Zesde wijziging reglement N.V. Service Centrum Grond

De directie van de N.V. Service Centrum Grond,

Gelet op artikel 22, eerste lid, van de Wet bodembescherming en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht,

Besluit:

I. Het Reglement van de N.V. Service Centrum Grond, laatstelijk vastgesteld op 16 juni 2000 en bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant van 27 juni 2000, en laatstelijk gewijzigd op 16 december 2002 (Nederlandse Staatscourant van 5 februari 2003, nr. 25) wordt gewijzigd als volgt.

A

Artikel 6a komt te luiden als volgt.

1. Voor de beoordeling van asbest worden de volgende waarden gehanteerd:

Samenstellingswaarde voor schone grond: de detectielimiet;

Samenstellingswaarde voor herbruikbare grond: gewogen norm van 100 mg/kg d.s. (serpentijn asbestgehalte vermeerderd met tien maal het amfibool asbestgehalte);

Interventiewaarde bodemsanering: gewogen norm van 100 mg/kg d.s (serpentijn asbestgehalte vermeerderd met tien maal het amfibool asbestgehalte).

2. De beoordeling van asbesthoudende grond geschiedt voor het overige overeenkomstig de bepalingen van de Regeling beoordeling reinigbaarheid grond bodemsanering 2000.

B

Artikel 11c komt te luiden als volgt.

De partij moet zijn bemonsterd overeenkomstig een nader onderzoek asbest, danwel een depotkeuring, conform o-NEN 5707, NEN 5707 of NEN 5897.

II. Deze wijziging treedt in werking met ingang van 1 maart 2003.

Houten, 20 februari 2003.
De directie van het SCG.

Deze wijziging zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Deze wijziging is op 24 januari 2003 goedgekeurd door de Raad van Commissarissen van de N.V. SCG en is op 20 februari 2003 ter kennis gebracht van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Toelichting

Artikel 6a

De Regeling beoordeling reinigbaarheid grond bodemsanering 2000 (de MR) geeft de waarden aan de hand waarvan het SCG de reinigbaarheid van verontreinigde grond beoordeelt. Voor asbest bevat de MR echter geen waarden. Omdat ook asbesthoudende verontreinigde grond aan het SCG ter beoordeling wordt voorgelegd, moeten daarvoor wel waarden worden vastgesteld. De wijziging van artikel 6a stemt de opgenomen asbestnormering in het reglement van het SCG af op de vigerende landelijke interim normering asbest in bodem, grond en puin(granulaat). De bepaling heeft het karakter van een beleidsregel. Het SCG is op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht bevoegd tot het vaststellen van zo'n beleidsregel.

De in het artikel genoemde waarden komen overeen met de interventiewaarde bodemsanering voor asbest en de restconcentratienorm voor asbest conform de interim normering van het Ministerie van VROM, zoals verwoord in de brief van demissionair staatssecretaris Van Geel van 17 december 2002 aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en vastgesteld in de begrotingsstaat van het Ministerie van VROM (XI) voor het jaar 2003. Met ingang van 1 januari 2003 vervangt het gestelde in bovengenoemde brief de passages in de circulaire Streef- en Interventiewaarden bodemsanering (Stcrt. 2000, 39), die betrekking hebben op asbest en waarin asbest als niet-genormeerde stof is opgenomen.

Om de meest dringende knelpunten op te lossen is besloten om het beleid voor verontreiniging van de bodem met asbest te herzien, middels invoering per 1 januari 2003 van een interventiewaarde bodemsanering van asbest en herziening per 1 maart 2003 van de restconcentratienorm voor hergebruik van alle asbestbevattende materialen (inclusief grond, baggerspecie en puin(granulaat)). Betreffende interventiewaarde en restconcentratienorm zijn vastgesteld op 100 mg/kg d.s. asbest gewogen (serpentijnasbestconcentratie vermeerderd met 10 maal de amfiboolasbestconcentratie).

Over het nieuwe artikel 6a heeft overleg plaatsgevonden met de departementen van Financiën en VROM.

Op grond van het tweede lid van artikel 6a wordt asbesthoudende grond voor het overige beoordeeld overeenkomstig de bepalingen van de MR. Zowel artikel 2 van de MR als de bepalingen van § 2 van de MR zijn dus van toepassing.

Voordat het genoemde interimbeleid was vastgesteld, werd voor de toepassing van ongereinigde en gereinigde asbesthoudende grond een restconcentratienorm gehanteerd van 10 mg/kg d.s. voor niet-hechtgebonden asbest en een 0-norm voor niet-hechtgebonden asbest.

Genoemde herziening van de restconcentratienorm betekent dat het mogelijk zal zijn om meer asbesthoudende grond onder deze norm nuttig toe te passen, en om grond die is verontreinigd met zeer hoge concentraties asbest, in sommige gevallen te reinigen tot beneden de restconcentratienorm.

Voordat het genoemde interimbeleid was vastgesteld, was in genoemde circulaire geen interventiewaarde voor asbest geformuleerd. In het verlengde daarvan was zo'n waarde ook niet opgenomen in artikel 6a van het Reglement van het SCG opgenomen. Daaruit vloeide voort dat grond die uitsluitend is verontreinigd met asbest, niet onder artikel 6, maar onder artikel 7 van de MR viel, waardoor asbesthoudende grond zonder overige contaminanten als niet-ernstig verontreinigd werd gekwalificeerd. Genoemde invoering van de restconcentratienorm betekent dat asbesthoudende grond en baggerspecie zonder overige contaminanten bij overschrijding van de gewogen norm van 100 mg/kg d.s. asbest als ernstig verontreinigd zal worden gekwalificeerd.

De herziening van artikel 6a bewerkstelligt dat het SCG de reinigbaarheid van deze grond overeenkomstig de betrokken normen kan beoordelen.

Artikel 11c

Dit artikel bevat de bemonsteringseisen. De genoemde normen zijn gericht op zowel in situ onderzoek van asbesthoudende bodem als op een depotkeuring van asbesthoudende grond. Voorheen stond het de aanvrager vrij om te kiezen uit een monsternemingsstrategie uit een van de twee genoemde normen o-NEN 5707 of NEN 5897. Betreffende wijziging houdt in dat ten behoeve van een aanvraag van een verklaring van niet-reinigbaarheid aan SCG een partij asbesthoudende bodem dient te worden onderzocht op asbest conform de strategie Nader Onderzoek en een partij asbesthoudende grond conform de strategie Depotkeuring.

De o-NEN 5707:2001 is in 2002 geactualiseerd. In mei 2003 zal een NEN 5707:2003 worden gepubliceerd, die de o-NEN 5707:2001 vervangt.

Naar boven