Wijziging Regeling intrekking en overgangsbepalingen Tijdelijke regeling energiepremies 2003

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 2 juli 2004, nr. MJZ2004062713, tot wijziging van de Regeling intrekking en overgangsbepalingen Tijdelijke regeling energiepremies 2003

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel I

Aan artikel II van de Regeling intrekking en overgangsbepalingen Tijdelijke regeling energiepremies 2003 wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. In afwijking van het eerste lid, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 9, derde lid, van de Tijdelijke regeling energiepremies 2003, zoals deze luidde op 15 oktober 2003, kan de minister met ingang van 1 juli 2004 overgaan tot het uitkeren van energiepremies in de gevallen, bedoeld in artikel 9, derde lid, van die regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Indien de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst 30 juni of een latere datum is, werkt zij terug tot en met 1 juli 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 juli 2004.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, S.M. Dekker.

Toelichting

Op 9 oktober 2003 is de Regeling intrekking en overgangsbepalingen Tijdelijke regeling energiepremies 2003 in werking getreden (hierna: de intrekkingsregeling).

De intrekkingsregeling wordt ingevolge artikel I gewijzigd. De wijziging leidt tot een overgangsvoorziening voor gevallen waarin de procedure, bedoeld in artikel 9 van de Tijdelijke regeling energiepremies 2003, niet is afgerond op het tijdstip dat het tussen de Minister van VROM en de energiebedrijven afgesloten uitvoeringsconvenant ophoudt te gelden (met ingang van 1 juli 2004).

Deze overgangsvoorziening betreft de gevallen waarin de minister is gevraagd een besluit te nemen na een afwijzing van een aanvraag door een energiebedrijf. Indien de minister besluit dat een aanvraag alsnog dient te worden gehonoreerd voorziet deze overgangsvoorziening in de mogelijkheid dat de minister met ingang van genoemde datum in dergelijke gevallen zelf tot uitkering van energiepremies overgaat.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S.M. Dekker

Naar boven