Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000

Besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 7 juli 2004, nummer 2004/41, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 (Staatsblad 2000, 495), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Staatsblad 2000, 497) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Staatscourant 2001, nr. 10);

Besluit:

Artikel I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het normbedrag is de toepasselijke Wwb-norm inclusief vakantiegeld.

Wwb t.b.v. Vw

Per 1 juli 2004 zijn er nieuwe bijstandsnormen vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De normbedragen, die van belang zijn voor de toetsing aan het middelenvereiste in het kader van de Vreemdelingenwet 2000, luiden met ingang van die datum als volgt:

 

Wwb-norm per maand

70% van de Wwb-norm per maand

vakantie-uitkering

per maand. excl. vakantie-toeslag

70 % van de Wwb-norm per maand excl. vakantietoeslag

Echtparen of ongehuwd samenwonenden

€ 1.151,82

€ 806,27

€ 52,98

€ 1.098,84

€ 753,29

      

Alleenstaande ouders

€ 806,27

€ 564,39

€ 37,09

€ 769,18

€ 527,30

      

Alleenstaanden

€ 575,91

€ 403,14

€ 26,49

€ 549,42

€ 376,65

Leeftijd

Bovengenoemde normen gelden, voor wat betreft de toetsing aan het middelenvereiste in de zin van de Vreemdelingenwet 2000, voor alle leeftijdscategorieën. De grondslag hiervoor is neergelegd in art. 3.74 Vreemdelingenbesluit 2000.

Vakantietoeslag

In de bijstandsuitkering is een vakantie-uitkering begrepen van 4,6% (norm voor 2004) van de uitkering. Dit is een netto bedrag.

In art. 3.74 Vreemdelingenbesluit 2000 en hoofdstuk B1/2.2.3.1 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt vermeld dat vakantiegeld als bestanddeel van inkomen kan worden meegerekend. De hoogte van het vakantiegeld voor werknemers is slechts gebonden aan een wettelijk minimum, namelijk 8% van het bruto-maandsalaris. Dit is een bruto bedrag. In CAO-besprekingen kan worden onderhandeld over een hoger percentage vakantiegeld voor de werknemer.

Een werknemer zal in veel gevallen netto op een hoger bedrag vakantiegeld uitkomen dan de vakantie-uitkering in de bijstandsuitkering. Het kan dus voorkomen dat een werknemer zonder vakantiegeld onder de bijstandsnorm uitkomt, terwijl hij met vakantiegeld wel aan de norm voldoet.

Berekening

Het is slechts zinvol om het netto vakantiegeld op maandbasis te berekenen, indien het inkomen waarbij het vakantiegeld niet wordt meegerekend uitkomt onder de Wwb-norm zonder vakantiegeld voor de desbetreffende categorie. Het vakantiegeld wordt bruto op de loonstrook vermeld of het kan worden afgeleid van het bruto-maandinkomen met de volgende formule:

Bruto maandinkomen x 8 (of zoveel meer als is afgesproken in CAO) : 100 = bruto vakantiegeld

De formule om het bruto vakantiegeld naar netto om te rekenen luidt voor 2004 voor een salaris dat rond het bijstandsniveau ligt als volgt:

Bruto vakantiegeld x 67,65 : 100 = netto vakantiegeld

Toeslagen/Bijzondere bijstand

Een alleenstaande ouder of een alleenstaande kan onder meer in aanmerking komen voor een toeslag, wanneer de woonkosten niet met een ander gedeeld kunnen worden. Ook kan bijzondere bijstand worden toegekend als tegemoetkoming in de kosten voor bijvoorbeeld een wasmachine.

De Gemeentelijke Sociale Diensten hebben beleidsvrijheid bij het toekennen van toeslagen en er zijn in het algemeen geen standaardnormeringen hiervoor ontwikkeld. Daarom heeft de Staatssecretaris van Justitie in haar brief van 20 oktober 1997 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer besloten dat deze toeslagen voor wat betreft de beoordeling van het inkomensvereiste in de zin van de Vreemdelingenwet buiten beschouwing worden gelaten.

Toeslagen voor de overige categorieën en bijzondere bijstand worden eveneens voor wat betreft de beoordeling van het inkomensvereiste in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 buiten beschouwing gelaten.

WSF

Voor vreemdelingen die voor studie naar Nederland komen (zie B6/2.3 Vreemdelingencirculaire 2000), gelden de normbedragen die in de Wet Studiefinanciering 2000 (Stb. 2000, 286) worden genoemd voor levensonderhoud, aangevuld met college- en/of lesgelden. Met ingang van 1 juli 2004 gelden op grond van het gestelde in art. 3.74 Vreemdelingenbesluit 2000 onder b de volgende normbedragen:

Soort onderwijs(instelling)

Netto normbedrag per maand

Voorbereidend jaar (B6/2.1.2 Vreemdelingencirculaire)

€ 559,07

  

Studenten die deelnemen aan het Socrates/Erasmusprogramma*

€ 559,07

  

Middelbaar beroepsonderwijs – inclusief lesgeld

€ 630,72

  

Hoger beroepsonderwijs/Wetenschappelijk onderwijs – inclusief collegegeld

€ 682,07

NB:

De normbedragen van TBV 2003/62 gelden nog tot 1 augustus 2004 voor middelbaar beroepsonderwijs en tot 1 september 2004 voor hoger en wetenschappelijk onderwijs.

Ratio voor norm

Aangezien het vreemdelingen betreft, die primair voor het doel studie naar Nederland komen, is er gekozen voor de norm voor uitwonende studerenden. Er is tevens besloten om de norm voor `niet-particulier voor ziektekosten verzekerden' aan te houden. Voor een aantal studenten - afhankelijk van de nationaliteit - is het namelijk mogelijk om een ziektekostenverzekering uit het land van herkomst mee te nemen. Zij zouden bij het hanteren van de hogere norm benadeeld kunnen worden. Om een eenduidige uitvoering te bevorderen is besloten tot één norm voor de studerenden.

*Socrates/Erasmusprogramma

In de periode van september 1997 tot april 1998 is een aantal Europese onderwijsprogramma's opengesteld voor studenten afkomstig uit de EU-kandidaatlidstaten Roemenië, Hongarije, Tsjechië, Cyprus, Polen en Slowakije. Het gaat om het Erasmus- en het Socratesprogramma. Op grond van een besluit van de Europese Commissie (Besluit Nr. 819/95/EG) mag aan deze studenten geen collegegeld worden berekend. Daarom is het netto-normbedrag, waarover zij maandelijks dienen te beschikken, verminderd met het collegegeld. De student dient overigens zelf aan de hand van documenten aan te tonen dat hij deelnemer is aan een van deze programma's.

Normbedrag AKW

Het normbedrag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet, dat van belang is voor de toetsing van de vraag of sprake is van een wezenlijke bijdrage als bedoeld in hoofdstuk B2/8.3 onder d, is vastgesteld op € 386,00. Dit normbedrag geldt tot 1 oktober 2004.

TBV 2003/62

TBV 2003/62 is hierbij vervallen voor verblijfsaanvragen die ná 1 juli 2004 zijn ingediend. TBV 2003/62 behoudt zijn geldigheid voor aanvragen die in de periode van 1 januari 2003 tot 1 juli 2003 zijn ingediend danwel in behandeling zijn genomen en waarbij op dat moment aan de voorwaarden werd voldaan.

Artikel II

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst en treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het is geplaatst.

Rijswijk, 7 juli 2004.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,namens deze,
het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedient,
P.W.A. Veld.

Toelichting bij wijziging 2004/41

Dit WBV bevat de normbedragen van de Algemene Bijstandswet, de Wet Studiefinanciering en de Algemene Kinderbijslagwet, geldig met ingang van 1 juli 2004. Deze normbedragen zijn van belang voor de toetsing aan het middelenvereiste in het kader van de Vreemdelingenwet. De normbedragen zijn verkregen van de Ministeries OC&W en SZW.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

namens deze,

het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst,

P.W.A. Veld.

Naar boven