten dan wel in aangepaste vorm van toepassing verklaard.

De leerdoelen die in de bijlage bij dit examenreglement zijn opgenomen bevatten een beschrijving van de exameneisen waaraan de kandidaat moet voldoen om de modulen met succes te kunnen afronden.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven