Tweede regeling notariële tarieven familiepraktijk minderdraagkrachtigen 2004

22 juni 2004

Nr. 5293041/04/DTR

Directie Toegang Rechtsbestel

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 56, eerste lid, van de Wet op het notarisambt;

Besluit:

Artikel 1

Het maximumtarief, bedoeld in artikel 56, eerste lid, van de Wet op het notarisambt, wordt bepaald op € 422.

Artikel 2

De Regeling notariële tarieven familiepraktijk minderdraagkrachtigen 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Deze regeling is van toepassing op verzoeken aan de voorzitter van de kamer van toezicht om toewijzing van een notaris ten aanzien waarvan een beslissing wordt genomen op of na de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking op 1 juli 2004.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Tweede regeling notariële tarieven familiepraktijk minderdraagkrachtigen 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 juni 2004.
De Minister voornoemd,
namens deze:plv. Directeur-Generaal Wetgeving Rechtspleging en Rechtsbijstand
G.N. Roes.

Toelichting

In artikel 56, eerste lid, van de Wet op het notarisambt zijn voor minderdraagkrachtigen – degenen wier inkomen en vermogen binnen de in artikel 34 Wet op de rechtsbijstand gestelde grenzen vallen – de notariële tarieven in de familiepraktijk gebonden aan een maximum. De hoogte daarvan moet bij ministeriële regeling worden bepaald op de grondslag van het gemiddelde van de in artikel 35, derde lid, van de Wet op de rechtsbijstand vermelde eigen bijdragen. Dit bedrag is bij de Regeling notariële tarieven familiepraktijk minderdraagkrachtigen 2004 vastgesteld op € 313.

Bij koninklijk besluit van 16 januari 2004, houdend wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 en van het Besluit draagkrachtcriteria rechtsbijstand (Stb.14) zijn de eigen bijdragen verhoogd met 35%. Het maximumtarief, bedoeld in artikel 56, eerste lid, Wet op het notarisambt wordt derhalve vastgesteld op € 422, zijnde het gemiddelde van eigen bijdragen zoals opgenomen in artikel 35, derde lid, van de Wet op de rechtsbijstand.

Voor degenen die niet voor dit tarief in aanmerking komen geldt een maximumtarief van vier maal het tarief dat voor minderdraagkrachtigen geldt (artikel 56, vierde lid, eerste volzin, Wet op het notarisambt), derhalve € 1.688,–. Dit maximumtarief geldt niet indien het eigen vermogen van een partij bij de akte of van partijen tezamen meer bedraagt dan € 226.980,–. Voor hen zijn de tarieven vrij (artikel 56, vierde lid, tweede volzin, Wet op het notarisambt).

De notaris moet vanaf 1 juli 2004 het nieuwe maximumbedrag in rekening brengen, ook als het verzoek om toewijzing van een notaris vóór die datum bij de voorzitter van de kamer van toezicht is ingediend. In artikel 3 is daarom bepaald dat de regeling van toepassing is op verzoeken aan de kamer van toezicht om toewijzing van een notaris ten aanzien waarvan beslist wordt op of na 1 juli 2004.

Naar boven