Aanwijzing inzake taakstelling ziekteverzuim

17 juni 2004

Z/P-2491218

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 13 van de Wet tarieven gezondheidszorg;

Na schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (brief van 13 mei 2004, kenmerk Z/P-2479829 en Z/P- 2479833);

Besluit:

Artikel 1

Het College tarieven gezondheidszorg stelt voor de organen voor gezondheidszorg als vermeld in artikel 1, onder A, nummers 1 tot en met 29b, 30 en 31, D en in artikel 2b van het Besluit werkingssfeer WTG 1992, zodanige beleidsregels vast dat dit resulteert in een korting over de loongevoelige component.

Deze korting betreft 0,14% in de tweede helft van 2004 (per 1 juli 2004). Voor het hele jaar 2005 0,14%. Voor 2006 wordt dit percentage verhoogd naar 0,21% en vanaf 2007 structureel verhoogd naar 0,28%. De beleidsregel dient in te gaan per 1 juli 2004.

De maatregel wordt niet toegepast op de in 2004 daadwerkelijk vrij overeengekomen DBC-tarieven in het kader van de beleidsregels I-672 en I-673 en vanaf 2005 voor de daadwerkelijk vrij overeengekomen DBC-tarieven in segment B.

Artikel 2

In de in het eerste artikel bedoelde beleidsregels ter uitvoering van onderhavige aanwijzing wordt bepaald dat het College tarieven gezondheidszorg bij het ontbreken van een verzoek tot goedkeuring of vaststelling van tarieven, ambtshalve gewijzigde tarieven vaststelt.

Artikel 3

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin ze wordt geplaatst.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,J.F. Hoogervorst.

Op grond van artikel 7 :1 van de Algemene wet bestuursrecht kan het CTG binnen zes weken na de dag waarop het aangevallen besluit bekend is gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Een dergelijk bezwaarschrift dient te worden geadresseerd aan de Directie Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van VWS.

Toelichting

Deze beleidsregel (verder te noemen: aanwijzing) strekt ertoe een verlaging van de loongevoelige component binnen de beleidsregels van instellingen te bewerkstelligen. De beleidsregel dient op 1 juli 2004 in te gaan. Voor de tweede helft van 2004 gaat het om 0,14%. Voor het gehele jaar 2005 bedraagt de korting 0,14%. Voor 2006 bedraagt de korting 0,21% en vanaf 2007 bedraagt de korting structureel 0,28%.

Aan deze aanwijzing liggen de volgende overwegingen ten grondslag:

• De algemeen financieel-economische situatie noopt tot beheerste kostenontwikkeling in de gezondheidszorg en een meer doelmatige inzet van de beschikbare middelen is noodzakelijk.

• In het Hoofdlijnenakkoord is een taakstelling opgenomen in verband met mogelijkheden tot verlaging van het ziekteverzuim in de zorg, het onderwijs (exclusief BVE, HO), de politie en het openbaar vervoer.

De Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn bij brief 13 mei 2004 (kenmerk Z/P-2479829 en Z/P-2479833) van de zakelijke inhoud van de aanwijzing op de hoogte gebracht. Tevens heeft op 13 mei 2004 (kenmerk Z/P-2479809) het College tarieven gezondheidszorg een afschrift van de voorgenomen aanwijzing ontvangen. Bij brief van 26 mei 2004 heeft het CTG laten weten geen inhoudelijke opmerkingen te hebben bij de voorgenomen aanwijzing.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst.

Naar boven