Wijziging Subsidieregeling welzijnsbeleid

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 december 2003, DWJZ-2440567, houdende wijziging van de Subsidieregeling welzijnsbeleid in verband met het afbouwen van subsidies in het kader van het hoofdlijnenakkoord 2003

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 5 van het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling welzijnsbeleid1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘22 25 38,’.

2. In het derde lid vervalt ‘25,’.

3. Het vierde lid vervalt.

B

In artikel 3, tweede lid, vervallen ‘22,’ en ‘38,’.

C

In artikel 3a vervalt ‘22,’.

D

In artikel 7, vijfde lid, vervalt ‘of 38’.

E

Hoofdstuk IV, paragraaf 3, vervalt.

F

Artikel 29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag ‘€ 170’ wordt vervangen door: € 375.

2. Het bedrag ‘€ 16.274’ wordt vervangen door: € 17 505.

3. Het bedrag ‘€ 15.185’ wordt vervangen door: € 16 332.

4. Het bedrag ‘€ 4.104’ wordt vervangen door: € 4 415.

5. Het bedrag ‘€ 15.185’ wordt vervangen door: € 16 332.

6. Het bedrag ‘€ 15.270’ wordt vervangen door: € 16 425.

7. Het bedrag ‘€ 2.390’ wordt vervangen door: € 2 652.

G

Hoofdstuk IV, paragraaf 5, vervalt.

H

Hoofdstuk IV, paragraaf 7, wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 37, onderdeel a, komt te luiden:

a. landelijke sportorganisatie: een instelling met ten minste 2500 leden uit ten minste vijf provincies, die werkzaam is op het gebied van de sport, een landelijk werkterrein heeft en representatief is voor één of meer takken van sport;.

2. Artikel 37, onderdeel f, komt te luiden:

f. lid: een natuurlijke persoon die bij een landelijke sportorganisatie of bij een vereniging, aangesloten bij een landelijke sportorganisatie, als lid geregistreerd staat, door wie of ten behoeve van wie aan de landelijke sportorganisatie jaarlijks een bedrag wordt afgedragen en die zich uitdrukkelijk als zodanig heeft opgegeven;.

3. Het opschrift boven artikel 38 vervalt.

4. De artikelen 38 en 39 vervallen.

I

Bijlage 1 behorende bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid, artikel 6, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het onderdeel Landelijke sportorganisaties vervalt.

2. Het onderdeel Landelijke jeugdorganisaties vervalt.

J

Bijlage 2 Controleprotocol Subsidieregeling welzijnsbeleid wordt als volgt gewijzigd:

1. Het onderdeel Landelijke jeugdorganisaties vervalt.

2. In het onderdeel Landelijke sportorganisaties en bijzondere landelijke sportorganisaties vervallen het onderdeel 39, eerste lid, onder c juncto 39, derde lid, en het onderdeel 39, eerste lid, onder d.

K

In bijlage 4 behorende bij de Subsidieregeling welzijnsbeleid artikel 13 vervalt het onderdeel Landelijke jeugdorganisaties.

L

In bijlage 5 Controleprotocol Subsidieregeling welzijnsbeleid vervalt het onderdeel Landelijke jeugdorganisaties.

M

Bijlage 9b behorende bij artikel 29b, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het bedrag ‘€ 1.332,04’ wordt vervangen door: € 1 366,67.

2. Het bedrag ‘€ 15.671,04’ wordt vervangen door: € 16 078,58.

3. Het bedrag ‘€ 2.415,56’ wordt vervangen door: € 2 478,36.

4. Het bedrag ‘€ 887,87’ wordt vervangen door: € 910,95.

5. Het bedrag ‘€ 15.671,04’ wordt vervangen door: € 16 078,58.

6. Het bedrag ‘€ 1.429,62’ wordt vervangen door: € 1 466,79.

7. Het bedrag ‘€ 1.332,04’ wordt vervangen door: € 1 366,67.

8. Het bedrag ‘€ 1.693,22’ wordt vervangen door: € 1 737,24.

9. Het bedrag ‘€ 887,87’ wordt vervangen door: € 910,95.

10. Het bedrag ‘€ 15.671,04’ wordt vervangen door: € 16 078,58.

11. Het bedrag ‘€ 1.068,45’ wordt vervangen door: € 1 096,23.

Artikel II

De Regeling bevoegdheid Stichting Centrale Opvang Vluchtelingen2 wordt ingetrokken.

Artikel III

Artikel I is niet van toepassing op subsidies voor landelijke jeugdorganisaties en instellingssubsidies voor het algemeen functioneren van landelijke sportorganisaties, die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend of vastgesteld.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, C.I.J.M. Ross-van Dorp.

Toelichting

Algemeen

Er bestaat een tweeledige aanleiding voor een fundamentele herziening van mijn subsidiebeleid. Ten eerste heeft de Tweede Kamer, door middel van de motie Van As (kamerstukken II 2002/2003, 28 600, nr.51), expliciet verzocht om doorlichting van het subsidiebeleid en zijn er op dat punt toezeggingen gedaan aan de Tweede Kamer. Ten tweede ben ik mij ervan bewust dat het huidige subsidiebeleid van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) onvoldoende aansluit bij de actuele beleidsprioriteiten. De in het hoofdlijnenakkoord van het kabinet Balkenende II (kamerstukken II 2002-2003, 28 637, nr. 19) opgenomen, aanzienlijke bezuinigingen op subsidies van VWS – oplopend van € 59 mln. in 2004 tot € 127 mln. in 2007 – alsook het recente rapport van de Algemene Rekenkamer over het jaarverslag 2002 van VWS, hebben de noodzaak tot een kritische analyse van het subsidiebeleid nog eens extra onderstreept.

Tegen deze achtergrond zijn alle structurele subsidies onderzocht die met begrotingsmiddelen worden gefinancierd. Het betreft zowel instellingssubsidies als subsidies die soortgelijke kenmerken hebben. Gekeken is of deze subsidies nog passen bij de huidige doelstellingen en prioriteiten van het ministerie. Verder is gekeken naar de onderlinge samenhang en mogelijke overlap tussen subsidies en is onderzocht of de subsidies nog wel tot de verantwoordelijkheid van VWS behoren. Parallel hieraan is onderzocht welke inhoudelijke en beheersmatige uitgangspunten voor toekomstige subsidies moeten gelden.

Voor een uiteenzetting van het nieuwe beleid verwijs ik naar de begroting van VWS voor het jaar 2004 alsmede het eindrapport over de herziening die geplaatst is op de website van VWS: www.minvws.nl.

Tegelijk en in samenhang met de ontwikkeling van het subsidiebeleid, is bezien hoe de bezuinigingen waartoe in het hoofdlijnenakkoord is besloten, gerealiseerd kunnen worden. Er wordt langs twee sporen gewerkt: ten eerste wordt een aantal subsidies gestaakt. Het betreft subsidies voor activiteiten die niet meer aansluiten bij het herziene subsidiebeleid. In een aantal van die gevallen wordt bezien of de subsidiëring gecontinueerd kan worden door een ander bestuursorgaan. Ten tweede worden subsidies die wèl worden voortgezet ‘gekort’, hetgeen erop neerkomt dat het beschikbare budget voor subsidiëring in 2004 en verdere jaren met 10% of 30% wordt verlaagd.

De onderhavige regeling brengt de Subsidieregeling welzijnsbeleid in overeenstemming met het herziene subsidiebeleid. Concreet gaat het, voor zover hier van belang, om maatregelen ten aanzien van landelijke jeugdorganisaties en landelijke sportorganisaties. De behandeling van mijn begroting en de bespreking van het herziene subsidiebeleid in de Tweede Kamer heeft op een aantal onderdelen geleid tot aanpassingen, die zijn neergelegd in mijn brief aan de Tweede Kamer van 26 november 2003 (kamerstukken II 2003-2004, 29 214, nr. 6). In het kader van de onderhavige wijziging van de Subsidieregeling welzijnsbeleid is vermeldenswaard dat de instellingssubsidie voor landelijke jeugdorganisaties die zich richten op gehandicapte jongeren, zal worden voortgezet. Het is de bedoeling het Fonds PGO daartoe te voorzien van een budget ten bedrage van 90% van het aan de betrokken organisaties in 2003 verleende subsidiebedrag. Voorts wordt de korting op de instellingsubsidie voor de Centrale Stichting van Internaten voor Schippers- en kermisjeugd (CENSIS) vooralsnog niet doorgevoerd.

Artikel I

Onderdelen A tot en met D

Met deze onderdelen worden verwijzingen naar artikelen die komen te vervallen, geschrapt.

Onderdeel E

Met ingang van 2004 verleen ik geen instellingssubsidie meer aan landelijke jeugdorganisaties. De mogelijkheden voor het verstrekken van projectsubsidies ten behoeve van het jeugdbeleid zullen in het kader van het herziene subsidiebeleid nader uitgewerkt worden. Paragraaf 3 van hoofdstuk IV komt derhalve te vervallen.

Onderdeel F

Het normbedrag dat in de aanhef van het eerste lid is opgenomen voor de uitvoerings- en huisvestingskosten van CENSIS, is verhoogd met een bedrag voor het Begeleidingsorgaan voor Internaten voor Schippers- en kermisjeugd (BIS) dat sinds 6 april 2002 onderdeel uitmaakt van CENSIS. Voorts worden in artikel 29, eerste lid, de geïndexeerde normbedragen voor de subsidie aan CENSIS opgenomen. De normbedragen komen voor 80% in aanmerking voor de overheidsbijdrage ten behoeve van de arbeidskostenontwikkeling (OVA). De OVA bedraagt in 2002 en 2003 achtereenvolgens 5,25% en 4,03%. Daarnaast zal in de loop van 2004 voor de indexering van het normbedrag voor pleeggezinnen worden aangesloten bij de systematiek voor de jeugdhulpverlening.

Onderdeel G

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt artikel 31 van de Subsidieregeling welzijnsbeleid te schrappen. Aldus wordt de regeling in overeenstemming gebracht met het Bekostigingsbesluit welzijnsbeleid, waar de uitkeringen ten behoeve van quotumvluchtelingen bij besluit van 6 september 2002 (Stb. 473) reeds waren komen te vervallen.

Onderdeel H

Met het schrappen van de artikelen 38 en 39 is tot uitdrukking gebracht dat ik vanaf 2004 geen instellingssubsidie meer verleen voor het algemeen functioneren van landelijke sportorganisaties. Artikel 37 is zo gewijzigd, dat ik in overeenstemming met mijn huidige beleid slechts instellingssubsidies verstrek aan sportbonden met meer dan 2500 betalende leden uit ten minste vijf provincies. Deze criteria zijn ontleend aan artikel 39 (oud).

Onderdelen I tot en met L

Met deze onderdelen worden de bijlagen aangepast aan de wijzigingen in de artikelen van de Subsidieregeling welzijnsbeleid.

Onderdeel M

De bedragen voor de berekening van de ouderbijdrage voor de opvang van een kind in een internaat of een pleeggezin worden aangepast aan de jaarlijkse indexering op basis van de prijsindex voor de gezinsconsumptie. Deze bedraagt, uitgaande van inwerkingtreding per 1 januari 2004, 2,6%.

Artikel II

Om dezelfde reden als artikel 31 van de Subsidieregeling welzijnsbeleid wordt geschrapt, kan de Regeling bevoegdheid Stichting Centrale Opvang Vluchtelingen worden ingetrokken.

Artikel III

Artikel III is een overgangsbepaling. De Subsidieregeling welzijnsbeleid, zoals deze luidde voor de wijzigingen die met de onderhavige regeling zijn aangebracht, blijft van toepassing op reeds verstrekte instellingssubsidies voor landelijke jeugdorganisaties, projectsubsidies aan landelijke jeugdorganisaties en instellingssubsidies voor het algemeen functioneren van landelijke sportorganisaties.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

C.I.J.M. Ross-van Dorp

  • 1

    Stcrt. 1995, 250; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 16 december 2002 (Stcrt. 243).

  • 2

    Stcrt. 1994, 55.

Naar boven