Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Voedsel en Waren
Autoriteit 2002
Besluit van de Minister van Justitie van 3 november 2003, nr. 5252152/503/AJT,
inhoudende de wijziging van het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Voedsel
en Waren Autoriteit 2002
De Minister van Justitie,
Gelezen het verzoek van de Algemeen Directeur van de Voedsel en Waren
Autoriteit/Keuringsdienst van Waren d.d. 4 juni 2003, kenmerk JZ/IZu/esa/U-03/04345;
Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Minister
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet
op de economische delicten, artikel 142, eerste lid onder b en c, en derde
lid, van het Wetboek van Strafvordering, en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;
Besluit:
Artikel I
Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Voedsel en Warenautoriteit
20021 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 3, eerste lid, onder a, wordt de zinsnede `de artikelen 172
tot en met 175, 329 en 330, van het Wetboek van Strafrecht;' vervangen door:
de artikelen 172 tot en met 175, 198, 329 en 330, van het Wetboek van Strafrecht;.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 15 november 2003 en vervalt
met ingang van 8 juli 2007.
Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 3 november 2003.
De Minister van Justitie,namens
deze:
hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden,
H.Ph.
Mayer.
1 Stcrt. 2002, 127.
Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende
daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus
20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.
Toelichting
Door de Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst van Waren is aan mij
verzocht om de opsporingsbevoegdheid van de bij deze dienst werkzame buitengewoon
opsporingsambtenaren uit te breiden met artikel 198 van het Wetboek van Strafrecht
(onttrekking goederen aan beslag). Gezien de adviezen die door de direct toezichthouder
en de toezichthouder op de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij
de Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst van Waren aan mij zijn uitgebracht,
acht ik de noodzaak tot uitbreiding van de opsporingsbevoegdheid met artikel
198 van het Wetboek van Strafrecht aanwezig. Bovendien ligt dit artikel in
het verlengde van artikel 26 van de Wet op de Economische Delicten waarvoor
de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij de Voedsel en Waren Autoriteit/Keuringsdienst
van Waren reeds opsporingsbevoegdheid hebben. Aan hen wordt derhalve door
middel van dit besluit met ingang van 15 november 2003 opsporingsbevoegdheid
toegekend voor artikel 198 van het Wetboek van Strafrecht.
De Minister van Justitie,
namens deze:
hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden,
H.Ph. Mayer.