Wijziging Regeling handel levende dieren en levende producten, Wijziging Regeling rundersperma en Wijziging Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 juli 2004, nr. TRCJZ/2004/3667, Directie Juridische Zaken, houdende wijziging van de Regeling handel levende dieren en levende producten, de Regeling rundersperma en de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in verband met de implementatie van richtlijn 2003/43/EG

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op richtlijn nr. 2003/43/EG van de Raad van de Europese Unie van 26 mei 2003 houdende wijziging van richtlijn 88/407/EEG tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren sperma van runderen en de invoer daarvan (PbEU L143);

Gelet op de artikelen 10, 11 en 94 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Gelet op artikel 2 van het Besluit uitvoer dieren en produkten van dierlijke oorsprong;

Gelet op de artikelen 9 en 10 van het Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra;

Besluit:

Artikel I

De Regeling handel levende dieren en levende producten1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 9.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na de omschrijving van het begrip richtlijn 90/429/EEG wordt een begripsbepaling ingevoegd, luidende:

richtlijn nr. 2003/43/EG: richtlijn nr. 2003/43/EG van de Raad van de Europese Unie van 26 mei 2003 houdende wijziging van richtlijn 88/407/EEG tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften van toepassing op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren sperma van runderen en de invoer daarvan (PbEU L143);

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 9.1 door een puntkomma, wordt een begripsbepaling toegevoegd, luidende:

runderspermaopslagcentrum: inrichting waar rundersperma wordt opgeslagen dat bestemd is voor kunstmatige inseminatie.

B

Artikel 9.2, onderdeel a, komt te luiden:

a. het gezondheidscertificaat dat op grond van artikel 6, eerste lid, van richtlijn 88/407/EEG is voorgeschreven, indien het rundersperma betreft, met inachtneming van artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2003/43/EG;.

C

Artikel 9.3, onderdeel a, komt te luiden:

a. artikel 3, onderdelen b en c, van richtlijn 88/407/EEG, indien het rundersperma betreft, met inachtneming van artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2003/43/EG;.

D

Artikel 9.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

a. het rundersperma is verkregen, behandeld en opgeslagen in een runderspermawincentrum dat is erkend overeenkomstig artikel 9 van het Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra of is opgeslagen in een runderspermaopslagcentrum dat is erkend overeenkomstig artikel 9.10a, met inachtneming van artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2003/43/EG;.

2. Onder verlettering van de onderdelen b en c tot c en d wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

b. het varkenssperma is verkregen en behandeld in een varkensspermawincentrum dat is erkend overeenkomstig artikel 3 van het Besluit eisen dierlijk sperma en spermawincentra;.

E

Artikel 9.5, onderdeel a, komt te luiden:

a. het gezondheidscertificaat dat op grond van artikel 6, eerste lid, van richtlijn 88/407/EEG is voorgeschreven, indien het rundersperma betreft, met inachtneming van artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2003/43/EG;.

F

Artikel 9.6, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘een spermacentrum of een erkend centrum’ vervangen door: een spermacentrum, een spermaopslagcentrum of een erkend centrum.

2. Onderdeel a komt te luiden:

a. artikel 9, eerste lid, van richtlijn 88/407/EEG, indien het rundersperma betreft, met inachtneming van artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2003/43/EG;.

G

Het opschrift van Hoofdstuk 9, Afdeling 7, komt te luiden:

Afdeling 7. Tijdelijke afzondering en terugzending van de partij en erkenning van spermacentra, wincentra, winstations en opslagcentra

H

Na artikel 9.10 worden de volgende artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 9.10a

1. Een runderspermaopslagcentrum wordt door de minister erkend, indien uit een door de keuringsdierenarts ingesteld onderzoek is gebleken, dat het runderspermaopslagcentrum voldoet aan Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 2, en Hoofdstuk II, punt 2, de overige relevante bepalingen van richtlijn 88/407/EEG en artikel 9.10b.

2. Een aanvraag tot erkenning wordt ingediend bij de minister.

3. Bij een aanvraag om erkenning van een runderspermaopslagcentrum worden de volgende gegevens verstrekt:

a. de naam, het adres en de vestigingsplaats van het runderspermaopslagcentrum;

b. een plattegrond van het runderspermaopslagcentrum, waarbij de functies van de verschillende ruimten binnen het centrum zijn aangegeven;

c. de naam van de dierenarts van het runderspermaopslagcentrum.

4. Aan een erkend runderspermaopslagcentrum wordt door de minister in verband met de erkenning een registratienummer toegekend.

Artikel 9.10b

1. Ten behoeve van het toezicht, bedoeld in Bijlage A, Hoofdstuk II, punt 2, van richtlijn 88/407/EEG, voorziet de eigenaar of exploitant van een runderspermaopslagcentrum dan wel diens vertegenwoordiger in het opstellen van:

a. voorschriften inzake:

– de reiniging en ontsmetting van de apparatuur die in contact komt met sperma;

– de herkomst van sperma;

– het opslaan van sperma;

– de reiniging en ontsmetting van de in het zevende lid bedoelde ruimten en voorzieningen;

– de toegang tot de in het zevende lid bedoelde ruimten, en

– de wijze van kleding van het personeel;

b. een protocol, waarin voor de in het zevende lid bedoelde ruimten en voorzieningen, de werkprocessen chronologisch en gedetailleerd beschreven zijn, en

c. een kwaliteitsbeheersingsplan, waarin ter waarborging van een correcte uitvoering en registratie van de in onderdeel b bedoelde processen, de in acht te nemen werkwijzen chronologisch en gedetailleerd zijn vastgelegd.

2. De eigenaar of exploitant van een runderspermaopslagcentrum dan wel diens vertegenwoordiger zorgt dat het personeel zijn werkzaamheden verricht overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de daarop gebaseerde interne procedures en voorschriften, draagt er zorg voor dat de dierenarts van het centrum toeziet op een correcte uitvoering van de werkzaamheden door het personeel en geeft de dierenarts van het centrum de hiervoor benodigde instructies.

3. De in het eerste lid bedoelde voorschriften, procedures en protocollen en de wijzigingen daarvan, behoeven de goedkeuring van de minister.

4. Van permanent toezicht van een dierenarts van het runderspermaopslagcentrum als bedoeld in Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 2, onderdeel a, van richtlijn 88/408/EEG is sprake, indien die dierenarts overeenkomstig de krachtens het derde lid goedgekeurde procedures en protocollen erop toeziet, dat de voorschriften van richtlijn 88/407/EEG in acht worden genomen en dat door betrokkenen de krachtens het derde lid goedgekeurde procedures en protocollen correct worden uitgevoerd.

5. Aan Bijlage A, hoofdstuk I, punt 2, onderdeel b, van richtlijn 88/407/EEG is voldaan, indien het runderspermaopslagcentrum zodanig is ingericht dat vrije toegang tot het runderspermaopslagcentrum niet mogelijk is.

6. De eigenaar of exploitant van een runderspermaopslagcentrum dan wel diens vertegenwoordiger draagt ervoor zorg dat het personeel zich kleedt met schone bedrijfskleding voordat het de opslag- of distributieruimte betreedt.

7. Aan Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 2, onderdeel c, van richtlijn 88/407/EEG is voldaan, indien het runderspermaopslagcentrum de beschikking heeft over:

a. een voorziening voor de reiniging en ontsmetting van de gebruikte materialen;

b. een voorziening voor de opslag van kleding alsmede voor de bij de opslag van sperma te gebruiken materialen;

c. een ruimte voor de opslag en distributie van sperma, die op efficiënte wijze van de overige ruimten binnen het runderspermaopslagcentrum is geïsoleerd.

8. Het runderspermaopslagcentrum beschikt ten behoeve van het toezicht, bedoeld in Bijlage A, Hoofdstuk II, punt 2, onderdeel a, van richtlijn 88/407/EEG, over een door de keuringsdierenarts vanuit één plaats op het runderspermaopslagcentrum te raadplegen register dat dagelijks wordt bijgehouden en dat zodanig is ingericht, dat daaruit te allen tijde de in Bijlage A, Hoofdstuk II, punt 2, onderdeel a, van richtlijn 88/407/EEG, genoemde gegevens op eenvoudige wijze kunnen worden afgeleid. De gegevens worden bewaard gedurende de aanwezigheid van het rundersperma op het runderspermaopslagcentrum en tot drie jaar nadat het rundersperma van het runderspermaopslagcentrum is afgevoerd.

9. Ten behoeve van het toezicht, bedoeld in Bijlage A, Hoofdstuk II, punt 2, onderdeel e, onder vi, van richtlijn 88/407/EEG zijn op de verpakking van elke afzonderlijke dosis sperma onuitwisbaar de navolgende gegevens vermeld:

a. de datum waarop het sperma is verkregen;

b. het ras en het krachtens het Besluit identificatie en registratie van dieren aan de stier waarvan het sperma is gewonnen, toegekende registratienummer en

c. het registratienummer van het runderspermawincentrum.

10. Het in een runderspermaopslagcentrum opgeslagen rundersperma voldoet aan Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 2, en Hoofdstuk II, punt 2, en Bijlage C van richtlijn 88/407/EEG.

Artikel 9.10c

1. De keuringsdierenarts is belast met de in Bijlage A, Hoofdstuk II, punt 2, onderdeel b, van richtlijn 88/407/EEG, bedoelde controle.

2. De eigenaar of de exploitant van een runderspermaopslagcentrum dan wel diens vertegenwoordiger draagt er zorg voor dat de keuringsdierenarts alle medewerking wordt verleend die deze redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taken in het kader van de in het eerste lid bedoelde controle noodzakelijk acht en dat diens aanwijzingen ter zake door de dierenarts en het personeel van het centrum worden opgevolgd.

3. De minister trekt de verleende erkenning in, indien de keuringsdierenarts heeft geconstateerd dat de in artikel 9.10a, eerste lid, bedoelde voorschriften niet worden nageleefd dan wel dat niet voldaan wordt aan het tweede of zesde lid, doch niet dan nadat gedurende een redelijke termijn gelegenheid is gegeven de voor het behoud van de erkenning noodzakelijke voorzieningen te treffen.

4. Indien de erkenning ingevolge dit artikel is ingetrokken, kan de minister gelasten dat het in de door hem vast te stellen periode direct voorafgaand aan de intrekking opgeslagen sperma, in tijdelijke afzondering wordt geplaatst dan wel wordt vernietigd, met inachtneming van diens aanwijzingen, zonder vergoeding van Staatswege en voor rekening van de exploitant van het runderspermaopslagcentrum.

5. Voor een runderspermaopslagcentrum waarvan de erkenning is ingetrokken of waarvan een aanvraag voor het verlenen van de erkenning is afgewezen, worden bij een hernieuwde erkenningsaanvraag de gegevens, bedoeld in artikel 9.10a, derde lid, opnieuw verstrekt en wordt tevens aangetoond dat de omstandigheden welke tot de intrekking dan wel de afwijzing hebben geleid, zijn opgeheven.

6. Een erkend runderspermaopslagcentrum stelt de minister in kennis van elke wijziging van de bij de oorspronkelijke aanvraag verstrekte gegevens.

Artikel II

De Regeling rundersperma2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, eerste lid, wordt ‘Bijlage A, Hoofdstuk II, van richtlijn 88/407/EEG’ vervangen door: Bijlage A, Hoofdstuk II, punt 1, van richtlijn 88/407/EEG.

B

In artikel 3 wordt ‘Bijlage A, Hoofdstuk I, onderdeel a, van richtlijn 88/407/EEG’ vervangen door: Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 1, onderdeel a, van richtlijn 88/407/EEG.

C

In artikel 4, eerste lid, wordt ‘Bijlage A, Hoofdstuk I, onderdeel c, van richtlijn 88/407/EEG’ vervangen door: Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 1, onderdeel c, van richtlijn 88/407/EEG.

D

In artikel 5, eerste lid, wordt ‘Bijlage A, Hoofdstuk I, onderdeel b, d, e en f, van richtlijn 88/407/EEG’ vervangen door: Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 1, onderdeel b, d, e en f, van richtlijn 88/407/EEG.

E

Artikel 6, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘Bijlage A, Hoofdstuk II, onderdeel b, van richtlijn 88/407/EEG’ vervangen door: Bijlage A, Hoofdstuk II, punt 1, onderdeel b, van richtlijn 88/407/EEG.

2. In het derde lid wordt ‘Bijlage A, Hoofdstuk II, onderdeel f, onder vii, van richtlijn 88/407/EEG’ vervangen door: Bijlage A, Hoofdstuk II, punt 1, onderdeel f, onder vii, van richtlijn 88/407/EEG.

F

In artikel 8, tweede lid, wordt ‘Bijlage A en Bijlage C van richtlijn 88/407/EEG’ vervangen door: Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 1, en Hoofdstuk II, punt 1, en Bijlage C van richtlijn 88/407/EEG.

G

In artikel 11, eerste lid, wordt ‘Bijlage A, Hoofdstuk II, onderdeel c, van richtlijn 88/407/EEG’ vervangen door: Bijlage A, Hoofdstuk II, punt 1, onderdeel c, van richtlijn 88/407/EEG.

H

Artikel 18, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden:

c. de lichaamstemperatuur en de status van de stier;.

Artikel III

Punt 4, onder b, van de Bijlage behorende bij artikel 4a, eerste lid, van de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren3 komt te luiden:

b. de artikelen 2.50a, eerste lid, 2.50b, 2.63, 3.15, eerste en tweede lid, 4.10, 6.8, eerste lid, 8.6, eerste lid, 8.6a, eerste lid, 9.4a, eerste lid, 9.10, eerste lid, 9.11, eerste lid, 10.9, eerste lid, 10.10, eerste lid, en 10.11 van de Regeling handel levende dieren en levende producten;.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.P. Veerman.

Toelichting

In richtlijn nr. 88/407/EEG zijn veterinairrechtelijke voorschriften neergelegd die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer in diepgevroren sperma van runderen en de invoer daarvan. Richtlijn nr. 88/407/EEG stelt winning en behandeling op een erkend runderspermawincentrum als voorwaarde voor het intracommunautaire handelsverkeer in rundersperma en stelt eisen aan de invoer daarvan.

Richtlijn nr. 2003/43/EG van de Raad van de Europese Unie van 26 mei 2003 (PbEU L143) wijzigt richtlijn nr. 88/407/EEG. Thans worden regels gesteld ten aanzien van de opslag van rundersperma. Rundersperma dat overeenkomstig de voorwaarden van richtlijn nr. 88/407/EEG is gewonnen en behandeld mag slechts in het intracommunautaire handelsverkeer worden gebracht indien het is opgeslagen op een erkend runderspermawincentrum of op een erkend runderspermaopslagcentrum. In richtlijn 88/407/EEG zijn dan ook naast de erkenningsvoorwaarden voor runderspermawincentra, nieuwe erkenningsvoorwaarden voor runderspermaopslagcentra opgenomen. Voorts worden eisen gesteld ten aanzien van het toezicht op de opslag. Zowel runderspermawincentra als runderspermaopslagcentra dienen aan deze eisen te voldoen. Ook stelt de richtlijn eisen aan de invoer in de Europese Gemeenschap van rundersperma dat afkomstig is van een in een derde land gelegen runderspermaopslagcentrum.

Opslagcentra die rundersperma uitsluitend binnen Nederland afzetten, behoeven niet te zijn erkend.

Ter implementatie van richtlijn nr. 2003/50/EG worden de Regeling handel levende dieren en levende producten, de Regeling rundersperma en de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gewijzigd.

Artikel I. Regeling handel levende dieren en levende producten

In artikel 9.1 is een aantal begrippen omschreven. Aan de begripsbepalingen worden de begripsbepalingen van het begrip richtlijn nr. 2003/43/EG en runderspermaopslagcentrum toegevoegd.

Op grond van artikel 3 van richtlijn nr. 88/407/EEG mag rundersperma slechts in het intracommunautaire handelsverkeer worden gebracht als het is gewonnen en behandeld op een erkend runderspermawincentrum en als het is opgeslagen op een erkend runderspermawincentrum of een erkend runderspermaopslagcentrum. Artikel 9.4 is dienovereenkomstig aangepast.

De erkenningsvoorwaarden voor runderspermaopslagcentra en de voorwaarden ten aanzien van het toezicht op de runderspermaopslagcentra, zoals die zijn neergelegd in Bijlage A bij richtlijn nr. 88/407/EEG, zijn uitgewerkt in de nieuw ingevoegde artikelen 9.10a, 9.10b en 9.10c.

Op grond van artikel 9 van richtlijn nr. 88/407/EEG, dat handelt over de invoer in de Europese Gemeenschap van rundersperma uit derde landen, mag rundersperma worden ingevoerd wanneer het afkomstig is van spermacentra of spermaopslagcentra die voorkomen op een door de Commissie van de Europese Gemeenschappen opgestelde lijst. Voorheen werden geen spermaopslagcentra op deze lijsten opgenomen. Artikel 9.6, tweede lid, is hieraan aangepast.

Artikel 2, tweede lid, van richtlijn nr. 2003/43/EG bevat een aantal overgangsmaatregelen ten aanzien van het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer van rundersperma. Zo is tot 31 december 2004 het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer toegestaan van rundersperma dat is gewonnen, behandeld en opgeslagen overeenkomstig de oude bepalingen van richtlijn nr. 88/407/EEG. Na 31 december 2004 is het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer van rundersperma dat aan de oude bepalingen voldoet eveneens toegestaan mits dit sperma vóór 31 december 2004 is gewonnen, behandeld en opgeslagen.

Hiertoe zijn de artikelen 9.2, onderdeel a, 9.3, onderdeel a, 9.4, onderdeel a, 9.5, onderdeel a, en 9.6, tweede lid, onderdeel a, aangepast.

Artikel II. Regeling rundersperma

De Regeling rundersperma is aangepast aan de gewijzigde nummering van Bijlage A bij richtlijn nr. 88/407/EEG. Het betreft technische wijzigingen.

Voorts is de redactie van artikel 18, betreffende de registratieverplichting voor in een runderspermawincentrum opgeslagen rundersperma, aangepast aan de formulering van de richtlijn.

Artikel III. Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren

Als gevolg van de wijziging van de bijlage bij de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren kan voor de aanvraag van een erkenning voor een runderspermaopslagcentrum en voor de periodieke inspecties ten behoeve van de instandhouding van deze erkenning, een kostendekkend tarief als bedoeld in de artikelen 4a en 4b van de Regeling tarieven Gezondheids- en welzijnswet voor dieren in rekening worden gebracht.

Toezicht en handhaving

Het toezicht op de naleving van de Regeling handel levende dieren en levende producten geschiedt ingevolge de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren onder meer door de ambtenaren van de Voedsel en Waren Autoriteit alsmede door de ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst.

Administratieve lasten

Vooralsnog is de inschatting dat een tiental centra een aanvraag zal indienen om als runderspermaopslagcentrum te worden erkend. Dit betekent dat circa 10 erkenningsbeoordelingen zullen moeten worden uitgevoerd en dat ten behoeve van deze bedrijven toezichts- en handhavingscapaciteit zal moeten worden ingezet. Eventuele afwijzingen van erkenningaanvragen of mogelijke intrekkingen van erkenningen, kunnen leiden tot juridische procedures. Van het aantal mogelijke procedures is momenteel geen inschatting te maken.

Ervan uitgaande dat tien centra een aanvraag tot erkenning zullen indienen, zijn de administratieve lasten voor het bedrijfsleven als volgt. De administratieve lasten zijn onder te verdelen in drie categorieën: ten eerste het opstellen van diverse protocollen en de aanvraag en het indienen van de erkenning, ten tweede het onderhoud van de erkenning en ten derde de administratieve verplichtingen die uit de erkenning voortvloeien.

Het opstellen van protocollen is een eenmalige activiteit. Dit zal ongeveer 2 dagen in beslag nemen. Uitgaande van een uurtarief van €30,36, betekent dit dat de administratieve lasten ten aanzien van het opstellen van de protocollen in totaal 10 bedrijven x 16 uur x €30,36/uur = €4857,60 bedragen.

Een erkenningsaanvraag is een eenmalige activiteit. De tijdsinvestering hiervoor bedraagt gemiddeld een half uur. De administratieve lasten bedragen derhalve 10 bedrijven x 1/2 uur x €30,36/uur = €151,80.

Het onderhoud van de erkenning is onder te verdelen in twee subonderdelen: het doorgeven van eventuele wijzigingen en het faciliteren van de halfjaarlijkse bezoeken door een keuringsdierenarts. Voor het doorgeven van wijzigingen wordt een tijdsinvestering van 10 minuten per jaar geraamd. Voor het faciliteren van de halfjaarlijkse bezoeken door de keuringsdierenarts wordt 1 uur per bezoek geraamd. Dit betekent dat de administratieve lasten per jaar bedragen: 10 bedrijven x (10 minuten + 2 uur) x €30,36/uur = €657,80.

De administratieve verplichtingen die uit de erkenning voortvloeien, betreffen het bijhouden en bewaren van de administratie van de spermavoorraad. Hiervoor wordt een gemiddelde tijdsbesteding van 2 uur per week gerekend. De totale administratieve lasten voor de administratieve verplichtingen bedragen derhalve 10 bedrijven x (2 uur x 52 weken) x €30,36/uur = €31.574,40 per jaar.

Het eerste jaar bedragen de totale administratieve lasten €4857,60 + €151,80 + €657,80 + €31.574,40 = €37.241,60. De daaropvolgende jaren bedragen de kosten €657,80 + €31.574,40 = €32.232,20.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C.P. Veerman

Bijlage

Implementatietabel

Richtlijn 2003/43/EG

Wijziging Richtlijn 88/407/EEG

Nationale bepalingen

Artikel 1, eerste lid

Artikel 1

Behoeft geen implementatie (reikwijdte richtlijn)

Artikel 1, tweede lid

Artikel 2, onder b

Artikel 9.1, Regeling handel levende dieren en levende producten (verder: RHLDLP)

Artikel 1, derde lid

Artikel 3, onder a

Artikel 9.4, onderdeel a, RHDLDP

Artikel 1, vierde lid

Artikel 4, eerste en tweede lid vervallen

Behoeft geen implementatie (uitgewerkte bepalingen)

Artikel 1, vijfde lid

Artikel 5 en artikel 9, tweede en derde lid

Artikelen 2.7, 9.10a, eerste en vierde lid, 9.10c, eerste en derde lid, RHLDLP

Artikel 1, zesde lid

Artikel 9, eerste lid

Behoeft geen implementatie (procedurevoorschriften)

Artikel 1, zevende lid

Artikel 17

Behoeft geen implementatie (procedurevoorschriften)

Artikel 1, achtste lid

Artikel 18

Behoeft geen implementatie (procedurevoorschriften)

Artikel 1, negende lid

Artikel 19 vervalt

Behoeft geen implementatie (artikelen 18 en 19 zijn samengevoegd)

Artikel 1, tiende lid

Artikelen 5, 8, en 10

Behoeft geen implementatie (aanpassing van de verwijzingen)

Artikel 1, elfde lid

Artikelen 8, 11 en 16

Behoeft geen implementatie (aanpassing van de verwijzingen)

Artikel 1, twaalfde lid

Vervanging Bijlage A, B, C en D

Zie hieronder

 

Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 1

Artikelen 3, 4, eerste lid, 5, eerste lid, en 8, tweede lid, Regeling rundersperma

 

Bijlage A, Hoofdstuk I, punt 2, onderdeel a

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, vierde lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk I, punt 2, onderdeel b

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, vijfde en zesde lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk I, punt 2, onderdeel c

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, zevende lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 1

Artikelen 2, 6, 8, 11, 18 en 19 Regeling rundersperma

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel a

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde, achtste en tiende lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel b

Artikelen 2.7, 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde en tiende lid 9.10c, eerste en tweede lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel c

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde, en tiende lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel d

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde en tiende lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel e, onder i

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde en tiende lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel e, onder ii

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde en tiende lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel e, onder iii

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde en tiende lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel e, punt iv

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde en tiende lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel e, punt v

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde en tiende lid, RHLDLP

 

Bijlage A, hoofdstuk II, punt 2, onderdeel e, punt vi

Artikelen 9.10a, eerste lid, 9.10b, eerste tot en met derde lid, negende en tiende lid, RHLDLP

 

Bijlage B

Behoeft geen implementatie: dynamische verwijzing in de artikelen 7, 8, 15, eerste lid, Regeling rundersperma

 

Bijlage C

Artikel 9.10b, tiende lid, RHLDLP, dynamische verwijzing in artikel 8, tweede lid, Regeling rundersperma

 

Bijlage D

Behoeft geen implementatie: dynamische verwijzing in artikel 9.2, RHLDLP

Artikel 2, eerste lid

 

Behoeft geen implementatie (implementatietermijn)

Artikel 2, tweede lid

 

Artikelen 9.2, onderdeel a, 9.3, onderdeel a, 9.4, onderdeel a, 9.5, onderdeel a en 9.6, tweede lid, onderdeel a, RHLDLP

  • 1

    Stcrt. 1994, 250; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 29 maart 2004 (Stcrt. 68).

  • 2

    Stcrt. 2001, 123; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 25 maart 2004 (Stcrt. 61).

  • 3

    Stcrt. 1994, 113; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 28 juni 2004 (Stcrt. 121).

Naar boven