Wijziging subsidieplafond Uitvoeringsregeling BSE-2003 OTC
Regeling van de Minister van Economische Zaken van 4 juli 2004, nr. WJZ 4043594, houdende wijziging van het subsidieplafond op grond van het Besluit subsidies energieprogramma’s
De Minister van Economische Zaken;
Gelet op artikel 5 van het Besluit subsidies energieprogramma’s;
Besluit:
Artikel I
De Uitvoeringsregeling BSE-2003 Ondersteuning Transitie-Coalities wordt als volgt gewijzigd:
In bijlage 1, behorende bij artikel 2, eerste lid, onderdeel E, wordt ‘€ 3 000 000’ vervangen door: € 4 806 364.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 4 juli 2004.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.
Toelichting
1. Algemeen
In 2001 werd in de nota Energie Onderzoek Strategie (hierna: EOS) het beleidsvoornemen tot stroomlijnen van de bestaande subsidieregelingen voor energieonderzoek gepresenteerd. Nadien is gewerkt aan de nadere uitwerking van een nieuw EOS-instrumentarium dat het hele terrein van energieonderzoek omvat. Deze uitwerking heeft geresulteerd in twee nieuwe onderzoeksinstrumenten, te weten een algemene maatregel van bestuur voor lange termijn onderzoek en een algemene maatregel van bestuur voor demonstratieprojecten. Deze nieuwe instrumenten zullen naar verwachting in de tweede helft van 2004 in het Staatsblad worden gepubliceerd en in werking treden. Het ligt in het voornemen de essentie van de Uitvoeringsregeling BSE-2003 Ondersteuning Transitie-Coalities (hierna: OTC) onderdeel te laten uitmaken van het instrument voor demonstratieprojecten.
De OTC is op 18 december 2003 gepubliceerd in de Staatscourant1 . Bij ministeriële regeling van 10 mei 2004 is het subsidieplafond verhoogd tot 3 000 000 euro2 . Doel van de OTC is het bevorderen van haalbaarheidsprojecten ter voorbereiding van transitie-experimenten die een bijdrage leveren aan de overgang naar een duurzame energiehuishouding. Een transitie-experiment wordt gekenmerkt door het feit dat de deelnemers, zoals bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en overheid vanaf het begin actief zijn betrokken. Zij vormen tezamen een samenwerkingsverband: de transitie-coalitie. De OTC is overtekend. Om ook de overige projectvoorstellen te kunnen honoreren is extra budget nodig. De onderhavige regeling strekt ertoe het subsidieplafond te verhogen tot € 4 806 364.
2. Administratieve lasten
2.1 Algemeen
In 2004 werden 70 aanvragen verwacht. Door het subsidieplafond opnieuw te verhogen zullen het er 107 worden. Gezien de doelstelling en de eisen van de OTC zullen de subsidieaanvragers samenwerkingsverbanden zijn, bestaande uit ten minste twee natuurlijke personen of rechtspersonen. In totaal zullen 300 tot 375 bedrijven betrokken zijn.
2.2 Informatieverplichtingen
Er is een verplichting tot het opleveren van een eindrapport. Deze verplichting maakt echter integraal onderdeel uit van het project en is dientengevolge daarin ook opgenomen. Projecten duren maximaal zes maanden. Drie maanden na aanvang van het project moet een schriftelijke voortgangsrapportage worden opgeleverd. Benodigde tijd 1 uur. Deze verplichtingen zullen aan de samenwerkingsverbanden worden opgelegd.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat na honorering van de subsidieaanvraag de uitvoerder gedurende de looptijd van het project een sluitende urenadministratie zal moeten voeren. Dit kan afhankelijk van de situatie 1 uur per maand kosten. Deze administratie geldt echter niet exclusief voor dit project en leidt dit in het merendeel van de gevallen niet tot verzwaring van de administratieve lasten. Aangenomen wordt dat voor 10% van de projecten een extra last ontstaat. Deze last komt ten laste van de bedrijven die participeren in samenwerkingsverbanden. Aangezien sommige bedrijven deelnemen aan verschillende samenwerkingsverbanden zal het voeren van een sluitende urenadministratie voor het eerste project verhoudingsgewijs de meeste extra lasten met zich meebrengen.
Wat betreft de informatieplicht geldt tenslotte dat bij de aanvraag een recent jaarverslag moet worden ingediend. Deze verplichting geldt voor de individuele bedrijven.
De administratieve lasten waarvan hierboven gewag is gemaakt, worden door de ophoging van het subsidieplafond niet gewijzigd.
De Minister van Economische Zaken,
L.J. Brinkhorst