Wijziging Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003

28 juni 2004

Nr. WDB 2004/328M

Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 2, zevende lid, van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling Belastingdienst 20031 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘en artikel 2, onderdeel d, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen’ vervangen door: , artikel 2, onderdeel d, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen en artikel 2, zevende lid, van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven.

B

Aan artikel 6 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

4. De voorzitters van de managementteams van de in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b, genoemde organisatieonderdelen zijn inspecteur en ontvanger als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 28 juni 2004.
De Staatssecretaris van Financiën, J.G. Wijn.

Toelichting

Deze regeling strekt ertoe om de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 te wijzigen. De wijziging vloeit voort uit de delegatiebevoegdheid die is neergelegd in het Tijdelijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven (Stb. 2004, 152) en ziet op de aanwijzing van de inspecteur en ontvanger die belast zijn met de uitvoering van dat besluit.

Artikel 1 van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 bevat artikelen waaraan de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003 uitvoering geeft. In artikel 2, zevende lid, van het Tijdelijk besluit tegemoetkoming buitengewone uitgaven, is de bevoegdheid opgenomen om bij regeling van Onze Minister van Financiën de inspecteur en ontvanger aan te wijzen die als zodanig voor de uitvoering van het besluit functioneren.

De bevoegdheid van inspecteur en ontvanger is met het oog op de duidelijkheid voor de burger toegekend aan de voorzitters van de managementteams van de organisatieonderdelen van de Belastingdienst die ook zijn aangewezen als inspecteur en ontvanger in het kader van de heffing en invordering van rijksbelastingen. In de praktijk zal de functie van inspecteur worden uitgeoefend door de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Oost.

De Staatssecretaris van Financiën,

J.G. Wijn

  • 1

    Stcrt. 2002, 247; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 19 december 2003, nr. WDB 2003/650M (Stcrt. 250).

Naar boven