Aantal artikelen Verordening beroeps- en gedragsregels Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie alsnog goedgekeurd

De toenmalige Staatssecretaris van Justitie heeft in 2000 de Verordening beroeps- en gedragsregels van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie van 21 juni 2000 goedgekeurd, met uitzondering van de artikelen 1, 7, eerste lid, 10, eerste lid, tweede zin, 13 en 15.

Op 14 oktober 2002 heeft de Rechtbank `s-Gravenhage dit besluit vernietigd voorzover de staatssecretaris daarmee zijn goedkeuring heeft onthouden aan artikel 1, artikel 7, eerste lid, artikel 13 en artikel 15 en Justitie opgedragen een nieuw besluit te nemen met inachtneming van hetgeen in deze uitspraak is overwogen.

In verband hiermee heeft de minister van justitie bij brief van 27 februari op grond van artikel 91, eerste lid, Wet op het notarisambt alsnog goedkeuring verleend aan de artikelen 1, 7, eerste lid, 13 en 15 van de Verordening Beroeps- en gedragsregels, zoals deze zijn vastgesteld door de ledenraad van 21 juni 2000. De bewuste artikelen luiden als volgt.

Artikel 1

De notaris gedraagt zich in de uitoefening van zijn beroep en daarbuiten zodanig dat de eer en het aanzien van het notariaat niet worden of kunnen worden geschaad.

Artikel 7, eerste lid

De notaris kan zich niet door de opdrachtgever of door andere bij de rechtshandeling betrokkenen van zijn geheimhoudingsplicht laten ontslaan.

Artikel 13

De notaris onthoudt zich van handel en actieve belegging in registergoederen, zowel direct als indirect en zowel zakelijk als privé. Hetzelfde geldt voor handel en actieve belegging in aandelen in niet ter beurze genoteerde vennootschappen.

Artikel 15

1. Aan de notaris toevertrouwde gelden dienen te allen tijde ten volle in geldmiddelen aanwezig te zijn: de notaris moet er onmiddellijk en zonder enige beperking over kunnen beschikken. Het vorenstaande dient te blijken uit de administratievoering.

2. De notaris moet daarnaast alle kortlopende schulden, zowel zakelijk als privé, terstond kunnen betalen.

Naar boven