Controlebeleid IB-Groep op het uitwonend zijn van studerenden met toelage WSF 2000

Bestemd voor: Studerenden die een uitwonendentoelage ontvangen.

Datum: 28 april 2004

Kenmerk: AGOCenW/MT/04.035

Datum inwerkingtreding: 1 september 2004

Juridische grondslag: controle uitwonendheid

Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t.

Informatie verkrijgbaar bij: Regiokantoren van de Informatie Beheer Groep 050-5997755

De Informatie Beheer Groep:

Maakt bekend:

Inhoud maatregel

De Informatie Beheer Groep controleert het feit of een studerende terecht in aanmerking komt voor studiefinanciering voor een uitwonende studerende, zoals bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, WSF 2000.

Deze controle bestaat uit de volgende stappen:

Eerst vergelijkt de IB-Groep het door de uitwonende studerende zelf als woonadres opgegeven adres met de adresgegevens van zijn ouders. Deze vergelijking geschiedt via gegevens die de IB-Groep reeds van deze ouders heeft of, bij het ontbreken ervan, via uitwisseling met de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). Indien uit deze bestandsvergelijking blijkt dat de adressen van de uitwonende studerende en van (een van) zijn ouder(s) overeenkomt, vindt nadere controle plaats. Komen de adressen van ouder(s) en studerende niet overeen, dan wordt de studerende beschouwd als uitwonend. Er wordt van verdere controle afgezien, zolang de studerende op hetzelfde adres blijft wonen.

De nadere controle vindt plaats door het aanschrijven van de studerende. In een brief van de IB-Groep wordt de studerende attent gemaakt op het feit dat bovengenoemde controle heeft plaatsgevonden en dat zijn woonadres volgens de gegevens van de IB-Groep overeenkomt met het woonadres van (een van) zijn ouder(s). In dezelfde brief biedt de IB-Groep de studerende de gelegenheid om aannemelijk te maken dat hij over de gecontroleerde periode niet woonachtig is geweest bij zijn ouder(s) en wel degelijk ergens anders woonde. Indien de studerende hierin slaagt, zal de IB-Groep het nieuwe adres van de studerende in haar administratie opnemen.

De studerende kan in beginsel met ieder bewijsstuk aannemelijk maken dat hij gedurende de periode waarover wordt gecontroleerd niet bij zijn ouders heeft gewoond. De IB-Groep zal elk geval afzonderlijk beoordelen. Wel moet een dergelijk bewijsstuk voldoende objectieve waarde hebben om als bewijs te kunnen dienen.

Inwerkingtreding

De IB-Groep realiseert zich dat het voor een studerende problematisch kan zijn om afdoende bewijsmiddelen te verschaffen om aan te kunnen tonen dat hij over een periode uitwonend is geweest. Daarom start de IB-Groep pas met deze nieuwe controlesystematiek over het controletijdvak dat start per september 2004.

Deze controle geldt in de eerste plaats voor alle nieuwe studerenden die op of na 1 september 2004 voor het eerst in aanmerking komen voor studiefinanciering. Zij worden hiermee ruimschoots van tevoren in de gelegenheid gesteld om ervoor te zorgen dat zij over voldoende bewijsmiddelen kunnen beschikken, indien de IB-Groep aanleiding zou zien hen hiernaar te vragen.

Het nieuwe controlebeleid geldt ook voor studerenden die reeds voor september 2004 in aanmerking kwamen voor studiefinanciering, maar alleen als zij in of na september 2004 verhuizen en zo een nieuw adres krijgen. Ook zij krijgen daarmee alle gelegenheid om vanaf dat moment aan de hierboven gestelde eisen te voldoen.

Zoals gezegd start de nieuwe controle per september 2004. Dit betekent dat de controle over de periode 2003-2004 bij wijze van overgangsregeling nog op de oude wijze zal plaatsvinden, namelijk met een formulier waarop de studerende per maand kan aangeven of hij over de gecontroleerde periode al dan niet uitwonend is geweest.

De Hoofddirectie van Informatie Beheer Groep,
namens deze de hoofddirecteur,
Chr. G. Spanjaard.

Toelichting

Ingevolge de WSF 2000 kan een studerende in aanmerking komen voor een hogere tegemoetkoming indien hij of zij niet bij zijn of haar ouders woont oftewel uitwonend is. Zoals duidelijk zal zijn, is de uitkeringsinstantie, de Informatie Beheer Groep, verplicht te controleren of aan de studerende terecht deze verhoging van de studiefinanciering is toegekend. De IB-Groep voert deze controle jaarlijks uit, waarbij elke keer een tijdvak van een jaar wordt gecontroleerd.

Over de periode vóór het controletijdvak 2002-2003 werd deze controle uitgevoerd door een verklaringsprocedure te gebruiken. De IB-Groep stuurde alle studerenden, die hadden aangegeven uitwonend te zijn, een formulier, waarop dit bevestigd kon worden. De controle werd elk jaar opnieuw uitgevoerd, ook als het adres van de studerende in de tussentijd niet gewijzigd was. Jaarlijks werden circa 300.000 controleformulieren verzonden.

Vanuit de Algemene Rekenkamer en het Ministerie van OCW werd aangedrongen op een meer risicogerichte invulling van deze controle. Door koppeling van bestanden zou de controle effectiever kunnen worden ingericht en zou het aantal te controleren personen kunnen worden beperkt.

Om aan deze kritiek tegemoet te komen besloot de IB-Groep om over het controletijdvak 2002-2003 op een andere wijze te gaan controleren.

Deze nieuwe controlemethodiek luidde als volgt; iedere student wordt op het betreffende adres maar een keer gecontroleerd. Indien hij aannemelijk heeft gemaakt dat hij daar daadwerkelijk woont, vindt pas opnieuw controle plaats indien deze studerende verhuist naar een ander adres. Daarnaast zou de studerende daadwerkelijk bewijs van uitwonendheid moeten gaan leveren, zodra de IB-Groep een discrepantie in de woonadressen van studerende en diens ouders constateerde.

De LSVb is tegen deze nieuwe wijze van controleren door de IB-Groep opgekomen door een kort geding aan te spannen. De rechter heeft de LSVb in het gelijk gesteld waarbij zij vooral zwaar liet wegen dat de IB-Groep de verandering in controlebeleid zonder vooraankondiging en zonder overgangsregeling heeft ingevoerd.

Met de publicatie van het bovenstaande controlebeleid komt de IB-Groep aan deze kritiek tegemoet. Iedere studerende kan op basis van deze publicatie geacht worden bekend te zijn met de nieuwe wijze van controleren per september 2004. Vanaf dat moment zal bij een geconstateerde overeenkomst tussen de adressen van de studerende en diens ouders, de studerende worden verzocht met bewijsstukken aannemelijk te maken dat hij niet bij zijn ouders woont. Deze bewijsstukken moeten uiteraard wel voldoende objectieve waarde hebben. Een verklaring van de studerende zelf of van zijn ouders is derhalve niet acceptabel, omdat deze verklaring als onvoldoende objectief moet worden beschouwd. Immers beide partijen hebben een financieel belang in deze kwestie. Bovendien hebben beide partijen reeds in een eerder stadium een dergelijke verklaring afgelegd, namelijk toen de studerende voor het eerst studiefinanciering voor een uitwonende studerende aanvroeg.

Overigens zal de IB-Groep er uitgebreid voor zorg dragen dat deze informatie ook op andere manieren aan de studerenden bekend zal worden gemaakt, zoals via haar website, brochures enzovoorts.

Tot slot is het van belang aan te geven dat de IB-Groep naast de bovengenoemde controle ook een andere controle uitvoert, die los staat van met deze controle op uitwonendheid.

De IB-Groep controleert namelijk of het adres dat de studerende aan de IB-Groep als woonadres heeft doorgegeven, overeenkomt met het adres, dat voor deze studerende is opgenomen in de GBA. Deze controle koppelt beide adressen met elkaar en indien zij niet overeen komen, wordt de studerende aangeschreven. Deze controle geldt niet voor studerenden, die reeds studiefinanciering ontvingen voor september 2002.

Naar boven