De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de Minister
van Financiën,
Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;
De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 3 oktober
2002, nr. arc-2002.4316/2);
Besluiten:
Artikel 1
De bij dit besluit gevoegde `selectielijst voor de neerslag van de handelingen
van de Minister van Financiën en de onder hem ressorterende actoren op
het beleidsterrein Overheidsinformatievoorziening over de periode 1945-1999'
en de daarbij behorende toelichting worden vastgesteld.
Artikel 2
De hoofdstukken algemeen en organisme (.07) van de `lijst van te vernietigen
archiefbescheiden van het Ministerie van Financiën en de daaronder ressorterende
colleges, commissies en ambtenaren' (vastgesteld bij beschikking van de Minister
van Financiën en de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur,
nr. MMA/AR-6301 II d.d. 20 september 1983 (gepubliceerd in de Staatscourant
nr. 1984-48)), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de Minister van Financiën
en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, nr. R&B/OSA/2001/866
d.d. 30 juli 2001 (gepubliceerd in de Staatscourant nr. 200/201 d.d. 16/17-10-2001))
worden ingetrokken voorzover deze betrekking hebben op het beleidsterrein
overheidsinformatievoorziening.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is belast met de uitvoering
van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting
in de Staatscourant zal worden geplaatst.
Den Haag, 11 juli 2003.
De Staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen,namens deze:
de Algemene Rijksarchivaris,
M.W.
van Boven.
De Minister van Financiën,namens deze:
het
Hoofd Afdeling Documentaire Informatievoorziening,
W. van Klink.
Een belanghebbende kan tegen dit besluit beroep instellen bij de rechtbank
binnen het rechtsgebied waarvan hij zijn woonplaats heeft. Voordat hij beroep
instelt, moet hij binnen zes weken na de inwerkingtreding van dit besluit
bij de Staatssecretaris een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift moet
worden gestuurd naar CFI/FJZ, ter attentie van het secretariaat van de Commissie
voor de bezwaarschriften, Postbus 606, 2700 ML Zoetermeer.