Normbedragen Abw en WSF per 1 januari 2004

Tussentijds Bericht Vreemdelingencirculaire TBV 2003/62

Aan:

- de Korpschefs Politieregio's

- de Korpsbeheerders Politieregio's

- de Bevelhebber van de Koninklijke Marechaussee

i.a.a:

- de Voorzitter van het College van procureurs-generaal

Onderdeel: Stafdirectie Uitvoeringsbeleid

Datum: 18 december 2003

Ons kenmerk: HkUIT03-6317 (AUB)

Code: TBV 2003/62

Juridische achtergrond: Wet werk en bijstand en Wet Studiefinanciering 2000

Geldig van/tot: 1 januari 2001 tot 1 juli 20014

Onderwerp: normbedragen Abw en WSF per 1 januari 2004

Normbedragen Wwb t.b.v. Vw

Het normbedrag is de toepasselijke Wwb-norm inclusief vakantiegeld.

Per 1 januari 2004 zijn er nieuwe bijstandsnormen vastgesteld door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De netto normbedragen, die van belang zijn voor de toetsing aan het middelenvereiste in het kader van de Vreemdelingenwet 2000, luiden met ingang van die datum als volgt:

stcrt-2003-251-p18-SC63209-1.gif

Leeftijd

Bovengenoemde normen gelden, voor wat betreft de toetsing aan het middelenvereiste in de zin van de Vreemdelingenwet 2000, voor alle leeftijdscategorieën. De grondslag hiervoor is neergelegd in art. 3.74 Vreemdelingenbesluit 2000.

Vakantietoeslag

In de uitkering ingevolge Wet werk en bijstand is een vakantie-uitkering begrepen van 4,6% (norm voor 2004) van de uitkering. Dit is een netto bedrag.

In art. 3.74 Vreemdelingenbesluit 2000 en hoofdstuk B1/2.2.3.1 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt vermeld dat vakantiegeld als bestanddeel van inkomen kan worden meegerekend. De hoogte van het vakantiegeld voor werknemers is slechts gebonden aan een wettelijk minimum, namelijk 8% van het bruto-maandsalaris. Dit is een bruto bedrag. In CAO-besprekingen kan worden onderhandeld over een hoger percentage vakantiegeld voor de werknemer.

Een werknemer zal in veel gevallen netto op een hoger bedrag vakantiegeld uitkomen dan de vakantie-uitkering op basis van de uitkering ingevolge Wet werk en bijstand. Het kan dus voorkomen dat een werknemer zonder vakantiegeld onder de bijstandsnorm uitkomt, terwijl hij met vakantiegeld wel aan de norm voldoet.

Berekening

Het is slechts zinvol om het netto vakantiegeld op maandbasis te berekenen, indien het inkomen waarbij het vakantiegeld niet wordt meegerekend uitkomt onder de Wwb-norm zonder vakantiegeld voor de desbetreffende categorie. Het vakantiegeld wordt bruto op de loonstrook vermeld of het kan worden afgeleid van het bruto-maandinkomen met de volgende formule:

Bruto maandinkomen x 8 (of zoveel meer als is afgesproken in CAO) : 100 = bruto vakantiegeld

De formule om het bruto vakantiegeld naar een nettobedrag om te rekenen luidt voor 2003 voor een salaris dat rond het bijstandsniveau ligt als volgt:

Bruto vakantiegeld x 67,65 : 100 = netto vakantiegeld

Toeslagen/Bijzondere bijstand

Een alleenstaande ouder of een alleenstaande kan onder meer in aanmerking komen voor een toeslag, wanneer de woonkosten niet met een ander gedeeld kunnen worden. Ook kan bijzondere bijstand worden toegekend als tegemoetkoming in de kosten voor bijvoorbeeld een wasmachine.

De Gemeentelijke Sociale Diensten hebben beleidsvrijheid bij het toekennen van toeslagen en er zijn in het algemeen geen standaardnormeringen hiervoor ontwikkeld. Daarom heeft de Staatssecretaris van Justitie in haar brief van 20 oktober 1997 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer besloten dat deze toeslagen voor wat betreft de beoordeling van het inkomensvereiste in de zin van de Vreemdelingenwet buiten beschouwing worden gelaten.

Toeslagen voor de overige categorieën en bijzondere bijstand worden eveneens voor wat betreft de beoordeling van het inkomensvereiste in de zin van de Vreemdelingenwet 2000 buiten beschouwing gelaten.

WSF

Voor vreemdelingen die voor studie naar Nederland komen (zie B6/2.3 Vreemdelingencirculaire 2000), gelden de normbedragen die in de Wet Studiefinanciering 2000 (Stb. 2000, 286) worden genoemd voor levensonderhoud, aangevuld met college- en/of lesgelden. Met ingang van 1 juli 2003 gelden op grond van het gestelde in art. 3.74 Vreemdelingenbesluit 2000 onder b de volgende normbedragen:

stcrt-2003-251-p18-SC63209-2.gif

NB: De normbedragen voor middelbaar beroepsonderwijs gelden tot 1 augustus 2004 en de normbedragen voor hoger en wetenschappelijk onderwijs gelden tot 1 september 2004.

Ratio voor norm

Aangezien het vreemdelingen betreft, die primair voor het doel studie naar Nederland komen, is er gekozen voor de norm voor uitwonende studerenden.

Er is tevens besloten om de norm voor `niet-particulier voor ziektekosten verzekerden' aan te houden. Voor een aantal studenten - afhankelijk van de nationaliteit - is het namelijk mogelijk om een ziektekostenverzekering uit het land van herkomst mee te nemen. Zij zouden bij het hanteren van de hogere norm benadeeld kunnen worden. Om een eenduidige uitvoering te bevorderen is besloten tot één norm voor de studerenden.

*Socrates/Erasmusprogramma

In de periode van september 1997 tot april 1998 is een aantal Europese onderwijsprogramma's opengesteld voor studenten afkomstig uit de EU-kandidaatlidstaten Roemenië, Hongarije, Tsjechië, Cyprus, Polen en Slowakije. Het gaat om het Erasmus- en het Socratesprogramma. Op grond van een besluit van de Europese Commissie (Besluit Nr. 819/95/EG) mag aan deze studenten geen collegegeld worden berekend. Daarom is het netto-normbedrag, waarover zij maandelijks dienen te beschikken, verminderd met het collegegeld. De student dient overigens zelf aan de hand van documenten aan te tonen dat hij deelnemer is aan een van deze programma's.

Normbedrag AKW

Het normbedrag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet, dat van belang is voor de toetsing van de vraag of sprake is van een wezenlijke bijdrage als bedoeld in hoofdstuk B2/8.3 onder d, is vastgesteld op € 386,00. Dit normbedrag geldt tot 1 oktober 2004.

TBV 2003/16

TBV 2003/16 is hierbij vervallen voor verblijfsaanvragen die ná 1 januari 2004 zijn ingediend. TBV 2003/16 behoudt zijn geldigheid voor aanvragen die in de periode van 1 juli 2003 tot 1 januari 2004 zijn ingediend danwel in behandeling zijn genomen.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,namens de Minister,
het hoofd van de Immigratie- en Naturalisatiedienst,
P.W.A. Veld.

Naar boven