Opheffing Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Verkeer en Waterstaat van 16 juni 2004, Directie Arbeidsveiligheid en -⁠gezondheid, nr. A&G/W&O/04/35018, tot opheffing van de Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluiten:

Artikel 1

De beschikking van de Ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Binnenlandse Zaken van 13 juli 1964, Directie van de Arbeid, nr. 1915, tot instelling van een Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen1 wordt ingetrokken.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 juni 2004.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte.De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, S.M. Dekker.De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot opheffing van de interdepartementale Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen (CPR). Met deze regeling wordt gevolg gegeven aan het Kabinetsstandpunt vuurwerkramp (Kamerstukken II, 2000/01, 27 157, nr. 20), waarin is aangegeven dat de huidige ambtelijke Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen (CPR) zal worden opgeheven en vervangen door een onafhankelijke Adviesraad voor gevaarlijke stoffen conform de Kaderwet adviescolleges. Met deze raad wordt het kader geschapen waarin nieuwe inzichten met betrekking tot de veiligheid van het omgaan met gevaarlijke stoffen, zowel bij bedrijven als in het transport, op een adequate wijze aan de rijksoverheid kunnen worden aangereikt. De wettelijke regeling tot instelling van de Adviesraad voor gevaarlijke stoffen is inmiddels tot stand gekomen (Wet van 30 januari 2003 tot instelling van een vast college van advies op het terrein van veiligheid van gevaarlijke stoffen (Wet Adviesraad gevaarlijke stoffen) (Stb. 92). Naar verwachting zal deze wet met ingang van 1 juni 2004 in werking treden.

De CPR is in 1964 opgericht door de Ministers van Sociale Zaken en Volksgezondheid en van Binnenlandse Zaken. In 1981 is de instellingsbeschikking en de taakstelling herzien omdat de risico’s die verbonden kunnen zijn aan het vervaardigen, gebruiken, vervoeren, opslaan, overslaan, vervoeren, laden of lossen dan wel aan andere verrichtingen met betrekking tot gevaarlijke stoffen noopten tot bezinning op verdere maatregelen.

Omdat sindsdien in de CPR (zie besluit van de Minister van Sociale Zaken a.i., de Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 5 juni 1981, Directoraat-Generaal van de Arbeid, Hoofdafdeling Wetgevingsbeleid, nr. 126457 (Stcrt. 128)) naast de ministeries van Sociale Zaken, van Volksgezondheid en Milieuhygiëne en van Binnenlandse Zaken, ook het ministerie van Verkeer en Waterstaat is vertegenwoordigd, vindt de intrekking van de instellingsbeschikking plaats bij gezamenlijke regeling van de betrokken vier bewindslieden.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

S.M. Dekker

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 30 juni 1995 (Stcrt. 128).

Naar boven