Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2004, 101 pagina 11 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2004, 101 pagina 11 | beleidsregel |
Beleidsregels van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 23 mei 2004, nr. TRCJZ/2004/3989, houdende uitleg van het Varkensbesluit en de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op de artikelen 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 4, 5, 7 en 19 van het Varkensbesluit en de artikelen 6, 7 en 8 van de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn;
Besluit:
De Beleidsregels schorsing en intrekking erkenningen Besluit dierenvervoer 1994 worden als volgt gewijzigd:
A
Na ‘BESLUIT:’ wordt een aanduiding ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk I: Dierenvervoer
B
In artikel 1 wordt ‘deze beleidsregels’ vervangen door: dit hoofdstuk.
C
Onder vernummering van de artikelen 8 en 9 in 12 en 13 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
a. plateaustal: een stal, waarin gebruiksvarkens beschikken over twee verblijfsniveaus en die voldoet aan de navolgende eisen:
1°. de afstand van een plateau tot de vloer bedraagt minimaal 0,9 meter;
2°. de afstand van het plateau tot het plafond bedraagt minimaal 0,9 meter met dien verstande dat de afstand tussen het plateau en het hoogste punt van het plafond tenminste 1,5 meter bedraagt;
3°. een plateau is minimaal 4,0 meter lang, de breedte van het plateau bedraagt minimaal 1,1 meter en maximaal 1,5 meter;
4°. een plateau bestaat uit kunststof of beton en is zodanig vervaardigd dat deze is afgestemd op de maximale gewichtsbelasting van de varkens en dat bevuiling van zich onder het plateau bevindende varkens zoveel mogelijk wordt voorkomen;
5°. een plateau is voorzien van een deugdelijke balustrade;
6°. een plateau is bereikbaar via een loopplank van tenminste 0,75 meter breed en zodanig geplaatst en ontworpen dat de varkens zonder veel moeite het plateau kunnen bereiken;
b. besluit: Varkensbesluit;
c. regeling: Vrijstellingsregeling dierenwelzijn.
1. Bij gebruik van een zwevende trog waarvan de onderkant zich minimaal 20 centimeter boven de vloer bevindt, mag in de gevallen dat het varken ongehinderd met zijn kop onder de trog kan rusten, de ruimte onder de zwevende trog als vrije ruimte als bedoeld in artikel 7 van het besluit, worden meegerekend.
2. Bij gebruik van een verzonken trog zonder obstakels mag van de vrije ruimte als bedoeld in artikel 7 van het besluit, 15 centimeter verzonken zijn.
1. Bij gebruik van een plateaustal mag de voor gebruiksvarkens beschikbare oppervlakte van een plateau als beschikbare oppervlakte als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het besluit, artikel 6, tweede lid, en artikel 8, tweede lid van de regeling, worden meegerekend.
2. Bij gebruik van een plateaustal mag het dichte deel van de voor gebruiksvarkens beschikbare vloer van een plateau als het dichte deel van de beschikbare vloer als bedoeld in artikel 5, derde lid, van het besluit, en artikel 7, tweede lid, en artikel 8, derde lid, van de regeling, worden meegerekend.
Onder het begrip stal in artikel 19 van het besluit, wordt verstaan de kleinste eenheid waarin varkens kunnen worden gehuisvest.
D
Na artikel 11 wordt een aanduiding ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk III: Slotbepalingen
E
Artikel 12 komt als volgt te luiden:
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels dierenwelzijn.
F
In artikel 13 wordt ‘Deze regeling’ vervangen door: Hoofdstuk I
Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.
Met het onderhavige besluit wordt een nadere uitleg gegeven van de verplichtingen uit de artikelen 4, 5, 7 en 19 van het Varkensbesluit en de artikelen 6, 7 en 8 van de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn. Deze uitleg is in lijn met de toezeggingen zoals verwoord in de brieven van 6 december 2002 en 25 maart 2003 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal1 .
Het besluit is te kwalificeren als een beleidsregel als bedoeld in de artikelen 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent onder meer dat de gegeven uitleg van begrippen en normen uit het Varkensbesluit en de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn in beginsel voor alle gevallen maatgevend is.
In dit artikel wordt nader uiteengezet op welke wijze een verzonken trog of de ruimte onder een zwevende trog mag worden meegerekend bij de voor een varken verplichte minimale standlengte van 2 meter als bedoeld in artikel 7 van het Varkensbesluit.
Bij gebruik van een zwevende trog mag de ruimte onder de zwevende trog als vrije ruimte gerekend worden, indien het varken ongehinderd met zijn kop onder de trog kan rusten. Rekening houdend met de grootte van de koppen van verschillende varkensrassen, zal het er in de praktijk op neerkomen dat de onderkant van de trog zich op minimaal 20 centimeter hoogte boven de vloer moet bevinden.
Bij gebruik van een verzonken trog zonder obstakels mag een deel van deze trog worden meegerekend bij de voor het varken verplichte minimale standlengte van twee meter. Het gaat hierbij om een lengte die overeen komt met de lengte van het neusgedeelte, circa 15 centimeter van de kop van een varken. Het neusgedeelte rust namelijk niet op de vloer als een varken ligt. Dit heeft tot gevolg dat bij gebruik van een verzonken trog zonder obstakels er van de twee meter standlengte maximaal 15 centimeter verzonken mag zijn.
Met dit artikel wordt buiten twijfel gesteld dat de voor gebruiksvarkens beschikbare oppervlakte van een plateau mag worden betrokken bij het behalen van de oppervlaktenormen uit de artikelen 4 en 5 van het Varkensbesluit en de artikelen 6, 7 en 8 van de Vrijstellingsregeling dierenwelzijn.
In de komende jaren zal het gebruik van plateaustallen en de effecten daarvan op het welzijn van varkens door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit nauwkeurig worden gemonitord. Op basis daarvan zal uiterlijk 2018 worden geoordeeld of het gebruik van de plateaustal voor het behalen van de oppervlaktenormen definitief kan worden toegestaan.
Hierop vooruitlopend is in artikel 8 een beperkt aantal eisen ten aanzien van de plateaustal geformuleerd teneinde misstanden bij het gebruik van plateaus te voorkomen. De eisen zijn afgeleid van het praktijkrapport Varkens, Plateau voor vleesvarkens van juni 2002 (Wageningen UR).
In artikel 19 van het Varkensbesluit moet het begrip stal worden uitgelegd als de kleinste eenheid waarin één of meer varkens kunnen worden gehouden. Dit betekent dat in geval van verbouw niet de gehele stal, dat is het rompgebouw waarin meerdere hokken en afdelingen aanwezig kunnen zijn, moet voldoen aan de oppervlaktenormen voor verbouwde stallen, maar alleen de hokken die verbouwd worden.
Deze beleidsregels zullen met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.P. Veerman
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2004-101-p11-SC65251.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.