Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Voedsel en Waren Autoriteit 2002

Besluit van de Minister van Justitie van 17 december 2003, nr. 5261743/503/AJT, inhoudende de wijziging van het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Voedsel en Waren Autoriteit 2002

De Minister van Justitie,

Gelezen het verzoek van de plv. Algemeen Directeur van de Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst van Waren d.d. 17 november 2003, kenmerk JZ/IZu/HeA/U-03/14265;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten, artikel 142, eerste lid onder b en c, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering, en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel I

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Voedsel en Warenautoriteit 20021 wordt als volgt gewijzigd:

Aan artikel 3, eerste lid, onder a, wordt aan het slot een onderdeel toegevoegd, luidende:

artikel 34 van de Wegenverkeerswet 1994;

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2004 en vervalt met ingang van 8 juli 2007.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 december 2003.
De Minister van Justitie,
namens deze:hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden,
H.Ph. Mayer.

Toelichting

De Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst van Waren heeft aan mij verzocht om de opsporingsbevoegdheid van de bij deze dienst werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren uit te breiden met artikel 34 van de Wegenverkeerswet 1994. De reden daarvoor is dat op verzoek van de Minister van Verkeer en Waterstaat de Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst van Waren met ingang van 1 januari 2004 zal worden belast met de handhaving van het bepaalde bij of krachtens artikel 34 van de Wegenverkeerswet 1994. Het betreft met name artikel 1a.7 van het Voertuigreglement. Deze bepaling houdt in dat het verboden is om radarontvangstapparaten die geschikt zijn om de aanwezigheid aan te tonen van een apparaat dat tot doel heeft om een overschrijding van de maximumsnelheid vast te stellen, in te voeren, te koop aan te bieden, in voorraad te hebben of af te leveren. De Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst van Waren zal met name handhavend optreden in de reguliere verkoopkanalen voor elektronica en autoaccessoires.

Gezien het bovenstaande en het feit dat de direct toezichthouder en de toezichthouder op de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij de Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst van Waren niet hebben laten weten bezwaar te hebben, acht ik de noodzaak tot uitbreiding van de opsporingsbevoegdheid met artikel 34 van de Wegenverkeerswet 1994 aanwezig. Aan de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij de Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst van Waren wordt derhalve door middel van dit besluit met ingang van 1 januari 2004 opsporingsbevoegdheid toegekend voor artikel 34 van de Wegenverkeerswet 1994.

De Minister van Justitie

namens deze:hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden,

H.Ph. Mayer

  • 1

    Stcrt. 2002, 127; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 november 2003, Stcrt. 2003, 218.

Naar boven