Wijziging Regeling voorziening veroudering ziektekostenverzekeringen

27 november 2003

nr. 2.111/03-8436/2

De Pensioen- & Verzekeringskamer,

Gelet op artikel 7 van het Besluit technische voorzieningen verzekeringsbedrijf 1994;

Besluit:

Artikel 1

De Regeling voorziening veroudering ziektekostenverzekeringen¹ wordt als volgt gewijzigd:

In de bijlage bij de regeling worden Tabel I en Tabel III vervangen door de Tabel I en Tabel III als opgenomen in de bijlage bij deze regeling.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2003.

Deze regeling zal met bijbehorende bijlage en toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

#Apeldoorn, 27 november 2003.
Pensioen- & Verzekeringskamer,
D.E. Witteveen, voorzitter bestuur.
J.Ph.W. Klopper, lid bestuur.

¹ Stcrt. 1995, 248, laatstelijk gewijzigd bij Regeling van 23 december 2002, Stcrt. 247.

Toelichting

Voor een algemene toelichting op het Rekenschema wordt verwezen naar onderdeel C van de toelichting bij de Regeling voorziening veroudering ziektekostenverzekeringen. De grondslagen in het rekenschema worden jaarlijks door de Pensioen- & Verzekeringskamer op adequaatheid getoetst.

Deze toetsing heeft de Pensioen- & Verzekeringskamer aanleiding gegeven de in voornoemd onderdeel C opgenomen grondslagen voor de sterftekansen, de schadefactoren en de royementskansen aan de meest recente ervaringen aan te passen. In het kader van de gefaseerde verlaging van de rekenrente van 4% (in 2000) naar 3% (in 2004) is voorts een rekenrente van 3,25% van toepassing.

De nieuwe schadefactoren zijn in de hierna te noemen Tabel I vermeld. Wat betreft royementskansen geldt als nieuwe grondslag: 22% (25-29 jaar), 16% (30-34 jaar), 14% (35-39 jaar), 12% (40-44 jaar), 10% (45-49 jaar), 8% (50-54 jaar) en 7% (55-64 jaar).

De wijzigingen betreffen de schadefactoren in Tabel I en de schade- en contante waardefactoren in Tabel III.

Pensioen- & Verzekeringskamer,

D.E. Witteveen, voorzitter bestuur.

J.Ph.W. Klopper, lid bestuur.

Bijlage

Deze bijlage behoort bij de regeling van de Pensioen- & Verzekeringskamer van 27 november 2003, nr. 2.111/02-8436/2.