Verzoek tot splitsing winningsvergunning

22 december 2003

ME/EP/UM/3074786

De Minister van Economische Zaken,

Procedure:

- GDF Production Nederland B.V., HPI Netherlands Ltd, Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. en Rosewood Exploration C.V. zijn gezamenlijk houder van de winningsvergunning voor blok N7, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 9 juni 1992, kenmerk E/EMA/92023084 (Stcrt. 1992, 114), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 21 februari 2002, kenmerk ME/EP/MA/01057502 (Stcrt. 2002, 42) (hierna te noemen: winningsvergunning N7);

- bij brief van 19 september 2003, ontvangen 29 oktober 2003, hebben genoemde partijen op basis van artikel 20 van de Mijnbouwwet een verzoek gedaan tot splitsing van de winningsvergunning N7 op grond van onderling verschil van inzicht over de verdere ontwikkeling van het gebied;

Overwegingen:

- op grond van artikel 143, tweede lid, van de Mijnbouwwet wordt de winningsvergunning N7 beschouwd als een winningsvergunning in de zin van artikel 6 van de Mijnbouwwet;

- het verzoek betreft een splitsing van het gebied van de winningsvergunning N7 in twee gebieden die tezamen hetzelfde gebied vormen als waarvoor de te splitsen vergunning geldt. Hiermee is voldaan aan de eis van artikel 135, derde lid van het Mijnbouwbesluit;

- het verzoek betreft tevens een overdracht van beide - nieuwe - vergunningen, zodat een vergunning door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. en de andere vergunning door GDF Production Nederland B.V., HPI Netherlands Ltd en Rosewood Exploration C.V. wordt gehouden;

- op grond van artikel 135, tweede en vierde lid, gelden voor de nieuwe vergunningen dezelfde beperkingen en voorschriften, alsmede dezelfde tijdsduur, als voor de te splitsen vergunning;

- op basis van de huidige kennis leidt splitsing van het vergunninggebied er niet toe dat een voorkomen zich in beide vergunningsgebieden zal bevinden. Hiermee is voldaan aan de eis van artikel 136;

- splitsing van de vergunning leidt tot twee vergunningsgebieden waar opsporing en winning doelmatig en voortvarend kunnen plaatsvinden;

- splitsing van de vergunning leidt niet tot een vermindering van de afdrachten bedoeld in hoofdstuk 5 van de Mijnbouwwet. Voor de langere termijn is geen goede inschatting mogelijk. Er bestaat geen aanwijzing dat vermindering van afdrachten het oogmerk is geweest om splitsing van de vergunning te verzoeken;

- bij de overdracht van de door splitsing ontstane vergunningen blijven dezelfde vergunninghouders betrokken als die op dit moment vergunninghouder zijn. In ieder van de vergunningen wordt een maatschappij operator, die ook in andere vergunningen operator is. Er bestaan geen redenen om toestemming tot overdracht van de nieuwe vergunningen op grond van technische of financiële mogelijkheden te weigeren;

- de splitsing van de winningsvergunning en de daaropvolgende overdrachten beogen het mogelijk te maken dat de voorgenomen activiteiten worden uitgevoerd. Het belang van doelmatige opsporing en winning is geen grond voor weigering van toestemming tot overdracht van ieder van beide vergunningen.

Gelet op de artikelen 19 en 20 van de Mijnbouwwet, de artikelen 135, 136, 141, 142 en 143 van het Mijnbouwbesluit en de artikelen 1.3.7 en 1.8.1 van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel I

Artikel 1

Aan GDF Production Nederland B.V., HPI Netherlands Ltd, Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. en Rosewood Exploration C.V. wordt een winningsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De winningsvergunning geldt voor het deel van blok N7, dat ligt ten westen van de grootcirkel tussen de punten A en B.

Het blok N7 is weergegeven op de kaart in bijlage 3 van de Mijnbouwregeling.

De coördinaten van eerdergenoemde punten zijn:

A

53°40'00.000” NB en

06°03'54.090” OL

B

53°32'09.063” NB en

06°10'27.820” OL

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten, berekend volgens het stelsel van de Europese vereffening.

Artikel 3

Energie Beheer Nederland B.V. wordt aangewezen als aangewezen vennootschap, als bedoeld in artikel 89 van de Mijnbouwwet.

Artikel 4

Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. is de persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding tot 10 maart 2034.

Artikel II

Artikel 1

Aan GDF Production Nederland B.V., HPI Netherlands Ltd, Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. en Rosewood Exploration C.V. wordt een winningsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De winningsvergunning geldt voor het deel van blok N7 dat ligt ten oosten van de grootcirkel tussen de punten A en B.

Het blok N7 is weergegeven op de kaart in bijlage 3 van de Mijnbouwregeling.

De coördinaten van eerdergenoemde punten zijn:

A

53°40'00.000” NB en

06°03'54.090” OL

B

53°32'09.063” NB en

06°10'27.820” OL

De ligging van de bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten, berekend volgens het stelsel van de Europese vereffening.

Artikel 3

Energie Beheer Nederland B.V. wordt aangewezen als aangewezen vennootschap, als bedoeld in artikel 89 van de Mijnbouwwet.

Artikel 4

GDF Production Nederland B.V. is de persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 5

De vergunning geldt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding tot 10 maart 2034.

Artikel III

Aan de houders van de winningsvergunning, als vermeld in Artikel I, wordt toestemming verleend deze over te dragen aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V.

Artikel IV

Aan de houders van de winningsvergunning, als vermeld onder Artikel II, wordt toestemming verleend deze over te dragen aan GDF Production Nederland B.V., HPI Netherlands Ltd. en Rosewood Exploration C.V.

Artikel V

Deze beschikking treedt de dag na toezending in werking. De winningsvergunning N7 vervalt op het moment van onherroepelijk worden van deze beschikking.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager.

Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,
namens deze:
J.C. De Groot, directeur Energieproductie.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van toezending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Alp L/1410, Postbus 20101, 2500 EC 's-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven