Mandaatbesluit stichting Halt Nederland
De Minister van Justitie,
Gelet op het artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en het bepaalde
in de Wet Justitie-subsidies;
Besluit:
Artikel 1
1. Het bestuur van de stichting Halt Nederland is bevoegd namens de minister
op grond van artikel 48g, eerste lid, van de Wet Justitie-subsidies per boekjaar
subsidie te verstrekken aan de door de Minister van Justitie aangewezen Halt-bureaus.
2. Het bestuur van de stichting Halt Nederland is tevens bevoegd om namens
de minister de bevoegdheden als bedoeld in artikel 48h, derde lid, en artikel
48j, eerste en tweede lid, van de Wet Justitie-subsidies uit te oefenen.
Artikel 2
Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit stichting Halt Nederland.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2003.
Den Haag, 1 januari 2003.
De Minister van Justitie,J.P.H.
Donner.
Toelichting
A. Algemeen
1. Tot op heden is de stichting Halt Nederland een centraal orgaan dat
de belangen behartigt van de Halt-bureaus in Nederland en waarmee het ministerie
van Justitie (directie Sancties, Reclassering en Slachtofferzorg) overleg
voert over beleidsmatige vraagstukken en het ontwikkelen van nieuw beleid.
Vanaf 1 januari 2003 zal het bestuur van de stichting Halt Nederland ook beschikkingen
gaan afgeven ten behoeve van de financiering van Halt-afdoeningen en Stop-reacties,
die door de Halt-bureaus worden uitgevoerd. De wijze waarop subsidies voor
Halt-afdoeningen en Stop-reacties aan de Halt-bureaus worden verleend en de
bevoegdheden van het bestuur van de ondersteunende rechtspersoon (stichting
Halt Nederland), zijn vastgelegd in de Wet Justitiesubsidies. In artikel 48n
van de Memorie van Toelichting van deze wet wordt de mogelijkheid geboden
deze rechtspersoon door middel van een mandaatbesluit de bevoegdheid te geven
om namens de minister beschikkingen af te geven.
2. Het bestuur van de stichting Halt Nederland heeft ingestemd met de
overdracht van de taken voor de subsidiëring van Halt-afdoeningen en
Stop-reacties van de Halt-bureaus. Door het mandaat treedt geen bevoegdheidsverschuiving
op. De Minister van Justitie is geheel verantwoordelijk voor de besluiten
van het bestuur van de stichting Halt Nederland.
3. De DSRS verschaft op basis van besluiten van de bestuursraad van het
ministerie van Justitie de benodigde middelen, die met de uitvoering van Halt-afdoeningen
en Stop-reacties zijn gemoeid.
4. De uitvoering van het mandaatbesluit zal in ieder geval na een jaar
worden geëvalueerd. Zo nodig kan dit leiden tot aanpassingen.
B. Doel van het mandaatbesluit
De wijze van uitvoering, de samenwerking en de afstemming tussen DSRS
en de stichting Halt Nederland bij de financiering van Halt-afdoeningen en
Stop-reacties vereisen goede afspraken waarbij de beleids- en beheersverantwoordelijkheden
van DSRS en de stichting Halt Nederland duidelijk zijn aangegeven. In dit
mandaatbesluit wordt daartoe beschreven:
- de wijze waarop inhoud wordt gegeven aan het sturingsconcept bij de
financiering van de Halt-afdoeningen van de Halt-bureaus;
- welke verantwoordelijkheden aan het bestuur van de stichting Halt Nederland
toekomen;
- welke bevoegdheden daartoe aan het bestuur van de stichting Halt Nederland
worden gemandateerd.
C. Relatie ministerie van Justitie - Stichting Halt Nederland
1. De DSRS is namens de Minister de opdrachtgever van de stichting Halt
Nederland bij de financiering van Halt-afdoeningen en Stop-reacties.
2. De aansturing door de DSRS heeft plaats:
- op hoofdlijnen waar het gaat om de (meer)jaar(en)planning;
- op het aantal Halt-afdoeningen en Stop-reacties;
- op de kwaliteit van de Halt-afdoeningen en Stop-reacties in relatie
tot de kostprijs.
D. Inhoud van het mandaat
1. Het bestuur van de stichting Halt Nederland is binnen dit mandaat verantwoordelijk
voor de beleidsuitvoering binnen de door de DSRS vastgestelde kaders. Het
bestuur voert namens de stichting Halt Nederland formeel overleg met de DSRS
en geeft leiding aan het bureau van de stichting. Daartoe wordt aan het bestuur
mandaat verstrekt, met inachtneming van door DSRS vastgestelde richtlijnen
om:
- namens de Minister alle noodzakelijke activiteiten te verrichten in
verband met de subsidieaanvraag, subsidieverlening en subsidievaststelling
met betrekking tot de uitvoering van Halt-afdoeningen en Stop-reacties van
de Halt-bureaus (zie ook artikelen 8 t/m 10 van de ministeriële regeling
Halt);
- namens de Minister alle financiële uitgaven ten behoeve van de
uitvoering van Halt-afdoeningen en Stop-reacties door de Halt-bureaus te fiatteren
en betaalbaar te stellen;
- namens de Minister beslissingen te nemen inzake het wel of niet aanwenden
van middelen binnen het totaal van toegekende subsidies.
2. De bevoegdheid om te beslissen op bezwaarschriften, gericht tegen de
subsidiebeschikkingen, is niet aan het bestuur van de stichting Halt Nederland
gemandateerd. Als een Halt-bureau het niet eens is met een subsidiebeschikking,
moet bezwaar worden gemaakt bij de Minister van Justitie.
3. Op grond van artikel 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht is voor
de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid een algemene instructie opgesteld.
Daarnaast kunnen per geval bijzondere instructies worden gegeven. Het bestuur
van de stichting Halt Nederland en de functionarissen aan wie (onder)mandaat
is verleend, zijn gehouden om bij de uitoefening van dit mandaatbesluit de
algemene aanwijzingen en bijzondere aanwijzingen van of vanwege de Minister
van Justitie in acht te nemen.