Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren dienst Stadstoezicht Rotterdam 2003

Besluit van de Minister van Justitie van 30 juni 2004, nr. 5295444/DBZ/04, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de dienst Stadstoezicht van de gemeente Rotterdam

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de betrokken Ministers;

Gelezen het verzoek van de algemeen directeur van de dienst Stadstoezicht van de gemeente Rotterdam;

Gelet op:

– artikel 142, eerste lid, onder b en c, en het derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

– artikel 8, zevende lid, van de Politiewet 1993;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

Het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar dienst Stadstoezicht Rotterdam 2003, kenmerk 5233103/DBZ/03, wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4

Op grond van dit besluit kan het na te noemen aantal personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd:

a. in de functie van parkeercontroleur: maximaal 125 personen;

b. in de functie van milieucontroleur: maximaal 38 personen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, directie Bestuurszaken, afdeling IBB/BOA, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad worden geplaatst.

Den Haag, 30 juni 2004.
De Minister van Justitie,
namens deze: de coördinator buitengewoon opsporingsambtenaar,
A.A.A.M. Huldy.

Toelichting

De algemeen directeur van de dienst Stadstoezicht van de gemeente Rotterdam heeft bij brief van 3 november 2003, kenmerk STZ P&O no. 03/4770, verzocht om wijziging van de categoriale aanwijzing van de dienst Stadstoezicht Rotterdam 2003, kenmerk 5233103/DBZ/03.

De wijziging van het categoriaal besluit betreft het wijzigen van de functiebenaming.

De wijziging van de functienaam valt onder de juridische titel van milieuopsporingsambtenaar en is daarmee in overeenstemming met de functielijst van het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 8 mei 2002.

De inhoud van de categoriale beschikking alsmede de taakinhoud en taakstelling van de functie van milieucontroleur (voorheen reinigingsagent) blijven ongewijzigd, conform het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar dienst Stadstoezicht Rotterdam 2003, kenmerk 5233103/DBZ/03.

Gezien het feit dat het wegens administratieve procedures praktisch niet uitvoerbaar is om met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit aan alle buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van de Dienst Stadstoezicht Rotterdam met de functie reinigingsagent een nieuwe akte van opsporingsbevoegdheid uit te reiken, is er in artikel 2 van dit besluit een overgangsregeling opgenomen. Op grond van deze regeling behouden de akten en legitimatiebewijzen van de betreffende buitengewoon opsporingsambtenaren hun geldigheid tot het moment waarop zij vervallen.

De Minister van Justitie

namens deze: de coördinator buitengewoon opsporingsambtenaar,

A.A.A.M. Huldy

Naar boven