Overdracht winningsvergunningen

18 mei 2004

nr. ME/EP/UM-4033203

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

- Total E&P Nederland B.V. (hierna te noemen: Total) en Lundin Netherlands B.V. (hierna te noemen: Lundin) zijn de houders van de winningsvergunningen Gorredijk (Stcrt. 1989, 145), Leeuwarden (Stcrt. 1969, 46), Oosterend (Stcrt. 1985, 84), Slootdorp (Stcrt. 1969, 94) en Zuidwal (Stcrt. 1984, 190);

- Total is houder van de winningsvergunning Steenwijk (Stcrt. 1994, 177);

- De vergunninghouders hebben bij brieven van 19 februari 2004 verzocht om toestemming op grond van artikel 20 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, 542) voor overdracht van:

de winningsvergunningen Gorredijk, Leeuwarden, Oosterend en Slootdorp aan Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V. (hierna te noemen Vermilion) en Lundin;

de winningsvergunning Zuidwal aan Total, Vermilion en Lundin en

de winningsvergunning Steenwijk aan Vermilion.

Overwegingen:

- De winningsvergunningen Gorredijk, Leeuwarden, Oosterend, Slootdorp, Zuidwal en Steenwijk worden op grond van artikel 143, tweede lid onder c, van de Mijnbouwwet beschouwd als winningsvergunningen als bedoeld in artikel 6 van de Mijnbouwwet;

- Voor de gebieden waarvoor deze winningsvergunningen gelden, geldt niet ook een door een ander gehouden opslagvergunning voor opslag in aardgas- of aardolievoorkomens;

- Over Vermilion is met betrekking tot de technische en financiële mogelijkheden van het bedrijf nadere informatie verstrekt, o.a. in brieven van 15 maart 2004, 18 april 2004 en 14 mei 2004;

- De Mijnraad heeft geadviseerd de gevraagde toestemming voor de overdracht van de vergunningen te geven;

- Noch de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouders, noch de wijze waarop zij voornemens zijn de winningactiviteiten te verrichten, noch hun efficiëntie en verantwoordelijkheidszin bij opsporings- en winningsactiviteiten, geven aanleiding de gevraagde toestemming te weigeren.

Gelet op:

- Artikel 20 en artikel 22 van de Mijnbouwwet en artikel 1.3.7, derde lid, van de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, 245),

Besluit:

1. Aan de houders van de winningsvergunningen Gorredijk, Leeuwarden, Oosterend en Slootdorp wordt toestemming verleend deze vergunningen over te dragen aan Vermilion en Lundin.

2. Aan de houders van de winningsvergunning Zuidwal wordt toestemming verleend deze vergunning over te dragen aan Total, Vermilion en Lundin.

3. Aan de houder van de winningsvergunning Steenwijk wordt toestemming verleend deze vergunning over te dragen aan Vermilion.

4. Vermilion wordt aangewezen als uitvoerder, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet van de vergunningen Gorredijk, Leeuwarden, Oosterend en Slootdorp.

5. Total wordt aangewezen als uitvoerder, als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet van de vergunning Zuidwal.

6. Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,namens deze:
J.C. De Groot, directeur Energieproductie.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/1410), Postbus 20101, 2500 EC 's-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven