Instellingsbesluit tijdelijk projectdirectoraat-generaal Programma Andere Overheid

4 juni 2004

Nr. P&O2004/U61150

Directie Personeel en Organisatie

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

In overeenstemming met de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (BVK);

Gelet op het door de ministerraad op 28 november 2003 vastgestelde actieprogramma Andere Overheid van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (kenmerk SG2003/U83334);

Gelet op artikel 4:4 van het Organisatiebesluit BZK 2003;

Gelezen het advies van de Groepsondernemingsraad BZK;

Besluit:

Hoofdstuk I

Artikel 1

Er is een tijdelijk projectdirectoraat-generaal Programma Andere Overheid.

Artikel 2

1. Het projectdirectoraat-generaal Programma Andere Overheid staat onder leiding van een Projectdirecteur-generaal.

2. Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de Projectdirecteur-generaal treedt de Programmadirecteur Programma Andere Overheid op als diens plaatsvervanger.

3. Het projectdirectoraat-generaal heeft tot taak het zorgdragen voor de uitvoering van het in de ministerraad van 28  november 2003 aanvaarde actieprogramma ‘Andere Overheid’, waarvoor de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties politiek verantwoordelijk is.

4. Binnen de in het derde lid omschreven taak worden de volgende deeltaken onderscheiden:

a. het coördineren, stimuleren en aanjagen van activiteiten, die in de reguliere organisaties binnen de ministeries plaatsvinden, ter uitvoering van het actieprogramma;

b. de uitvoering van het cluster takenoperatie van de ministeries;

c. het voorbereiden van een herontwerp van de rijksdienst, waaronder het doen van voorstellen voor de inrichting van een zogenaamd kernkabinet.

Artikel 3

1. Het projectdirectoraat-generaal bestaat uit een programmateam.

2. Het programmateam staat onder leiding van de Projectdirecteur-generaal.

3. Het programmateam omvat maximaal 15 formatieplaatsen, samengesteld uit:

a. een programmadirecteur;

b. een secretariaat pDG;

c. een programmasecretaris;

d. senior beleidsadviseurs;

e. beleidsmedewerkers.

Artikel 4

Het programmateam heeft tot taak het ondersteunen van de Projectdirecteur-generaal bij de uitvoering van zijn taken.

Hoofdstuk II

Artikel 5

Aan artikel 2:1, eerste lid, van het Organisatiebesluit BZK 2003 wordt, onder vervanging van de punt achter onderdeel h door een puntkomma, een nieuw onderdeel i toegevoegd, luidende:

i) het projectdirectoraat-generaal Programma Andere Overheid (pDGPAO).

Hoofdstuk III

Artikel 6

1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 januari 2004.

2. Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.W. Remkes.

Toelichting

Overeenkomstig de besluitvorming in de vergadering van de ministerraad van 28 november jl. coördineert de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (BVK) de uitvoering van het actieprogramma ‘Andere Overheid’. In dezelfde vergadering is besloten dat ter ambtelijke ondersteuning van de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties een projectdirectoraat-generaal wordt ingericht. Overeenkomstig het rapportagekader topstructuur rijksdienst wordt de project-DG aangestuurd op het niveau van de ministerraad, in het kader van het actieprogramma door de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. De Minister voor BVK zal dit doen in nauwe samenspraak met de Minister van Financiën en de minister-president. Over de voortgang van het programma zal frequent worden overlegd met de betrokken bewindspersonen.

Het actieprogramma bestaat uit vier lijnen: (1) de relatie overheid/burger, (2) deregulering en toezicht, (3) interne werkwijze en organisatie ministeries en (4) de relatie tussen het rijk en mede-overheden. In dat programma staan per activiteit concrete doelstellingen en tijdpaden geformuleerd. Het merendeel van de activiteiten die onder deze lijnen ressorteren, zal plaatsvinden in de reguliere organisaties binnen de ministeries die daarvoor verantwoordelijk zijn. Het project-DG heeft hierin een coördinerende, stimulerende en aanjagende rol. Bij de coördinatie-, stimulerings- en aanjaagfunctie behoort ook het onderhouden van een breed in- en extern netwerk (waaronder het SG- en PSG-beraad), het geven van adviezen aan de uitvoerders van het actieprogramma, het fungeren als aanspreekpunt en het coördineren van de informatievoorziening over het actieprogramma. Het project-DG volgt de voortgang van het actieprogramma en rapporteert daarover aan de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties.

De uitwerking van de lijn over de interne werkwijze en organisatie van de rijksdienst kent een aantal aspecten die departementaal overstijgend zijn en ook een dermate politiek karakter dragen dat de ministerraad heeft besloten dat daarvoor de primaire verantwoordelijkheid op ambtelijk niveau belegd moet worden bij een functionaris die meer onafhankelijk van de onderscheiden ministeries kan opereren. Het betreft het cluster takenoperatie (overlap, coördinatie, herbezinning op taken) alsmede het doen van voorstellen voor een nieuwe inrichting of herontwerp van de rijksdienst. De project-DG PAO, die hiervoor is aangewezen, zal in zeer nauwe samenspraak met alle betrokkenen deze onderwerpen ter hand nemen.

Het projectdirectoraat-generaal is nadrukkelijk interdepartementaal en is samengesteld uit ervaren professionals die voor verschillende kennis- en ervaringsgebieden en voor verschillende netwerken staan. Zulks om het welslagen van de uitvoering van het actieprogramma door middel van het scheppen van een breed draagvlak te bevorderen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes

Naar boven