Wijziging Regeling permanente eisen en de Voorschriften meetmiddelen 1997

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat en van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer tot wijziging van de Regeling permanente eisen en de Voorschriften meetmiddelen 1997 in verband met het herstellen van enkele omissies

28 mei 2004

Nr. HDJZ/AWW/2004-995

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op de artikelen 84, eerste lid, en 101, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994, 5.2.11, elfde lid, 5.3.11, tiende lid, 5.12.27, negende lid, van het Voertuigreglement;

Besluiten:

Artikel I

De Regeling permanente eisen1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Het zevende lid van artikel 2.3.12 vervalt, onder vernummering van het achtste tot en met het elfde lid tot het zevende tot en met het tiende lid.

B

Artikel 2.6.1, vierde lid, komt te luiden:

4. De in het eerste lid onder a gevonden waarde kan worden verminderd met een percentage overeenkomstig het gestelde in bijlage 5,

a. indien onder ‘bijzonderheden’ in het kentekenregister of op het kentekenbewijs een maximum snelheid is aangegeven, of

b. bij een snelheid van 100 km/h, indien het een aanhangwagen betreft met een toegestane maximum massa van meer dan 750 kg.

Artikel II

De Voorschriften meetmiddelen 19972 worden gewijzigd als volgt:

A

Onderdeel 5 vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het eind van artikel 3.1.10, eerste lid, onderdeel d, onder 4, door een punt.

B

Artikel 3.1.12 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het derde lid, onderdeel d, vervalt de zinsnede: tot het afregeltoerental, waarbij automatisch wordt gecontroleerd of binnen 2 seconden dit toerental is bereikt.

2. Onderdeel e van het derde lid vervalt, onder verlettering van de onderdelen f tot en met h tot e tot en met g.

3. Het vierde lid vervalt.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P.L.B.A. van Geel.

Toelichting

Deze regeling wijzigt de Regeling permanente eisen en de Voorschriften meetmiddelen 1997. Het betreft een tweetal omissies die zijn gebleken in de praktijk bij de toetsing aan de permanente eisen. De wijzigingen worden hierna achtereenvolgens toegelicht.

Artikel I, onderdeel A, en artikel II

Bij de invoering van de verplichte roetmeting in 1997 is, ter voorkoming van manipulatie bij de meting door heel geleidelijk gas te geven, gekozen voor een maximale acceleratietijd van twee seconden. Dat wil zeggen dat binnen twee seconden moet worden geaccelereerd van het stationair toerental naar het afregeltoerental. Daarbij is aangegeven dat wanneer de constructie van de motor dusdanig is dat het afregeltoerental niet binnen twee seconden kan worden bereikt, deze tijdspanne mag worden overschreden als de fabrikant of importeur kan aantonen dat het niet mogelijk is om met de desbetreffende motor binnen twee seconden naar het afregeltoerental te accelereren. De bewaking of er binnen de twee seconden wordt geaccelereerd tijdens de roetmeting, is opgenomen in de software van de roetmeter, en is vastgelegd in artikel 3.1.12, derde lid, van de Voorschriften meetmiddelen 1997. Gebleken is dat steeds meer motoren niet aan de twee seconden eis kunnen voldoen. Vaak is documentatie van fabrikant of importeur waaruit blijkt dat de acceleratietijd meer mag bedragen dan twee seconden niet voorhanden. Op grond van het later vastgestelde artikel 2.3.12, zesde lid, van de Regeling permanente eisen moet het gaspedaal binnen één seconde volledig worden ingetrapt, waarbij het niet relevant is in hoeveel seconden het afregeltoerental wordt bereikt. Manipulatie van de meting door geleidelijk gas te geven is door deze eis eveneens niet meer mogelijk. De feitelijk uitgeholde eis dat binnen twee seconden het afregeltoerental moet worden bereikt kan derhalve komen te vervallen. De Voorschriften meetmiddelen 1997 worden daarom aangepast, aangezien de software niet meer hoeft te controleren op de acceleratietijd van twee seconden. Tevens wordt artikel 2.3.12, zevende lid, van de Regeling permanente eisen geschrapt, aangezien aan de daarin vermelde afwijkingsmogelijkheid geen behoefte meer is. De meters die op dit moment in gebruik zijn hoeven naar aanleiding van deze wijzigingen niet te worden aangepast omdat deze reeds de mogelijkheid hebben om de ‘twee seconden-optie’ uit te schakelen. Dit brengt derhalve geen administratieve of financiële lasten met zich mee.

Artikel I, onderdeel B

In het verleden hebben fabrikanten nagenoeg nooit een beroep gedaan op de snelheidsafhankelijke variatie in draagvermogen. Dat is inmiddels veranderd en heeft een omissie aan het licht gebracht. Richtlijn 92/23/EEG van de Raad van 31 maart 1992 betreffende banden voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan alsmede betreffende de montage ervan (PbEG L 129) geeft in aanhangsel acht bij bijlage II de snelheidsafhankelijke variatie in draagvermogen voor banden voor bedrijfsvoertuigen weer. De richtlijn is onder meer voor bedrijfsauto’s geïmplementeerd in artikel 3.3.23 en voor aanhangwagens in artikel 3.7.23 van het Voertuigreglement. De variatie in draagvermogen wordt in beginsel bepaald aan de hand van de maximumsnelheid van het voertuig (3.3.23, derde lid). Aanhangwagens hebben echter geen maximale snelheid aangezien die wordt bepaald door het trekkende voertuig. Op grond van het tweede lid van artikel 3.7.23 moet bij de toelating tot de weg het draagvermogen van banden van aanhangwagens daarom voldoende zijn voor het door de fabrikant opgegeven draagvermogen bij een snelheid van 100 km/h. De maximumsnelheid van 100 km/h voor aanhangwagens wordt niet op het kentekenbewijs vermeld. Op grond van artikel 2.6.1, vierde lid, van de Regeling permanente eisen is het echter alleen mogelijk om via een vermelding op het kentekenbewijs op grond van bijlage 5 bij de Regeling permanente eisen, die identiek is aan aanhangsel acht op bijlage II bij voornoemde richtlijn, een snelheidsafhankelijke variatie in draagvermogen toe te staan. Dat kan er in resulteren dat een tot de weg toegelaten aanhangwagen toch niet aan de permanente eisen voldoet, omdat de bij de toelating toegestane variatie voor aanhangwagens in de Regeling permanente eisen niet is toegestaan. Oplossing zou kunnen zijn de maximale snelheid van 100 km/h in het kentekenregister of in het kentekenregister of op het kentekenbewijs van de aanhanger te vermelden, maar hiervoor zouden dan alle reeds afgegeven kentekenbewijzen moeten worden vervangen. Zonder verhoging van de administratieve lasten kan echter hetzelfde resultaat worden bereikt, met de wijziging van artikel 2.6.1, vierde lid, van de Regeling permanente eisen. Door de Regeling permanente eisen in lijn te brengen met de toelatingseis zullen in de APK geen ongewenste afkeuringen plaatsvinden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

  • 1

    Stcrt. 1998, 84; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 26 januari 2004 (Stcrt. 22).

  • 2

    Stcrt. 1997, supplement bij nr. 248; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 29 april 2004 (Stcrt. 90).

Naar boven