Ontheffing Rendac Son B.V.

7 mei 2003

Nr. VVA. 2003/1396

Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

Overwegende dat als gevolg van de uitbraak van Aviaire Influenza in Nederland de destructiecapaciteit voor gespecificeerd hoog-risico-materiaal bij Rendac Son B.V. onvoldoende is om de dagelijkse productie van dit materiaal terstond te verwerken;

dat deze stagnatie van verwerking en vernietiging van destructiemateriaal ongewenst is met het oog op de humane en diergezondheid;

dat door de bijzondere omstandigheden de verwerking van gespecificeerd hoog-risico-materiaal niet overeenkomstig de bij of krachtens de wet gegeven regelen onschadelijk gemaakt kan worden;

dat daarom een ontheffing van de verplichting tot verwerking, als bedoeld in artikel 12, tweede lid, geboden is;

Gelet op artikel 12, tweede lid, in samenhang met artikel 13, eerste lid, van de Destructiewet en artikel 24, eerste lid, onder c, van de Verordening 1774/2002/EG;

Besluit:

Een ontheffing te verlenen aan:

De besloten vennootschap Rendac Son B.V.

Postbus 9

5690 AA Son

Hierna te noemen: Rendac Son

Van de verplichting tot verwerking van gespecificeerd hoog-risico-materiaal overeenkomstig de bij of krachtens de Destructiewet gegeven regelen.

Bovenstaande onder de volgende voorwaarden:

1. De ontheffing heeft uitsluitend betrekking op verwerking van gespecificeerd hoog-risico-materiaal voor zover het betreft kadavers van voor Aviaire Influenza gevoelige diersoorten, die zijn ontstaan in het kader van de bestrijding van Aviaire Influenza en die afkomstig zijn van een bedrijf waar bij de aanwezige voor Aviaire Influenza gevoelige dieren geen klinische verschijnselen van besmetting met Aviaire Influenza of een besmetting daarmee zijn geconstateerd.

2. De ontheffing is slechts van toepassing voor zover de verwerkingscapaciteit van het reguliere wettelijke verwerkingsproces van Rendac Son voor gespecificeerd hoog-risico-materiaal ontoereikend is.

3. De ontheffinghouder zal het onder 1 bedoelde materiaal, indien het niet ter directe verwerking naar een verwerkingsbedrijf kan worden vervoerd, afvoeren naar een door LASER aangewezen stortplaats.

4. Transport zoals bedoeld onder 3 vindt plaats rechtstreeks van de locatie waar het materiaal is ontstaan naar de stortplaats.

5. Transport vindt plaats door middel van afgedekte, lekvrije en verzegelde recipiënten/containers die zijn gelabeld naar herkomst en datum en waarop is vermeld “SRM - niet geschikt voor humane en dierlijke consumptie - slechts bestemd ter vernietiging”.

6. De kritische onderdelen van het transportmiddel - banden, wielkasten, treeplank, onderkant laadklep en lepel van de heftruck (kooiaap) - worden gereinigd en ontsmet voor vertrek bij de locatie waar het materiaal is ontstaan.

7. Op de stortplaats is een register aanwezig als bedoeld in artikel 29 van het Destructiebesluit.

8. Het materiaal wordt gestort in waterdoorlatende big bags, welke worden afgesloten.

9. Het materiaal wordt na het storten op een zodanige wijze afgedekt met ander materiaal dat voorkomen wordt dat vleesetende dieren toegang hebben tot het materiaal.

10. De werkwijze bij het begraven op de stortplaats dient verder plaats te vinden overeenkomstig de daartoe opgestelde instructie. Deze is als bijlage van deze beschikking bijgevoegd.

11. Deze beschikking geldt onverminderd de overige eisen gesteld bij of krachtens de Destructiewet, overige relevante nationale wetgeving, in het bijzonder de Wet milieubeheer en de geldende Europese regelgeving, in het bijzonder verordening 2002/1774/EG.

De beschikking wordt verleend voor onbepaalde tijd. Zij wordt ingetrokken indien de noodzaak voor de beschikking zoals verwoord in de overwegingen bij deze beschikking naar het oordeel van Onze Minister ophoudt te bestaan.

De beschikking kan worden ingetrokken indien niet is voldaan aan de gestelde voorschriften.

Op grond van artikel 20.3, eerste lid, in samenhang met artikel 20.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer treedt een besluit op grond van de Destructiewet in werking met ingang van de dag na de dag waarop de termijn verloopt voor het indienen van een bezwaarschrift, tenzij wordt besloten tot onmiddellijke inwerkingtreding op grond van artikel 20.5 Wet milieubeheer.

Gelet op de bijzondere omstandigheden met betrekking tot de capaciteitsproblemen bij Rendac Son B.V. en de noodzaak van het tijdig en veilig verwijderen, verwerken en vernietigen van gespecificeerd hoog-risico-materiaal met het oog op de humane en diergezondheid, treedt deze ontheffing in werking met ingang van 1 mei 2003.

Een belanghebbende kan binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit bezwaar maken bij de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij. Het bezwaarschrift wordt gezonden aan het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, t.a.v. de Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK te Den Haag.

Dit besluit wordt bekendgemaakt door publicatie in de Nederlandse Staatscourant.

's-Gravenhage, 7 mei 2003.
De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,B.J. Odink.

Bijlage: Werkwijze bij het storten van gedood pluimvee.

Stroe, 10 april 2003

Algemeen

In verband met capaciteitsproblemen bij de destructor en de beperkingen bij het invriezen is besloten dat pluimvee onder bepaalde omstandigheden mag worden gestort.

Het dode pluimvee, dat wordt aangevoerd kan afkomstig zijn van:

* Opkoopregeling van welzijnsdieren

* Preventief geruimde bedrijven

Voor de medewerkers op de stortplaats de volgende punten van belang:

1. Voordat de eerste aanvoer komt moeten alle medewerkers een duidelijke briefing hebben omtrent het hygiëneprotocol en werkwijze.

2. Alleen medewerkers die thuis geen A.I. gevoelige dieren hebben mogen op de stortplaats werkzaam zijn bij deze aanvoer van deze gedode dieren.

3. De medewerkers mogen nadat zij met dit materiaal werkzaam zijn geweest 72 uur niet op een bedrijf komen waar A.I. gevoelige dieren worden gehouden.

Vanaf de bedrijven worden de gedode dieren aangevoerd in big-bags die ongeveer 15 m3 inhoud hebben. Deze big-bags worden met de vrachtauto aangevoerd en in de stortplaats gezet met behulp van een kraan.

Het storten mag alleen bij daglicht plaatsvinden en na het storten moet het gestorte pluimvee worden afgedekt met afval.

Omdat twee soorten materiaal kunnen worden aangevoerd, zijnde materiaal afkomstig uit de opkoopregeling van welzijnsdieren en materiaal afkomstig van preventieve ruimingen, en er twee controleplaatsen zijn, zijn er twee functionarissen aanwezig. Een functionaris van de RVV en een functionaris van LASER.

De controles die door RVV en LASER moeten worden uitgevoerd bestaan uit:

- Controle op weging en verzegeling

- Controle op verzegeling, het lossen en ontsmetten van de vrachtauto

De hiervoor benodigde formulieren zijn:

1. Dagrapport storten pluimvee

2. Verzamellijst aangevoerd pluimvee voor storten (LASER - Opkoop)

3. Verzamellijst aangevoerd pluimvee voor storten (RVV - Preventieve ruimingen)

4. Tijdverantwoording ingezet personeel.

Hygiënevoorschriften op locatie.

Hiervoor dienen de opgestelde protocollen van de RVV in acht genomen te worden. Dit betekent onder meer dat de medewerker zich bij aankomst omkleedt in de portocabine en gebruik maakt van de beschikbaar gestelde kleding.

De medewerkers dient de eigen kleding achter te laten in de kleedruimte en hij/zij trekt de beschikbaar gestelde kleding aan (ook ondergoed). Daarover wordt de wegwerpoverall aangetrokken en vervolgens wordt de controle uitgevoerd bij de weegbrug c.q. de stortplaats. Na afloop van de werkzaamheden dient weer gedoucht te worden en wordt de eigen kleding weer aangedaan. Vervolgens kan het terrein verlaten worden.

Controle op weging

In geval de medewerker is ingezet bij de controle op de weging blijf hij/zij bij de weegbrug voor toezicht op de weging en voert hij/zij hier de administratie van de aanvoeren gestorte materialen.

Bij enkele stortplaatsen kan het zijn, dat dit een mobiele weegbrug is om de voortgang van de aanvoer en afvoer van het reguliere materiaal niet te hinderen. Er dient op gelet te worden dan de vrachtauto's zich houden aan de voorgeschreven routing op de stortplaats.

Bij aankomst dient gecontroleerd te worden of de verzegeling van de vrachtauto nog intact is en dienen de volgende formulieren in ontvangst genomen te worden:

* `Begeleidingsformulier afvoer pluimvee' (exempl. 2/5, 3/5 en 4/5)

(in geval dieren uit de welzijnsopkoop)

* `Begeleidingsformulier voor afvoer van vee en of voorwerpen voor destructie', hierna te noemen BG 402704, (exemplaar 1 t/m 5)

(In geval van pluimvee uit de preventief geruimde bedrijven)

De vrachtauto wordt onder LASER/RVV toezicht vol en leeg gewogen, de medewerker controleert tevens of de vrachtauto is verzegeld.

In geval de dieren afkomstig zijn uit de welzijnsopkoop.

De medewerkers vult deel E van het Begeleidingsformulier afvoer pluimvee in voor wat betreft de 1e en de 2e weging, verder het tijdstip en zijn/haar naam, datum en handtekening invullen. Vervolgens geeft hij/zij het formulier mee aan de vrachtauto die nu naar de losplaats gaat.

Verder maak de medewerker per dag de een `Verzamellijst aanvoer gedood pluimvee op stortplaats' op. Hierop noteert hij/zij van alle aangevoerde vrachtauto's het kenteken, het zegelnummer, vol, leeg en nettogewicht en het UBN-nummer van het herkomstbedrijf.

In geval de dieren afkomstig zijn uit de ruiming

In dit geval vult de medewerker deel B in van het `BG 402704”. Hierop noteert hij/zij de gevraagde gegevens en tekent hij/zij het rapport af met vermelding van RVV/LASER-functionaris, zijn/haar naam en handtekening.

Deel C van dit rapport wordt ingevuld door de gemachtigde van de stortplaats en hier wordt in dit geval alleen het aantal kilogrammen ingevuld en de andere gegevens zoals naam, plaats, handtekening en stempel van de betreffende stortplaats.

Alvorens de documenten gereed zijn worden deze allemaal gecontroleerd op volledigheid en juistheid.

Controle op het lossen en ontsmetten van de vrachtauto

Algemeen

De medewerker die de controle hier uitvoert dient ervoor te zorgen dat hij/zij de voorgeschreven hygiëneprotocollen in acht neemt. Hij/zij laat zijn/haar eigen kleding achter in de portocabine en trekt de beschikbaar gestelde kleding aan. Hierover doet hij/zij ook een wegwerpoverall aan.

De vrachtauto brengt de dode dieren na weging op de stortplek en hier controleert de medewerker of de verzegeling nog intact is. Vervolgens worden de dieren in de big bags gelost en afgedekt met vuilnis. Let erop dat dit op de voorgeschreven wijze wordt uitgevoerd.

In geval de dieren afkomstig zijn uit de welzijnsopkoop.

De medewerker vult dan deel F in van het `Begeleidingsformulier afvoer pluimvee' en geeft hierin aan welk soort dieren worden gestort op de stortlocatie. Hiervoor moet dient hij/zij de tekst uit deze zin te wijzigen. Dit moet nu worden:

Onder mijn toezicht zijn vleeskuikens/vleeseenden/vleeskalkoenen/...*

(Eventueel opfokhennen) gestort op het aanvoeradres voldoende afgedekt.

De medewerker vult verder de naam van het aanvoeradres in en de datum, de zegelnummers en zet vervolgens zijn/haar handtekening. Vervolgens wordt het formulier weer meegegeven aan de chauffeur die dit formulier weer afgeeft aan je collega bij de weegbrug.

In geval de gedode dieren afkomstig zijn uit de preventieve ruimingen

In dit geval wordt deel C van het `Begeleidingsformulier voor de afvoer van vee en of voorwerpen bestemd voor destructie' gebruikt. Hiervan wordt de passage “ontvangen door” en de plaats ingevuld. Vervolgens wordt dit afgetekend door de gemachtigde van de stortplaats. De hoeveelheid wordt ingevuld door de collega bij de weegbrug, na de leegweging van de vrachtauto.

Reinigen en ontsmetten

Vervolgens ziet de medewerker erop toe dat de vrachtauto na het lossen op de R&O—plek gaat reinigen en ontsmetten. Het reinigen en ontsmetten van de vrachtauto moet op een overdekte plek geschieden met de voorgeschreven middelen.

Nadat de vrachtauto is gereinigd en ontsmet volgens de voorschriften wordt het ontsmettingsboekje afgetekend.

De medewerker noteert hierop zijn/haar naam en handtekening en verder een afdruk van het stempel.

Hygiëne voor personen

Na afloop van de werkzaamheden wordt de vuile kleding gedeponeerd in een daarvoor bestemde ton in de kleedruimte. Dit omkleden is voor de medewerker bij de weegbrug en op de stortplek van toepassing. Ook moet dit protocol worden nageleefd door de andere medewerkers die met dit materiaal in aanmerking komen. De ton wordt nadat deze vol is afgevoerd via de afdeling Nazorg van de RVV. Na het douchen wordt de eigen kleding aangetrokken en het terrein verlaten.

Formulierenstroom

Nadat de begeleidingsformulieren afvoer pluimvee (exempl. 2/5, 3/5 en 4/5) en de `Begeleidingsformulieren voor afvoer van vee en of voorwerpen bestemd voor destructie' zijn ingevuld worden deze meegenomen naar de weegbrug. Zodra de administratieve handelingen per auto zijn afgewerkt, worden door de medewerker bij de weegbrug de volgende formulieren ingevuld:

Per auto

- `BG 402704' (in geval van preventieve ruimingen)

- Begeleidingsformulier afvoer pluimvee (in geval van welzijnsopkoop)

Per dag de formulieren verzamelen in een plastic zakje en dit verzegelen. (echter duidelijk gescheiden voor LASER en RVV aanvoer) Deze verzegelde formulieren worden iedere tweede dag opgehaald en in deze plastic zakjes naar het RCC in Stroe gebracht.

Naar boven