Regeling Nederlandse tarieven vissersvaartuigen 2004

Regeling van de Minister van Verkeer en Waterstaat houdende nieuwe vaststelling Nederlandse tarieven vissersvaartuigen (Regeling Nederlandse tarieven vissersvaartuigen 2004)

11 december 2003

HDJZ/SCH/2003-2280

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 72, eerste lid, van de Schepenwet;

Besluit:

Artikel 1

De in deze regeling genoemde tarieven zijn verschuldigd voor het verrichten van werkzaamheden of diensten door ambtenaren van Nederland.

Artikel 2

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. vissersvaartuig: elk vaartuig dat gebezigd wordt voor het vangen van vis, walvissen, zeehonden, walrussen of andere levende rijkdommen van de zee;

b. certificaat van overeenstemming: het certificaat als bedoeld in artikel 1.8 van het Vissersvaartuigenbesluit 2002;

c. certificaat van vrijstelling: het certificaat, bedoeld in artikel 1.9 van het Vissersvaartuigenbesluit 2002;

d. certificaat van deugdelijkheid: het certificaat, bedoeld in artikel 22 van het Vissersvaartuigenbesluit;

e. certificaat van veiligheid: het certificaat, bedoeld in artikel 23 van het Vissersvaartuigenbesluit;

f. certificaat van ontheffing: het certificaat, bedoeld in artikel 24 van het Vissersvaartuigenbesluit;

g. certificaten: de onder b tot en met f genoemde certificaten;

h. eerste onderzoek: het onderzoek, bedoeld in artikel 1.12, eerste lid van het Vissersvaartuigenbesluit 2002 en in artikel 12, eerste lid, onder 1°, van het Vissersvaartuigenbesluit.

Artikel 3

1. Voor het onderzoek van vissersvaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de eerste afgifte van certificaten, is het tarief verschuldigd, genoemd in onderstaande tabel:

Lengte

geklasseerde

vaartuigen

niet-geklasseerde

vaartuigen

tot 24 meter

 

€ 6.047

vanaf 24 meter

€ 7.489

€ 13.683

2. Voor het onderzoek van niet-geklasseerde mosselvaartuigen met een lengte van 24 meter of meer en de verdere werkzaamheden nodig voor de eerste afgifte van certificaten is, in afwijking van het eerste lid, een tarief verschuldigd van € 11.781.

3. Voor het onderzoek en de verdere werkzaamheden nodig voor de afgifte van certificaten voor een vissersvaartuig dat reeds onderworpen is geweest aan een eerste onderzoek is, in afwijking van het eerste lid, het tarief verschuldigd, genoemd in onderstaande tabel:

Lengte

geklasseerde

vaartuigen

niet-geklasseerde

vaartuigen

tot 24 meter

 

€ 2.364

vanaf 24 meter

€ 2.539

€ 2.913

4. Voor het onderzoek nieuwbouw radio-installatie, het eerste onderzoek radio-installatie als bedoeld in artikel 1.12, eerste lid, van het Visservaartuigenbesluit 2002, en een herinspectie radio-installatie aan boord van de schepen als bedoeld in het laatstgenoemde artikel zijn de volgende tarieven verschuldigd:

a. nieuwbouw radio-installatie € 1.036;

b. herinspectie radio-installatie € 130.

Indien het onderzoek van een radio-installatie aan boord van een in Nederland thuis behorend schip geheel of gedeeltelijk in het buitenland plaatsvindt is een toeslag verschuldigd van 25% van het desbetreffende tarief genoemd onder a of b.

Artikel 4

1. Voor het onderzoek van vissersvaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de vernieuwing of handhaving van certificaten, is jaarlijks het tarief verschuldigd, genoemd in onderstaande tabel:

Lengte

geklasseerde

vaartuigen

niet-geklasseerde

vaartuigen

tot 24 meter

 

€ 1.181

vanaf 24 meter

€ 1.268

€ 1.456

2. Voor het onderzoek van niet-geklasseerde sportvissers- of recreatievaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de vernieuwing of handhaving van certificaten is, in afwijking van het eerste lid, jaarlijks het volgende tarief verschuldigd:

a. voor vaartuigen met een lengte tot 24 meter € 1.515;

b. voor vaartuigen met een lengte vanaf 24 meter € 1.823.

3. Bij tussentijdse verkoop van het vaartuig vindt geen verrekening van het tarief met de koper of verkoper plaats.

4. Voor een jaarlijkse inspectie radio-installatie, het periodieke onderzoek als bedoeld in artikel 1.12, tweede lid, onderdeel c, van het Visservaartuigenbesluit 2002 en een herinspectie radio-installatie aan boord van de schepen als bedoeld in het laatstgenoemde artikel zijn de volgende tarieven verschuldigd:

a. jaarlijkse inspectie radio-installatie € 255;

b. herinspectie radio-installatie € 130.

Indien het onderzoek van een radio-installatie aan boord van een in Nederland thuis behorend schip geheel of gedeeltelijk in het buitenland plaatsvindt is een toeslag verschuldigd van 25% van het desbetreffende tarief genoemd onder a of b.

Artikel 5

1. Voor het onderzoek van vissersvaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de afgifte van een vergunning krachtens artikel 2bis van de Schepenwet, is het volgende tarief verschuldigd:

a. voor vaartuigen met een lengte tot 24 meter € 342;

b. voor vaartuigen met een lengte vanaf 24 meter € 373.

2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, is niet verschuldigd indien het een vergunning betreft uitsluitend bestemd voor het maken van een proefvaart dan wel het ondernemen van een reis uit een haven in Nederland, met de bedoeling het vaartuig gereed te maken voor het verkrijgen van een certificaat van deugdelijkheid, een certificaat van overeenstemming of een certificaat van vrijstelling.

Artikel 6

1. Voor het onderzoek aan boord en de verdere werkzaamheden nodig voor het verstrekken van een certificaat van ontheffing of een certificaat van vrijstelling, voor het verstrekken van een extra exemplaar of een tussentijdse vervanging van een certificaat, alsmede voor de afgifte van een certificaat zonder dat hiervoor een onderzoek aan boord plaatsvindt, is een tarief verschuldigd van € 174.

2. Voor de vervanging van de in deze regeling genoemde certificaten die door een scheepsongeval verloren zijn gegaan, is geen vergoeding verschuldigd.

Artikel 7

Voor werkzaamheden voortvloeiende uit het bepaalde bij of krachtens het Vissersvaartuigenbesluit, die niet op grond van een van de overige artikelen van deze regeling in rekening worden gebracht, is een tarief verschuldigd van € 76 per uur per ambtenaar.

Artikel 8

1. Indien een onderzoek als bedoeld in deze regeling geheel of gedeeltelijk in het buitenland wordt uitgevoerd en de voor het betreffende onderzoek vastgestelde termijn, opgenomen in de onderstaande tabel, wordt overschreden, is per termijnoverschrijdende dag een aanvullend tarief verschuldigd van € 612.

Onderzoekstermijnen: deze termijnen beginnen op de dag van vertrek uit Nederland en eindigen op de dag van terugkomst in Nederland.

Nieuwbouw

Lengte

Aantal dagen

a. niet geklasseerde vissersvaartuigen

< 24 meter

14

b. niet geklasseerde vissersvaartuigen

> 24 meter

22

c. niet geklasseerde mosselvaartuigen

> 24 meter

12

d. geklasseerde vissersvaartuigen

> 24 meter

18

2. De eventuele reis- en verblijfskosten van de ambtenaar ten behoeve van de in deze regeling genoemde onderzoeken in het buitenland komen voor rekening van de aanvrager van het certificaat. Deze kosten worden afzonderlijk in rekening gebracht.

Artikel 9

1. Indien de in deze regeling genoemde onderzoeken geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd op werkdagen tussen 18.00 uur en 08.00 uur, op een zaterdag, op een zondag of op een in het Algemeen Rijksambtenarenreglement daaraan gelijkgestelde dag, is een aanvullend tarief verschuldigd van € 37 per uur per ambtenaar.

2. Het tarief, genoemd in het eerste lid, is eveneens verschuldigd voor uitgevoerde onderzoeken in het buitenland buiten de daar ter plaatse geldende werktijden.

Artikel 10

De Regeling Nederlandse tarieven vissersvaartuigen 2003 wordt ingetrokken.

Artikel 11

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling Nederlandse tarieven vissersvaartuigen 2004.

Deze regeling zal met de toelichting worden geplaatst in de Staatscourant, de Curaçaosche Courant en het Afkondigingsblad van Aruba.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

Algemeen

De onderhavige regeling treedt in de plaats van de Regeling Nederlandse tarieven vissersvaartuigen 2003 in verband met een verhoging van de daarin genoemde tarieven. De algemene tariefsverhoging die met ingang van 1 januari 2004 van kracht wordt bedraagt circa 5%. Het niveau van de verhoging is met name gebaseerd op het gegeven dat vanaf de invoering in 1996 van het huidige, door de Divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat gebruikte, tariefcalculatiesysteem de tarieven niet consequent jaarlijks zijn aangepast aan onder andere de stijging van lonen en prijzen. De bedoeling bij de invoering van voornoemd tariefcalculatiesysteem was om in een periode van 5 jaar tot volledige kostendekkendheid te komen, hetgeen als gevolg van het niet consequent jaarlijks aanpassen van de tarieven nog niet is gerealiseerd.

De onderhavige tariefsverhogingen zullen alleen gelden voor werkzaamheden of diensten die worden verricht door ambtenaren van Nederland. Voor werkzaamheden of diensten van ambtenaren van de Nederlandse Antillen en Aruba gelden de plaatselijke tarieven.

Artikelsgewijs

Voor de duidelijkheid zij vermeld dat in de tabellen bij de artikelen 3 en 4 geen bedragen zijn opgenomen voor geklasseerde vaartuigen met een lengte tot 24 meter omdat deze vaartuigen er niet zijn.

De in artikelen 3, vierde lid, en 4, vierde lid, genoemde activiteiten zijn met ingang van 1 januari 2003 door het Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken overgedragen aan de Divisie Scheepvaart van de Inspectie Verkeer en Waterstaat. Deze overdracht is nu in de onderhavige regeling verwerkt. In het jaar 2003 zijn de kosten tussen de beide diensten onderling verrekend.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt. 2002, 244.

Naar boven