Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 december 2003, nr. AT-EZ/5406565.JZ, houdende regels omtrent de vergoedingen voor werkzaamheden en diensten van Agentschap Telecom (Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3, tweede lid, 4, vierde lid, 5, 6 en 7 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Agentschap Telecom: Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken;

b. categorieën: categorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

c. subcategorieën: subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, vierde lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

d. jaarlijkse bijdrage: bijdrage, bedoeld in artikel 16.1, vierde lid, van de wet.

Artikel 2

1. Voor de kosten van het door Agentschap Telecom verrichten van werkzaamheden of diensten met betrekking tot de categorieën en subcategorieën, genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage I, zijn de in bijlage I genoemde vergoedingen voor het kalenderjaar 2004 verschuldigd.

2. Voor de kosten van het door Agentschap Telecom verrichten van werkzaamheden of diensten met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte die niet vallen onder één van de categorieën of subcategorieën, bedoeld in het eerste lid, is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven die zijn genoemd in de bij deze regeling behorende bijlage II.

Artikel 3

De jaarlijkse bijdrage maakt deel uit van het bedrag dat per categorie of subcategorie in bijlage I is genoemd voor het toezicht dan wel voor de uitvoering en het toezicht. De jaarlijkse bijdrage bedraagt het bij onderstaande categorieën genoemde percentage van de vergoeding voor de desbetreffende (sub)categorie:

I. categorieën met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte:

a. vaste verbindingen: 3 procent;

b. mobiele communicatie: 4 procent;

c. mobiele openbare telefonie en semafonie: 7 procent;

d. radiodeterminatie: 3 procent;

e. radiozendamateurs: 4 procent;

f. omroep: 4 procent, en

g. immuniteitsbeproevingen: geen.

II. categorieën met betrekking tot randapparaten, radiozendapparaten en overige apparaten:

a. examens: geen;

b. afgifte verklaringen, keuringen en erkenningen: geen;

c. randapparatuur: 8 procent.

Artikel 4

De jaarlijkse bijdrage en de vergoeding voor de kosten van de door Agentschap Telecom verrichte werkzaamheden of diensten met betrekking tot het toezicht op het gebruik van frequentieruimte bedraagt voor:

a. het ministerie van Defensie € 1.340.700;

b. de Luchtverkeersbeveiliging € 456.100;

c. het Korps Landelijke Politiediensten € 119.600;

d. het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: € 35.550.

Artikel 5

In afwijking van artikel 2, eerste lid, bedraagt de vergoeding, genoemd in onderdeel II.A.1 van bijlage I, per 1 augustus 2004: € 69.

Artikel 6

1. In afwijking van artikel 2, eerste lid, is voor de verlenging, wijziging of overdracht van een op grond van paragraaf 3.2 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte die valt onder de in bijlage I genoemde categorieën en subcategorieën I.A.1 tot en met I.A.4, I.B, I.D of I.E, door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning en door de verkrijger van de over te dragen vergunning een vergoeding verschuldigd van € 28.

2. In afwijking van artikel 2, eerste lid, is voor de verlenging, wijziging of overdracht van een op grond van paragraaf 3.2 van de wet verleende vergunning voor het gebruik van frequentieruimte die valt onder de in bijlage I genoemde categorieën en subcategorieën I.A.5, I.C of I.F, door de houder van de te verlengen of te wijzigen vergunning en door de verkrijger van de over te dragen vergunning een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven die zijn vastgesteld in de bij deze regeling behorende bijlage II.

Artikel 7

1. Een vergoeding voor de kosten van de klachtbehandeling, bedoeld in de Regeling storingsklachten, is verschuldigd door de klager indien uit het onderzoek is gebleken dat zich één van de omstandigheden voordoet als vermeld in artikel 4, eerste lid, onder a tot en met d, van de Regeling storingsklachten.

2. De in het eerste lid bedoelde vergoeding wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven die zijn genoemd in bijlage II.

Artikel 8

Voor de kosten van de werkzaamheden of diensten die door Agentschap Telecom worden verricht in het kader van de opgedragen wettelijke taak en die niet zijn genoemd in de voorgaande artikelen, kan een vergoeding worden vastgesteld op grond van de in bijlage II genoemde uurtarieven.

Artikel 9

1. De vergoeding voor de kosten van werkzaamheden of diensten ter uitvoering van de bij of krachtens de wet gestelde regels behoeft door degene die deze vergoeding is verschuldigd niet bij vooruitbetaling te worden voldaan.

2. De vergoeding voor de kosten die verband houden met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet gestelde regels en de jaarlijkse bijdrage behoeven door degene die de vergoeding of de jaarlijkse bijdrage verschuldigd is niet bij vooruitbetaling te worden voldaan indien de vergoeding of jaarlijkse bijdrage wordt opgelegd binnen of na de laatste dertig dagen van het kalenderjaar waarover de vergoeding of jaarlijkse bijdrage verschuldigd is.

Artikel 10

Indien de verschuldigde vergoeding of jaarlijkse bijdrage niet op eerste aanzegging wordt voldaan, wordt € 12,70 administratiekosten in rekening gebracht.

Artikel 11

Het kostencalculatiemodel, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder d, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet wordt bekendgemaakt door middel van ter inzagelegging ten kantore van Agentschap Telecom te Groningen.

Artikel 12

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2003 wordt ingetrokken, met dien verstande dat die regeling van toepassing blijft met betrekking tot de in die regeling bedoelde werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2003 zijn verricht.

Artikel 13

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 14

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004.

Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 december 2003.
De Minister van Economische Zaken, L.J. Brinkhorst.

Bijlage I, behorende bij artikel 2, eerste lid

Over het kalenderjaar 2004 zijn de volgende bedragen verschuldigd:

I

(Sub)Categorieën met betrekking tot het gebruik van frequentieruimte

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

Vergoeding voor het toezicht (II)

Vergoeding voor de uitvoering en het toezicht (III)

A.

Vaste verbindingen

    

1.

Zendende satellietgrond-

stations

Per vergunning

Per radiozendapparaat met een bandbreedte:

€ 572

  
  

– tot 2 MHz

 

€ 19

 
  

– 2 MHz – 18 MHz

 

€ 97

 
  

– vanaf 18 MHz

 

€ 488

 

2.

Satellite News

Per vergunning

€ 572

  
 

Gathering (SNG)

Per radiozendapparaat

 

€ 323

 

3.

Standaard internationale frequentiecoördinatie satellietgrondstations

Per coördinatie ten behoeve van de verlening

€ 1.076

  

4.

Point-point straalverbindingen

Per vergunning

€ 572

1

 

5.

Point-multipoint straalverbindingen in de frequentieband WLL

Per vergunning

Per internationale coördinatie

€ 6.923

€ 142

  
 

- 2,6 en 3,5 GHz

Per vergunde MHz bandbreedte

 

€ 197

 
 

- 24,5 tot 26,5 GHz

  

€ 98

 

1Voor het toezicht op point-point-straalverbindingen gelden per bandbreedte en frequentieband de volgende bedragen:

 

frequentieband

  
     

Bandbreedte

< 12 GHz

2 GHz -

< 24,5 GHz

24,5 GHz -

< 39,5 GHz

≥ 39, 5 GHz

< 10 MHz

€ 313

€ 157

€ 109

€ 62

10 MHz – < 25 MHz

€ 391

€ 188

€ 140

€ 70

25 MHz – < 50 MHz

€ 470

€ 219

€ 173

€ 78

50 MHz – < 150 MHz

€ 548

€ 251

€ 204

€ 86

≥ 150 MHz

n.v.t.

€ 282

€ 235

€ 94

B.

Mobiele Communicatie

 

I

II

III

1.

VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik

Per vergunning met algemene planning

€ 142

  
  

Per vergunning met individuele planning

€ 572

  
  

Per vaste post

 

€ 274

 
  

Per mobiel radiozendapparaat

 

€ 13

 

2.

VHF/UHF-radiotelefonen met beperkt afstandsbereik voor landmobiel gebruik met een looptijd van minder dan één jaar (tijdelijk gesloten netten)

Per vergunning met algemene planning

€ 142

  
  

Per vergunning met individuele planning

€ 572

  
  

Per radiozendapparaat, per dag

 

€ 0,47

 

3.

VHF/UHF-radiotelefonen voor landmobiel gebruik met dynamische frequentietoewijzing (trunking)

Per basisstation

€ 572

  
 

Radiozendapparaten bestemd voor het verlenen van tele-informatiediensten (datamonitoring)

Per toegewezen frequentiekanaal als volgt

 

€ 722

 
  

– één frequentiekanaaltoegepast op één opstelpunt

 

€ 1.443

 
  

– één frequentiekanaal toegepast op twee opstelpunten

 

€ 2.166

 
  

– één frequentiekanaal toegepast op drie of meer opstelpunten

   

4.

VHF/UHF-radiotelefonen met beperkt afstandsbereik voor landmobiel gebruik, zijnde portofonen voor algemene toepassingen (PAT)

Per vergunning

  

€ 50

 

MF/HF radiotelefonie-installatie voor maritiem gebruik

    
 

VHF/UHF-installatie voor maritiem gebruik (MRF)

    
 

Draagbare VHF/UHF-installatie voor maritiem gebruik (Portosec)

    
 

Draagbare VHF/UHF-installatie voor maritiem gebruik (portofoons)

    
 

VHF-installatie voor bevoorrading en andere maritieme aangelegenheden

    
 

Mobiele satellietverbinding

    
 

Scramblerinstallatie

    
 

Mobiele stations ten behoeve van recreatieve luchtvaart (LV50)

    
 

Mobiele stations en portofoons aan boord van luchtvaartuigen (LV10)

    
 

Draadloze audioverbindingen

    
 

Radio-alarmering

    
 

Radiobeveiligingsinstallatie

    
 

HF Radiotelefonen (KR)

    

5.

Marifoonwalstation

Per installatie

  

€ 50

 

Grondstations luchtvaartmaatschappijen (LV60)

    
 

Grondstations luchtvaartterreinen zonder verkeersleiding (LV30)

    
 

Grondstations ten behoeve van bijzonder gebruik in de luchtvaartmobiele en luchtvaartnavigatiebanden (LV70)

    

6.

HF-oproepinrichting (OS-HF)

Radio-afstandsbesturing

Telemetrie (TLA/ TLM/ TLMB)

Per radiozendapparaat

€ 293

€ 205

 

7.

GSM-R

Per netwerk

 

€ 17.243

 

8.

Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik

Per vergunning

€ 142

  
  

Per vergunning

 

€ 183

 

9.

Breedband volg- en opsporingssystemen

Per vergunning

€ 4.258

  
  

Per MHz

 

€ 2.144

 

C.

Mobiele openbare telefonie en semafonie

 

I

II

III

1.

SMF 3

Per netwerk

 

€ 12.194

 

2.

GSM

Per netwerk

 

€ 109.361

 
 

DCS-1800, in combinatie met GSM

  

€ 179.470

 
 

DCS-1800, bandbreedte 2,4 MHz

  

€ 21.531

 
 

DCS 1800, bandbreedte 2,6 MHz

  

€ 23.324

 
 

DCS-1800, bandbreedte 4,4 MHz

  

€ 39.478

 
 

IMT-2000, bandbreedte 12,5 MHz

  

€ 98.243

 
 

IMT-2000, bandbreedte 17,3 MHz

  

€ 135.907

 

3.

ERMES

Per netwerk

 

€ 20.848

 

4.

TETRA

Per netwerk

€ 32.717

€ 47.173

 
 

TRAXYS

Per netwerk

  

€ 83.948

D.

Radiodeterminatie

 

I

II

III

1.

Radarinstallatie voor maritiem gebruik

SART

Actieve radarreflector

Walradarstation

EPIRB/PLB/ELT

Per vergunning

  

€ 27

2.

Radarsystemen landmobiel

Radiozendapparaten voor plaatsbepaling

Per radiozendapparaat

€ 572

€ 134

 

E.

Radiozendamateurs

 

I

II

III

1.

Categorie A, C en N

Per vergunning

  

€ 47

 

Vereniging van radiozendamateurs

    
 

Onderwijs en andere instellingen, werkzaam in het belang van de radiowetenschap

    
 

Radiozendamateurs niet-ingezetenen van Nederland

    

2.

Toewijzen bijzondere roepletters en wijzigen roepletters radiozendamateurs

Per toewijzing/per wijziging

€ 26

  

F.

Omroep

 

I

II

III

1.

AM/FM

Per opstelplaats voor FM-frequenties lager dan 104.9 MHz

€ 572

  
  

Per opstelplaats voor AM-frequenties en de FM-frequenties 104.9 MHz en hoger

€ 142

  
  

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 299

€ 497

 

2.

Analoge TV

Per opstelplaats

€ 572

  
  

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 271

€ 178

 

3.

T-DAB/ DVB-T

Per opstelplaats

€ 572

  
  

Per combinatie van frequentiekanaal en opstelplaats en tevens per kW zendvermogen

 

€ 299

€ 299

 

4.

Wereldomroep

Relatief frequentiebeslag

 

€ 84.482

 

G.

Immuniteits-

beproevingen

 

I

II

III

1.

Immuniteitsbeproevingen door de bevoegde instantie

Per vergunning

€ 142

€ 230

 

II.

(Sub)Categorieën met betrekking tot randapparaten en radiozendapparaten en radiozendappararaten en overige apparaten

Verdeelsleutel voor de subcategorie

Vergoeding voor de uitvoering (I)

A.

Examens

  
    

1.

Examens ter verkrijging van een certificaat van bediening voor radiozendapparaten ten behoeve van de scheepvaart, met uitzondering van de examens die worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen:

– algemeen certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM A;

– beperkt certificaat maritieme radiocommunicatie MARCOM B;

– basiscertificaat marifonie; of

– module GMDSS-B.

Per examen / per module

€ 68

2.

Examens ter verkrijging van een vergunning voor frequentieruimte voor het doen van onderzoekingen:

– radiotechniek en voorschriften I amateurradio;

– radiotechniek en voorschriften II amateurradio;

– opnemen en seinen van morsetekens.

Per examen

€ 51

3.

Ontheffing als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Examenregeling frequentiegebruik

Per ontheffing

€ 51

4.

Afgifte van een certificaat van bediening voor radiozendapparaten ten behoeve van de scheepvaart

Afgifte van een certificaat ter verkrijging van een vergunning van een buitenlandse administratie voor radiozendapparaten voor het doen van proeven (HAREC)

Per certificaat

€ 23

B.

Afgifte verklaringen, keuringen en erkenningen

I

II

III

1.

Aanwijzen van een bevoegde instantie of een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 13 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2001, aanwijzen van een instantie als bedoeld in artikel 12 van het Besluit randapparaten en radioapparaten, alsmede het toezicht op de naleving door eerdergenoemde instanties van de met betrekking tot de aanwijzing gestelde regels

Per aanwijzing

€ 1.349

€ 276

 

2.

Vergunning voor de aanleg van radiozendapparaten zonder gebruik van frequentieruimte

Per vergunning

€ 43

  

C.

Randapparatuur

 

I

1.

Werkzaamheden die voor de overheid voortvloeien uit de toepassing van het bij of krachtens de Telecommunicatiewet terzake van randapparatuur bepaalde

Per op 1 november 2003 volgens het nummerregister telefoon en ISDN-diensten door de OPTA toegekend nummer

€ 0,029

Bijlage II, behorende bij de artikelen 2, tweede lid, 6, tweede lid, 7, tweede lid, en 8

1. Tarieven personeel (in €):

Salarisschaal

BBRA 1984

Vergoedingen per manuur

Manuur inclusief toeslag *)

Eventuele toeslag per uur

  

onregel-

matigheid

overwerk

apparatuur-

kosten

automatisering

1

39

51

59

12

6

2

40

52

60

12

6

3

41

53

62

12

6

4

42

55

63

12

6

5

44

57

66

12

6

6

46

60

69

12

6

7

48

62

72

12

6

8

51

65

77

12

6

9

55

69

83

12

6

10

58

72

87

12

6

11

63

63

63

12

6

12

70

70

70

12

6

13

77

77

77

12

6

14

83

83

83

12

6

15

89

89

89

12

6

16

95

95

95

12

6

17

101

101

101

12

6

18

108

108

108

12

6

*) Functionarissen boven schaal 10 komen niet in aanmerking voor een toeslag.

Omwille van de eenvoud is voor beide toeslagen een gemiddelde gebruikt. Voor onregelmatigheid is dat 30% en voor overwerk 50%. Bij onregelmatigheid is er rekening mee gehouden dat het salaris van schaal 7 de maximum berekeningsbasis is.

2. Tarieven dienstauto’s:

– inspectie/toezicht: € 11 per uur (incl. apparatuur)

– opsporing: € 27 per uur (incl. apparatuur)

– Mobiele monitoring zonder professionele peiler: € 57 per uur (incl. apparatuur)

– Mobiele monitoring met professionele peiler: € 135 per uur (incl. apparatuur),

Toelichting

I. Algemeen

Met de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2004 worden de vergoedingen voor 2004 vastgesteld die op grond van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet) in rekening gebracht kunnen worden door Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken (hierna: het agentschap). Het agentschap heeft tot taak uitvoering te geven aan paragraaf 3.2 (vergunningverlening voor het gebruik van frequentieruimte), hoofdstuk 10 (regels met betrekking tot het in de handel brengen en verhandelen van randapparaten en radioapparaten, alsmede regels met betrekking tot elektromagnetische compatibiliteit) en hoofdstuk 13 (regels met betrekking tot bevoegd aftappen) van de Telecommunicatiewet (hierna: de wet). Daarnaast is het agentschap belast met het houden van toezicht op deze terreinen. De vergoedingen dienen ter dekking van de kosten die gemaakt worden met betrekking tot voornoemde onderwerpen.

Voor al deze vergoedingen geldt dat zij zijn aan te merken als retributies en worden bepaald voor de onderscheidenlijke categorieën van soortgelijke werkzaamheden of diensten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet (hierna: het besluit). Deze categorieën kunnen voorts worden onderverdeeld in subcategorieën van gelijksoortige werkzaamheden of diensten. De gelijksoortigheid is bepaald aan de hand van de aard van de werkzaamheden of diensten. Op grond van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van het besluit worden de directe en indirecte kosten die worden toegerekend aan de desbetreffende categorieën, geprognosticeerd voor het kalenderjaar waarvoor de vergoeding geldt. Indien na afloop van het kalenderjaar blijkt dat de in dat jaar gemaakte kosten afwijken van de geprognosticeerde kosten wordt het verschil bij de raming van de kosten voor de daarop volgende jaren meegenomen. De vergoedingen hebben in overwegende mate een forfaitair karakter.

Zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder b, van het besluit dienen de kosten per (sub)categorie te worden berekend door middel van een kostencalculatiemodel. In de afgelopen jaren is voor het vaststellen van de hoogte van de vergoedingen gebruik gemaakt van het kostencalculatiemodel dat door KPMG in 1995 opgestelde en in 2002 is geactualiseerd. Dit model bevat een nadere omschrijving van de indeling in categorieën. Het model ligt voor belanghebbenden ter inzage ten kantore van het agentschap te Groningen, Emmasingel 1.

Ten opzichte van de huidige regeling is een klein aantal wijzigingen aangebracht welke zullen worden besproken in de artikelsgewijze toelichting. De in de regeling opgenomen vergoedingen zijn ten opzichte van 2003, exclusief de inflatiecorrectie van 1,6 %, met gemiddeld 3,2 % verhoogd. De verhoging is noodzakelijk, omdat Agentschap Telecom kostendekkend moet werken. Ten opzichte van 2003 nemen de begrote opbrengsten als gevolg van de verwachte daling van de afzet relatief meer af dan de begrote kosten. Daarbij was al sprake van een substantiële onderdekking, omdat Agentschap Telecom deafgelopen jaren, op grond van comptabele regelgeving1 , het eigen vermogen heeft afgebouwd. Die afbouw heeft plaatsgevonden door vergoedingen bewust onder de kostprijs vast te stellen. In dit verband zij opgemerkt dat de vergoedingen in 2004 (gecorrigeerd voor inflatie) op een enkele uitzondering na onder het niveau van de vergoedingen liggen dat in 1999 gold. De vergoedingen zijn dus over 5 jaar gezien reëel gedaald.

Evenals de voorgaande zes jaren is over 2002 aan het agentschap een goedkeurende accountantsverklaring afgegeven, in het kader van de controle van de jaarrekening als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Comptabiliteitswet. Dit impliceert onder meer dat de in de jaarrekening opgenomen baten en lasten, alsmede kapitaaluitgaven en -ontvangsten, tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begrotingswetten en met de andere van toepassing zijnde wettelijke regelingen. De jaarrekening 2002 is opgenomen in het jaarverslag 2002 van het agentschap.

In lijn met het kabinetsstandpunt naar aanleiding van het in het kader van de operatie marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit (MDW) opgestelde rapport 'Maat houden, een kader voor doorberekening van toelatings- en handhavingskosten' (Kamerstukken II 1995–1996, 24 036, nr. 22), worden de kosten van repressieve strafrechtelijke handhaving en de kosten van administratief bezwaar en beroep niet doorberekend in de vergoedingen. Deze kosten zijn voor 2004 begroot op in totaal € 2,5 miljoen.

Deze regeling veroorzaakt geen administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

II. Artikelen

Artikel 2

Zoals hiervoor in de algemene toelichting reeds is aangegeven, zijn de meeste vergoedingen gemiddeld met 3,2% (exclusief inflatiecorrectie van 1,6%) verhoogd. Voor een aantal subcategorieën is de verhoging van de vergoeding voor het toezicht achterwege gelaten, omdat zonder een verhoging de begrote kosten al in voldoende mate worden gedekt. Specifiek gaat het daarbij om de subcategorieën ‘zendende satellietgrondstations’ (I.A.1.), ‘GSM, DCS 1800 of IMT-2000’ (I.C.2), ‘analoge TV’ (I.F.2) en ‘randapparaten’ (II.C.1). Zo mogelijk is de verhoging van de tarieven beperkt tot het reeds hierboven genoemde inflatiepercentage. Het betreft hier de (sub)categorieën ‘VHF/UHF-radiotelefonen voor (beperkt) landmobiel gebruik’ (I.B.1), ‘Portofoon/mobilofoon voor tijdelijk gebruik’ (I.B.8), ‘TETRA en TRAXYS’ (I.C.4) en ‘Wereldomroep’ (I.F.4) en ‘Examens ter verkrijging van een certificaat van bediening voor radiozendapparaten ten behoeve van de scheepvaart, met uitzondering van de examens die worden afgenomen onder de verantwoordelijkheid van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen’ (II.A.1). Ten aanzien van de overige (sub)categorieën bestaat een zodanige onderdekking dat een grotere verhoging van de vergoedingen noodzakelijk is. De reden voor deze verhoging is reeds in het algemene gedeelte van de toelichting beschreven.

In de subcategorie ‘Point-multipoint straalverbindingen in de frequentieband WLL’ (I.A.5) is een vergoeding opgenomen voor internationale coördinatie. Deze vergoeding dient ter dekking van de kosten die voor het agentschap voortvloeien uit werkzaamheden ten aanzien van een op verzoek van de houder van een vergunning gepleegde internationale coördinatie. Deze coördinatie is vereist om in sommige gebieden in Nederland en het continentaal plat ongestoord gebruik te kunnen maken van de frequentieruimte.

In de categorie ‘Mobiele communicatie’ (I.B) is de terminologie binnen de subcategorieën I.B.1 tot en met I.B.6 ietwat gewijzigd. Met deze wijziging wordt slechts beoogd de regeling meer leesbaar en overzichtelijk te maken. Onder I.B.9 is een subcategorie ‘Breedband volg- en opsporingssystemen’ toegevoegd. De vergunningen die worden afgegeven hebben betrekking op frequentiegebruik voor plaatsbepalingsystemen met behulp van ‘spread spectrum’ technieken. Dit is een techniek waarmee met lage vermogens over een grote bandbreedte overdracht van signalen kan plaatsvinden.

Ten aanzien van de categorieën ‘Mobiele openbare telefonie en semafonie’ (I.C), ‘Radiodeterminatie’ (I.D), ‘Radiozendamateurs’ (I.E), ‘Omroep’ (I.F), ‘Immuniteitsbeproevingen’ (I.G) hebben zich ten opzichte van 2003 – anders dan wijzigingen in de hoogte van de vergoedingen - geen wijzigingen voorgedaan. De verlaging van de vergoeding voor Traxys (I.C.4) houdt verband met het gegeven dat dit netwerk afgebouwd wordt en er daardoor minder frequentiegebruik plaatsvindt.

In de categorie ‘Examens’ (II.A) heeft de volgende wijziging plaatsgevonden. De subcategorie ‘Toets ten behoeve van verklaring van erkenning van examens’ (II.A.5) is komen te vervallen als gevolg van het feit dat het agentschap niet langer werkzaamheden verricht op dit vlak. Om gebruik te maken van radiozendapparaten aan boord van schepen, dient de gebruiker een certificaat van bediening te hebben. Dit certificaat wordt verkregen nadat met goed gevolg examen is afgelegd in de bediening van maritieme radiozendapparaten. Het agentschap krijgt geregeld vanuit het buitenland aanvragen voor erkenning van in het buitenland afgegeven certficaten. Tot 2004 werden door het agentschap toetsen afgenomen met als doel te verifiëren of het buitenlandse certificaat erkend kon worden. Onlangs is door de Divisie Scheepvaart van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat afspraken gemaakt met de buitenlandse exameninstellingen met betrekking tot erkenning van certificaten. Hierdoor is het niet langer nodig de toets te plegen. Onderdeel II.A.5 komt dan ook om die reden te vervallen.

In de categorie ‘Afgifte verklaringen, keuringen en erkenningen’ (II.B) is in de subcategorie ‘Aanwijzen van een bevoegde instantie of een aangemelde instantie als bedoeld in artikel 13 van het Besluit elektromagnetische compatibiliteit 2001 aanwijzen van een instantie als bedoeld in artikel 12 van het Besluit randapparaten en radioapparaten, alsmede het toezicht op de naleving door eerdergenoemde instanties van de met betrekking tot de aanwijzing gestelde regels’ (II.B.1) een vergoeding voor toezicht toegevoegd. Deze vergoeding dient ter dekking van kosten die voor het agentschap gemoeid zijn met het hiervoor aangehaalde toezicht. Abusievelijk werden tot op heden hiervoor geen vergoedingen in rekening gebracht.

Het tweede lid van artikel 2 komt inhoudelijk overeen met artikel 2, tweede lid, van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2003. Het artikellid heeft betrekking op vergoedingen met betrekking tot werkzaamheden of diensten betreffende het gebruik van frequentieruimte die naar hun aard van de diensten of werkzaamheden niet zijn te categoriseren. Te denken valt aan werkzaamheden of diensten die voortvloeien uit bepaalde, voor zeer korte duur uitgegeven, vergunningen voor evenementen en vergunningen voor experimenten die primair bedoeld zijn voor het experimenteren met (nieuwe soorten) radiotoepassingen. Daar vanwege de noviteit van de toepassingen de daarop betrekking hebbende werkzaamheden van het agentschap niet te vatten zijn onder de bestaande subcategorieën, wordt op basis van de in bijlage II opgenomen tabel, gegeven het aantal uren dat aan de werkzaamheden is besteed, de verschuldigde vergoeding berekend. De in deze tabel genoemde uurtarieven zijn gebaseerd op de tarievenhandleiding van de Directie Accountancy Rijksoverheid. De voornoemde handleiding is opgenomen in het Handboek financiële administratie rijksoverheid (HAFIR, A.8.4). Het artikellid is derhalve niet van toepassing op experimenten die niet voor een 'zeer korte duur' zijn vergund. Op deze experimenten is het bepaalde in bijlage I van toepassing.

Artikel 3

Dit artikel komt overeen met artikel 3 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2003.

Artikel 4

Onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt een nieuw telecommunicatienetwerk voor overheidsdiensten, ‘C2000’, gerealiseerd. Dit netwerk is bestemd voor de verschillende diensten voor openbare orde, veiligheid en hulpverlening en vervangt de meer dan honderd radionetten die thans bij deze diensten in gebruik zijn. De in artikel 4 opgenomen jaarlijkse bijdrage en vergoeding voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dient ter dekking van de kosten die voor het agentschap voortvloeien uit het verrichten van werkzaamheden op het gebied van toezicht op het gebruik van frequentieruimte voor C2000.

Artikel 5

Om in aanmerking te komen voor een vergunning voor het gebruik van frequentieruimte met behulp van radiozendapparaten aan boord van schepen, dient de aanvrager van de vergunning een certificaat van bediening te hebben. Dit certificaat wordt verkregen nadat met goed gevolg examen is afgelegd in de bediening van maritieme radiozendapparaten. De examens worden afgenomen door watersportbonden die daartoe door het agentschap zijn aangewezen. De watersportbonden ontvangen van de kandidaten het examengeld. Teneinde de afdracht van de watersportbonden aan het agentschap op een kostendekkend niveau te krijgen worden de tarieven voor het afnemen van maritieme examens per 1 augustus 2004 met € 1 verhoogd. De voornoemde datum is gerelateerd aan het begin van het cursusjaar.

Artikel 6

Dit artikel ziet op de vergoeding voor de kosten die voor het agentschap zijn gemoeid met het behandelen van aanvragen voor de verlenging, wijziging en/of de overdracht van vergunningen in de zin van paragraaf 3.2 van de wet. Het artikel is ten opzichte van 2003 gewijzigd in die zin dat thans ook voor het op verzoek van de vergunninghouder wijzigen van een vergunning een vergoeding is verschuldigd. Tot op heden werden de kosten hiervoor niet bij vergunninghouders in rekening gebracht. De toename in het aantal aanvragen tot wijziging van de vergunning noopt tot het opnemen van een vergoeding daarvoor.

De hoogte van de in dit artikel genoemde vergoeding is ten opzichte van 2003 niet gewijzigd.

Artikel 7 en 8

Deze artikelen komen overeen met de artikelen 7 en 8 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2003.

Artikel 9

Dit artikel komt overeen met artikel 9 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2003. Met het onderhavige artikel wordt gebruik gemaakt van de in artikel 7 van het besluit neergelegde mogelijkheid om af te wijken van de in laatstgenoemd artikel opgenomen bepaling dat de vergoeding door degene die de vergoeding is verschuldigd bij vooruitbetaling dient te worden voldaan. Dit is nodig omdat de vergoedingen voor uitvoeringswerkzaamheden steeds achteraf in rekening worden gebracht en de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden soms aan het einde van het kalenderjaar waarop de vergoeding betrekking heeft. Indien de vergoedingen voor toezichtswerkzaamheden in december van dat jaar in rekening worden gebracht, behoeven zij – gelet op de betalingstermijn van dertig dagen – niet meer tijdens dat jaar te worden betaald, zodat niet langer kan worden gesproken van een verplichting tot vooruitbetaling.

Artikelen 10 en 11

Deze artikelen komen overeen met de artikelen 10 en 11 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2003.

Artikel 12

Dit artikel heeft een overeenkomstige strekking als artikel 12 van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2003. Die regeling wordt ingetrokken, zij het dat de bepalingen van die regeling (na 31 december 2003) van toepassing blijven op de werkzaamheden of diensten die in het kalenderjaar 2003 door het agentschap zijn verricht. Hiermee wordt bereikt dat voor alle werkzaamheden of diensten die in 2003 door het agentschap zijn verricht de vergoedingen gelden zoals neergelegd in de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2003, ook indien facturering of afhandeling van de factuur heeft plaatsgevonden na 31 december 2003.

De Minister van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst

Naar boven