Vaststelling nieuw aanvraagformulier S&O-verklaring, mede naar
aanleiding van het Belastingplan 2003
14 mei 2003
nr. WJZ 3009812
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 24, vierde lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting
en premie voor de volksverzekeringen;
Besluit:
Artikel I
De bijlage bij de Uitvoeringsregeling administratieve voorschriften S&O-vermindering1 wordt voor S&O-verklaringen die betrekking hebben op periodes
die aanvangen na 31 december 2002 vervangen door de bij deze regeling behorende
bijlage.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst
met uitzondering van de bijlage, die ter inzage wordt gelegd bij het Agentschap
Senter, Dokter van Deenweg 108, Zwolle.
's-Gravenhage, 14 mei 2003.
De Minister van Economische Zaken,J.F. Hoogervorst.
1 Stcrt. 1994, 86, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële
regeling van 7 maart 2002 (Stcrt. 49).
Toelichting
De wijziging heeft uitsluitend betrekking op het model van het formulier
waarmee de aanvraag van een S&O-verklaring moet worden ingediend bij Senter,
agentschap van het Ministerie van Economische Zaken.
Aanpassing van het aanvraagformulier is nodig omdat door het Belastingplan
2003 Deel I (Stb. 2002, 615) onderzoeken naar haalbaarheid geen speur- en
ontwikkelingswerk meer vormen in zin van artikel 1 van de Wet vermindering
afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (Stb. 1995, 666).
Het onderdeel van het aanvraagformulier dat hiernaar vroeg is daarom geschrapt.
Aanpassing is voorts nodig vanwege de in het Belastingplan 2003 Deel I
aangekondigde wijziging van de Afbakeningsregeling speur- en ontwikkelingswerk
1997, welke wijziging tot stand kwam door een ministeriële regeling van
6 december 2002 (Stcrt. 2002, 240). Deze wijziging leidt tot een inperking
van de activiteiten waarvoor een S&O-verklaring kan worden verkregen.
Zo komen bijvoorbeeld ontwikkelingsprojecten die gericht zijn op een in technologische
zin niet significante verbetering of verandering van een product of proces
niet meer in aanmerking voor een S&O-verklaring. Het aanvraagformulier
is aangepast aan deze wijziging.
Om eventuele communicatie met de ondernemer over de aanvraag te vereenvoudigen
en sneller tot stand te kunnen brengen is een vraag toegevoegd waarin het
mobiele nummer van de contactpersoon van de ondernemer kan worden vermeld.
Wijziging heeft het formulier tenslotte ook in die zin ondergaan dat de
toelichting die behulpzaam kan zijn bij het invullen van het formulier niet
langer deel uitmaakt van het formulier zelf.
Het schrappen van haalbaarheidsonderzoeken zal naar verwachting leiden
tot een afname van ongeveer 2000 aangevraagde projecten. Daarmee zal een bedrag
van circa € 180.000 aan administratieve lasten bespaard worden. Omdat
een aantal ondernemers naar verwachting aanvankelijk nog wel een aanvraag
zal doen omdat zij nog geen kennis hebben genomen van het voorlichtende materiaal
van Senter, zal de besparing niet direct volledig worden bereikt. Anderzijds
is er sprake van een lichte toename van de administratieve lasten omdat op
het aanvraagformulier een nadere specificatie moet worden gegeven waaruit
de met het project beoogde technologische verbetering of verandering blijkt.
De toename van de administratieve kosten die gemoeid zijn met de beantwoording
van deze vraag zullen marginaal zijn, omdat de hoeveelheid correspondentie
die in het verleden vaak nodig was om nadere informatie te verkrijgen zal
dalen.
Per saldo is de verwachting dat de administratieve lasten van de wijziging
van het aanvraagformulier niet zullen toenemen en op iets langere termijn
zullen dalen.
Het Adviescollege administratieve lasten heeft aangegeven deze wijziging
niet te zullen toetsen.
De Minister van Economische Zaken,
J.F. Hoogervorst.