Vergoeding en onkostenvergoeding statenleden, vergoeding commissieleden en onkostenvergoeding leden gedeputeerde staten

Aan: De provinciebesturen Onderwerp: Vergoeding en onkostenvergoeding statenleden, vergoeding commissieleden en onkostenvergoeding leden gedeputeerde staten Doelstelling: Informatie over beleid Juridische grondslag: Artikel 2 en 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden en artikel 21 van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden Relaties met andere circulaires: 20 november 2002, nr. BK02/96150 Ingangsdatum: 1 januari 2004 Geldig tot: nadere berichtgeving

4 december 2003

Nr. BK03/86671

DGKB/Kabinetszaken

1. Vergoeding werkzaamheden statenleden

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat de bedragen van de vergoedingen voor de werkzaamheden van statenleden per 1 januari van elk jaar worden herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer voor 2003 is bepaald op 112.9 (basisjaar 2000 = 100). Voor 2002 was dat indexcijfer bepaald op 109.5.

Dit betekent dat het bedrag van de vergoeding van de werkzaamheden per 1 januari 2004 wordt verhoogd met 3.1%.

Voor uw informatie meld ik u dat het indexcijfer is gebaseerd op gegevens van het CBS van medio november 2003. Het CBS hanteert thans het jaar 2000 als basisjaar (= 100).

Met ingang van 1 januari 2004 wordt het bedrag genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden voor de vergoeding van de werkzaamheden gewijzigd in € 11.227,35.

2. Onkostenvergoeding statenleden

In artikel 2, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten genoemd in de leden drie en vier van artikel 2, per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2003 is bepaald op 111.0 (basisjaar 2000 = 100). Voor 2002 was dat indexcijfer bepaald op 108.8.

Dit betekent dat de bedragen van de onkostenvergoeding per 1 januari 2004 worden verhoogd met 2.0%.

Voor uw informatie meld ik u dat het indexcijfer is gebaseerd op gegevens van het CBS van medio november 2003. Het CBS hanteert thans het jaar 2000 als basisjaar (= 100).

Met ingang van 1 januari 2004 worden de bedragen genoemd in artikel 2, derde en vierde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden voor de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden gewijzigd in € 78,17 resp. € 162,85 (fictieve dienstbetrekking).

3. Vergoeding commissieleden

In artikel 13 juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is het bedrag bepaald van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Het indexcijfer voor 2003 is bepaald op 112.9 (basisjaar 2000 = 100). Voor 2002 was dat indexcijfer bepaald op 109.5.

Dit betekent dat de bedragen van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari 2004 worden verhoogd met 3.1%.

Voor uw informatie meld ik u dat het indexcijfer is gebaseerd op gegevens van het CBS van medio november 2003. Het CBS hanteert thans het jaar 2000 als basisjaar (= 100).

Met ingang van 1 januari 2004 wordt het bedrag genoemd in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden gewijzigd in € 90,25.

4. Onkostenvergoeding leden gedeputeerde staten

In artikel 21, derde lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten (genoemd in artikel 21, eerste en tweede lid) voor een gedeputeerde per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2003 is bepaald op 111.0 (basisjaar 2000 = 100). Voor 2002 was dat indexcijfer bepaald op 108.8.

Dit betekent dat de bedragen van onkostenvergoeding per 1 januari 2004 worden verhoogd met 2.0%.

Voor uw informatie meld ik u dat het indexcijfer is gebaseerd op gegevens van het CBS van medio november 2003. Het CBS hanteert thans het jaar 2000 als basisjaar (= 100).

Met ingang van 1 januari 2004 worden de bedragen genoemd in artikel 21, eerste en tweede lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden gewijzigd in € 288,62 resp. € 601,80 (fictieve dienstbetrekking).

5. Bezoldiging commissaris van de Koningin en bezoldiging gedeputeerden

De bezoldiging van commissarissen van de Koningin wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk. De bezoldiging van gedeputeerden is gerelateerd aan het maximum van schaal 17 van het BBRA 1984.

De laatste algemene salarisverhoging daarvan was in mei 2003. Zodra er een volgende salarisverhoging is vastgesteld wordt u geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van de commissaris van de Koningin en de bezoldiging van de gedeputeerden.

6. Informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers, kunt u vinden op de internetsite van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: www.minbzk.nl, openbaar bestuur, politieke ambtsdragers.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,voor deze,
de directeur-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur,
L.A.M. van Halder.

Naar boven