Instelling Interdepartementale coördinatiecommissie Integratie en Immigratie

15 december 2003

5259117/03/DVB

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

In overeenstemming met het besluit van de Ministerraad d.d. 2 juli 2003;

Besluit:

Artikel 1

Ingesteld wordt een Interdepartementale Coördinatiecommissie Integratie en Immigratie (hierna te noemen: de commissie).

Artikel 2

De commissie fungeert ten aanzien van de beleidsterreinen integratie van etnische minderheden en immigratie als het ambtelijk voorportaal van het Ministerie van Justitie voor de Raad voor de Veiligheid en Rechtsorde.

Artikel 3

De commissie heeft tot taak:

– het ontwikkelen en uitwerken van een samenhangend en consistent overheidsbeleid ter bevordering van integratie en ter regulering van immigratie, het doen van voorstellen ter implementatie van bedoeld overheidsbeleid alsmede het bewaken van de voortgang van die implementatie;

– het bespreken van voorstellen van wet alsmede onderwerpen van algemene maatregelen van bestuur dan wel voornemens daartoe inzake integratie en immigratie;

– het bespreken van knelpunten en zoeken naar oplossingen voor knelpunten die zich voordoen bij de ontwikkeling en uitvoering van het integratie- en immigratiebeleid ;

– het inventariseren en bestuderen van de oorzaken en achtergronden inzake redenen van de komst van vreemdelingen naar Nederland;

– het toetsen van het brede overheidsbeleid en beleidsvoornemens op effecten op integratie en immigratie;

– het zoeken naar structurele en duurzame oplossingen voor migratie- en vluchtelingenstromen, alsmede voor problemen rondom integratie dit met inachtname van de bestaande competentieverdeling en een goede informatie-uitwisseling;

– het voorbereiden van standpunten welke de Nederlandse regering inneemt in internationale fora die zich met integratie- en immigratie-aangelegenheden bezighouden, dit met inachtname van de bestaande competentieverdeling en een goede informatie-uitwisseling;

– het in kaart brengen van de financiële consequenties die voortvloeien uit de realisering van een geslaagd integratiebeleid en uit de instroom van asielzoekers alsmede het zoeken naar financieringsalternatieven en mogelijke besparingen.

Artikel 4

1. Ten behoeve van de werkzaamheden van de commissie kunnen subcommissies in het leven worden geroepen.

2. De commissie heeft de bevoegdheid personen en instanties uit te nodigen een bijdrage te leveren aan de werkzaamheden van de commissie.

Artikel 5

Voor het bewaken van de voortgang en de kwaliteit van haar werkzaamheden evalueert de commissie haar functioneren voor 31 december 2004. Zij brengt haar conclusies ter kennis van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie.

Artikel 6

1. De commissie kan desgevraagd en uit eigen beweging adviseren.

2. De commissie brengt haar adviezen uit aan de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, aan de Raad voor de Veiligheid en Rechtsorde, aan de ministerraad en indien gewenst aan de bewindspersonen wie het aangaat.

3. Adviezen van de commissie worden, in voorkomende gevallen, vastgesteld bij meerderheid van stemmen. Minderheidsstandpunten worden op verzoek van een of meer leden aan de adviezen toegevoegd.

Artikel 7

In de commissie worden benoemd:

als lid, tevens voorzitter: mr. drs. R.K. Visser, directeur-generaal Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Justitie;

als lid, tevens plaatsvervangend voorzitter: mevrouw mr. M.L. Haimé, directeur, Directie Coördinatie Integratiebeleid Minderheden van het Ministerie van Justitie;

als lid, tevens plaatsvervangend voorzitter: mr. drs. R.R. ter Kuile, directeur, Directie Vreemdelingenbeleid van het Ministerie van Justitie;

als leden:

een namens de Minister van Algemene Zaken aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Financiën aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Buitenlandse Zaken aan te wijzen lid;

een namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Onderwijs en Wetenschappen aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan te wijzen lid;

een namens de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Economische Zaken aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Defensie aan te wijzen lid;

een namens de Minister van Justitie;

een namens het Sociaal en Cultureel Planbureau aan te wijzen lid;

een namens het Directoraat-Generaal Wetgeving, Rechtspleging en Rechtsbijstand aan te wijzen lid.

als lid, tevens secretaris: ing. M. Dijkstra, plaatsvervangend directeur Directie Coördinatie Integratie Minderheden van het Ministerie van Justitie;

als adjunct-secretaris: mr. S. Terphuis, Beleidsmedewerker Directie Vreemdelingenbeleid van het Ministerie van Justitie.

Artikel 8

Voor elk van de leden van de commissie kan een plaatsvervanger worden aangewezen.

Artikel 9

Met inwerkingtreding van dit besluit worden de besluiten van 8 mei 1990 nr. 17633/90/DVZ van de Staatssecretaris van Justitie, A. Costo en dat van 12 januari 1999 nr. DCM 98/54.500 van de Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid, R.H.L.M. van Boxtel, alsmede het wijzigingsbesluit van 30 december 2002 nr. CIM2002/100761 van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, H.P.A. Nawijn, ingetrokken.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Dit besluit zal met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant worden gepubliceerd.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M.C.F. Verdonk.

Toelichting

De vorming van de Interdepartementale coördinatiecommissie Intergratie en Immigratie (ICII) is, overeenkomstig het besluit van de Ministerraad d.d. 2 juli 2003 tot een herziening van het onderradenstelsel tot stand gekomen door het samenvoegen van twee ambtelijke voorportalen van het Ministerie van Justitie, namelijk de Interdepartementale Commissie Integratiebeleid Etnische Minderheden en Woonwagenbewoners (hierna de ICIM) en de Interdepartementale Stuurgroep Immigratie (hierna de ISI). Met deze samenvoeging wordt een beperking van het aantal ambtelijke voorportalen beoogd, hetgeen in de lijn is met het vorenbedoelde besluit van het kabinet.

De ICIM fungeerde als ambtelijk voorportaal voor de onderraad waarin onderwerpen rondom integratie behandeld werden. Tot 2 juli 2003 betrof het de Raad voor Integratie en Grotestedenbeleid en nadien was dat de Raad voor de Veiligheid en de Rechtsorde. De leden van de ICIM adviseerden over beleidsvoornemens en beleid betreffende integratie. Eén van de terugkerende items op de ICIM-agenda was de Rapportage Integratiebeleid Etnische Minderheden ten behoeve van de Tweede Kamer, die mede werd geschreven op basis van gegevens van andere departementen. De bespreking van deze rapportage zal op dezelfde wijze in de ICII plaatsvinden. Voorafgaand aan de vergaderingen van de ICIM werd een JMO (Justitie Minderheden Overleg) gehouden, waarin de verschillende directies die integratiegerelateerde dossiers behandelen vertegenwoordigd waren. Dit betreft een intern afstemmingsoverleg, waarvan het informeren en afstemmen over relevante ontwikkelingen de belangrijkste functies zijn. Bezien zal worden hoe het genoemde overleg in het kader van de ICII op adequate wijze doorgang kan vinden.

De ISI fungeerde voorheen als ambtelijk voorportaal voor onderraden, waarin allerlei onderwerpen rondom immigratie behandeld werden. Een vast agendapunt bij de vergaderingen van de ISI was de bespreking van de Rapportage Vreemdelingenketen, welke drie keer per jaar door de Projectgroep Coördinatie Vreemdelingen wordt uitgebracht. De bespreking van de bedoelde rapportage zal ook in de ICII op dezelfde wijze geschieden. De bedoelde rapportage wordt eerst door de leden van de Coördinatiegroep Vreemdelingen besproken. Hoe een en ander als gevolg van de samenvoeging van de ICIM en de ISI in procedureel opzicht geregeld zal worden, zal uit de praktijk moeten blijken. Daartoe zullen tijdig voorstellen worden gedaan, teneinde te komen tot een passende afstemming.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M.C.F. Verdonk

Naar boven