Wijziging Regeling nadeelcompensatie Betuweroute

Besluit tot wijziging van het besluit van 5 december 1997, nr. DGP/WJZ/V-724384, houdende mandaatverlening aan de algemeen directeur van NS Railinfrabeheer B.V. tot het nemen van beslissingen op bezwaar tegen besluiten op grond van de Regeling nadeelcompensatie Betuweroute

22 juni 2004

Nr. HKW/R 2004/3863

Hoofdkantoor van de Waterstaat

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Besluit:

Artikel I

Instructie 3 bij het besluit van 5 december 1997, nr. DGP/WJZ/V-724384, houdende mandaatverlening aan de algemeen directeur van NS Railinfrabeheer B.V. tot het nemen van beslissingen op bezwaar tegen besluiten op grond van de Regeling nadeelcompensatie Betuweroute (Stcrt. 1997, 239) komt te luiden:

3. Gemandateerde beslist niet op bezwaar dan nadat terzake advies is uitgebracht door een commissie, ten minste bestaande uit:

a. een vertegenwoordiger van Railinfrabeheer B.V., tevens handelend onder de naam ProRail, niet zijnde de projectmanager Betuweroute, als voorzitter;

b. een vertegenwoordiger van het Hoofdkantoor van Rijkswaterstaat,

c. Stafdienst Bestuurlijk Juridische Zaken;

d. een vertegenwoordiger van de regionale directie Oost-Nederland van Rijkswaterstaat;

e. een vertegenwoordiger van Railinfrabeheer B.V., tevens handelend onder de naam ProRail, niet zijnde de projectmanager Betuweroute.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 januari 2004.

Mededeling

Binnen 6 weken na dagtekening van de Staatscourant waarin dit besluit wordt geplaatst kunnen belanghebbenden schriftelijk en gemotiveerd een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Verkeer en Waterstaat, t.a.v. Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, Stafdienst Bestuurlijk Juridische Zaken.

Den Haag, 22 juni 2004.
De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Bovenstaand besluit strekt tot wijziging van de instructies behorende bij het Mandaat bezwaarschriften nadeelcompensatie Betuweroute, maar niet op een wijziging van het mandaat zelf.

De commissie, die in het leven is geroepen om over de bezwaarschriften in het kader van de Regeling nadeelcompensatie Betuweroute te adviseren, is qua samenstelling aan verandering onderhevig. Om de huidige samenstelling naar buiten toe afdoende kenbaar te maken, is de onderhavige wijziging noodzakelijk.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs