Registratieregels CWI

20 augustus 2003

CWI 2003/011

De Raad van Bestuur van de Centrale organisatie werk en inkomen,

Gelet op artikelen 21 onder a en b en 25 Wet SUWI;

Besluit:

Artikel 1. Registratie van werkzoekenden

1. Een werkzoekende die dit recht op grond van artikel 25 Wet SUWI toekomt, laat zich registreren als werkzoekende door zich in persoon te melden bij de vestiging, die binnen het werkgebied van diens (toekomstig) woonadres is gelegen.

2. De werkzoekende ontvangt, nadat zijn identiteit is vastgesteld aan de hand van een geldig document als bedoeld in de Wet op de identificatieplicht, een bewijs van registratie als bedoeld in artikel 25, tweede lid, Wet SUWI.

3. De datum van registratie als werkzoekende is de datum waarop de werkzoekende de vestiging heeft bezocht, als bedoeld in het eerste lid. Indien aan het bezoek bedoeld in de vorige volzin, een bezoek aan de vestiging of een aanvraag om dienstverlening is voorafgegaan om eventuele aanspraken op een sociale verzekeringsuitkering vast dan wel veilig te stellen, geldt als ingangsdatum van de registratie de datum van melding.

4. Het bewijs van registratie als bedoeld in het tweede lid, bevat de volgende gegevens:

a. naam, adres, telefoon- en faxnummer van de vestiging van CWI die het bewijs van registratie heeft verstrekt;

b. ingangsdatum van de registratie en datum waarop deze expireert;

c. datum melding bij CWI met het oog op een uitkeringsaanspraak;

d. persoonsgegevens van de werkzoekende: naam, voorletters, adres, postcode, woonplaats en sofi-nummer;

e. beroep van inschrijving van de werkzoekende en diens beschikbaarheid voor werk (in uren per week);

f. de actuele afstand tot de arbeidsmarkt (fasering);

g. wijze van verlenging.

Artikel 2. Geldigheidsduur van registratie

1. De geldigheidsduur van de registratie is afhankelijk van de laatst door CWI vastgestelde afstand die de werkzoekende heeft tot de arbeidsmarkt.

2. De registratie van een werkzoekende met geen of een beperkte afstand tot de arbeidsmarkt (fase 1) geldt tot de datum van de eerstvolgende afspraak. De registratie van een werkzoekende die is ingedeeld in fasen 2, 3, 4 geldt voor respectievelijk maximaal 6 maanden, 1 jaar en 2 jaar. De registratie van de werkzoekende wiens afstand tot de arbeidsmarkt op het moment van afgifte van het bewijs van registratie, nog niet is vastgesteld, geldt tot de datum van de eerstvolgende afspraak, doch maximaal voor de duur van 1 maand.

Artikel 3. Verlenging van registratie

1. Een verzoek tot verlenging wordt uiterlijk op de expiratiedatum van de registratie ingediend.

2. Een verzoek om verlenging kan worden ingediend op de wijze zoals aangegeven op het bewijs van registratie.

3. Een schriftelijk verzoek om verlenging dat per post wordt verzonden, is tijdig ingediend indien het voor de expiratiedatum ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van deze datum is ontvangen.

Artikel 4. Beëindiging registratie als werkzoekende

1. De registratie van een werkzoekende wordt beëindigd op de datum waarop de registratie zijn geldigheid verliest, zonder dat de werkzoekende op de wijze zoals aangegeven op het bewijs van registratie, een verzoek tot verlenging heeft gedaan.

2. De registratie van een werkzoekende kan worden beëindigd op verzoek van betrokkene tegen een door hem aan te geven datum. Bij gebreke van een duidelijk kenbare datum geldt als datum beëindiging de datum waarop het verzoek door CWI wordt verwerkt.

3. Een verzoek om beëindiging als bedoeld in het tweede lid, is vormvrij.

Artikel 5. Registratie van vacatures door CWI

1. CWI honoreert in beginsel ieder verzoek van een werkgever om een vacature te registreren.

2. Een verzoek om een vacature te registreren, bevat ten minste de volgende gegevens

a. naam en adresgegevens van de werkgever;

b. vacaturegegevens: functiebenaming, urenomvang, aard van het dienstverband, plaats van werkzaamheden, ingangsdatum vacature;

c. contactpersoon en telefoonnummer;

d. sollicitatiewijze.

Artikel 6. Verwijdering van registratie van een vacature

1. CWI weigert dan wel verwijdert een vacature indien blijkt dat er een gerede kans is dat vervulling van de vacature de positie van de werkzoekende kan schaden.

2. Van het bedoelde in het eerste lid is in ieder geval sprake als blijkt dat werkgever:

a. vacature-eisen stelt die in strijd zijn met de non-discriminatiecode CWI;

b. handelt in strijd met enig wettelijk voorschrift;

c. misleidende of onjuiste informatie in of over de vacature heeft verstrekt;

d. aanstootgevend taalgebruik hanteert in de vacaturetekst;

e. een financiële investering van de werkzoekende vraagt.

Artikel 7. Beëindiging van de registratie van een vacature

1. De registratie van een vacature wordt beëindigd op de datum die met de werkgever is overeengekomen, tenzij de werkgever een verzoek tot verlenging heeft gedaan.

2. De registratie van een vacature kan worden beëindigd op verzoek van de werkgever tegen een door hem aan te geven datum. Bij gebreke van een duidelijk kenbare datum geldt als datum beëindiging de datum waarop het verzoek door CWI wordt verwerkt.

3. Een verzoek om beëindiging als bedoeld in het tweede lid, is vormvrij.

Artikel 8. Bemiddeling door CWI

1. Na registratie brengt CWI geschikte vacatures, voor zover aanwezig, onder de aandacht van de werkzoekende.

2. Afhankelijk van de klantvraag van de werkzoekende stelt CWI, na overleg en mede op basis van de fase-indeling, de omvang en intensiteit van de dienstverlening vast.

3. Bij registratie van een vacature brengt CWI geschikte werkzoekenden, voor zover aanwezig, onder aandacht van de werkgever.

4. Afhankelijk van de klantvraag van de werkgever stelt CWI, na overleg, vast van welke diensten de werkgever gebruik kan maken en welke distributiekanalen en instrumenten beschikbaar worden gesteld voor de werving en voordracht van werkzoekenden op de betreffende vacature.

Artikel 9. Intrekking, citeertitel en inwerkingtreding

1. De Regeling registratiegegevens en termijnen van het Centraal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening (Staatscourant 1991,16) wordt ingetrokken.

2. Deze regeling wordt aangehaald als `Registratieregels CWI'.

3. Deze regeling treedt in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant, met uitzondering van artikel 1, vierde lid, dat in werking treedt op 1 januari 2004.

Amsterdam, 20 augustus 2003.
De Centrale organisatie werk en inkomen,
R. de Groot,
voorzitter Raad van Bestuur.

Toelichting

Op grond van de Wet SUWI behoort het tot de taken van CWI om werkzoekenden als zodanig te registreren, vacatures in te nemen en zo mogelijk beide partijen met elkaar in contact te brengen.

Met de Registratieregels CWI heeft CWI vastgelegd welke gegevens zij in dit kader vermeldt op het bewijs van registratie als bedoeld in artikel 25 Wet SUWI, wat de geldigheidsduur is van de registratie en hoe deze verlengd kan worden. Verder is in de Regeling aangegeven welke gegevens een werkgever moet aanleveren wanneer hij een vacature bij CWI wil laten registreren. Voor zover nodig, volgt hierna een toelichting per artikel.

Artikel 1, eerste lid

In het Besluit werkgebieden CWI (Staatscourant 2002/53) is bepaald welke regio gebruik kan maken van de dienstverlening door een vestiging van CWI. Voor de registratie als werkzoekende wordt aangesloten bij het Besluit werkgebieden CWI. Dit komt er op neer dat registratie plaatsvindt bij die vestiging die werkzaam is in de regio van de woonplaats van de betrokken werkzoekende.

De reden voor deze keuze is de volgende. Vooral als de registratie samenhangt met de aanvraag van een uitkering, is het wenselijk dat de dienstverlening door CWI plaatsvindt in dezelfde regio waarin de ketenpartner is gevestigd die over de uitkeringsaanvraag beslist. Veelal heeft een CWI met zijn directe ketenpartners (met name de Gemeentelijke Sociale Diensten) specifieke afspraken gemaakt over de dienstverlening. In een dergelijke situatie is het niet wenselijk dat de dienstverlening van CWI plaatsvindt vanuit een vestiging waarmee de betreffende ketenpartner geen afspraken heeft gemaakt. Het bovenstaande laat overigens onverlet dat in bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de geformuleerde hoofdregel. Wanneer bijvoorbeeld duidelijk is dat een werkzoekende op (korte) termijn gaat verhuizen, zal het effectiever (kunnen) zijn dat de dienstverlening op dat moment al plaatsvindt vanuit het toekomstige woongebied.

Artikel 1, derde lid

Een werkzoekende kan slechts na een deugdelijke vaststelling van zijn identiteit worden geregistreerd. Om deze reden is in dit lid (nogmaals) vastgelegd dat registratie slechts kan plaatsvinden door zich in persoon te registreren bij een CWI.

Binnen CWI wordt veelvuldig gewerkt op basis van afspraken. Een klant die zich persoonlijk meldt, maar geen afspraak heeft, zal dan ook een afspraak moeten maken om zich te laten registreren als werkzoekende. Normaliter zal de ingangsdatum van de registratie dan de datum van die afspraak zijn, omdat hij op dat moment als werkzoekende wordt geregistreerd.

De procedure kan in bepaalde situaties nadelig uitwerken. Voor een groot aantal sociale verzekeringswetten (zoals bijvoorbeeld de WW, Abw, IOAW, WIW en AKW) is het recht op uitkering (mede) afhankelijk van de registratie als werkzoekende bij CWI. In een dergelijke situatie zou de positie van de klant tekort worden gedaan, als de ingangsdatum van de registratie zou worden gekoppeld aan de latere datum van zijn afspraak. In die situatie wordt de ingangsdatum gesteld op de datum waarop de afspraak is vastgelegd.

Artikel 2

Op grond van artikel 26 Wet SUWI jo. artikel 2.1 van de Regeling SUWI stelt CWI van iedere werkzoekende de afstand tot de arbeidsmarkt vast (de zogenoemde fasering). Deze fasering bepaalt mede de intensiteit van de dienstverlening door CWI en daarmee ook de geldigheidsduur van de registratie.

Zo geldt de registratie van een klant die in fase 1 is ingedeeld en waarvan mag worden verwacht dat deze - zelfstandig, dan wel met behulp van CWI - snel weer werk vindt, slechts tot de volgende afspraak. Deze klant wordt op deze manier nauwgezet gevolgd en begeleid.

De dienstverlening van CWI aan een klant wiens afstand tot de arbeidsmarkt zodanig is dat deze vooralsnog niet bemiddelbaar is omdat hij in eerste instantie is aangewezen op andere dienstverlening richt zich niet op directe bemiddeling naar werk. De registratie van deze klant geldt daarom voor een langere periode.

Artikel 3

Verlenging van de registratie als werkzoekende vindt plaats op de wijze zoals die is vermeld op het bewijs van registratie. Ook dit hangt samen met de mate waarin CWI een bemiddelende taak kan vervullen in het vinden naar ander werk. Zo moet - als voorbeeld - de fase 1-klant zich persoonlijk op de vestiging melden en kan een fase 4-klant doorgaans volstaan met een schriftelijk of telefonisch verzoek om zijn registratie te verlengen.

De geldigheidsduur van de verlenging is dan (wederom) gekoppeld aan die van de eerste registratie. Dit is slechts anders als er aanwijzingen zijn dat de actuele afstand tot de arbeidsmarkt niet meer correspondeert met de destijds vastgestelde.

Artikel 4

CWI herinnert zijn klanten er niet aan dat een bewijs van registratie binnen afzienbare termijn wordt beëindigd. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de werkzoekende om een verzoek om verlenging dan ook tijdig in te dienen. Een verzoek dat na de beëindiging wordt ontvangen, zal dan ook tot gevolg hebben dat de betrokkene zich opnieuw als werkzoekende moet registreren.

In veel gevallen vinden werkzoekenden - al dan niet na bemiddeling door CWI - (tijdelijk) werk. Wanneer betrokkene in dergelijke situatie niet uit zichzelf het initiatief heeft genomen om zijn inschrijving te beëindigen, zal CWI hem benaderen met de vraag of de bestaande registratie als werkzoekende moet worden voortgezet. Doorgaans zal dit telefonisch gebeuren. Als op deze manier evenwel geen contact kan worden gelegd, kan de betrokkene ook schriftelijk worden benaderd. Aan de hand van een portvrije antwoordkaart kan hij dan aangeven of hij zijn registratie wil voortzetten of dat deze kan worden beëindigd. Het achterwege laten van een verzoek om voortzetting, merkt CWI aan als een verzoek om beëindiging als bedoeld in het tweede lid van dit artikel.

Artikel 6

Op grond van artikel 25 Wet SUWI heeft iedere werkgever het recht zijn vacatures bij CWI te laten registreren. Een verzoek om een vacature te registreren kan op verschillende manieren worden gedaan. Een werkgever kan zijn vacature melden bij een vestiging, maar hij kan zijn vacature ook rechtstreeks en zonder directe bemoeienis van CWI plaatsen op de website werk.nl.

In deze laatste situatie is de mogelijkheid voor CWI om de vacature vooraf te toetsen beperkter dan in de eerstgenoemde. In beide situaties bestaat echter de behoefte om in voorkomende gevallen in te kunnen grijpen als CWI constateert dat de positie van de werkzoekende in geding komt. Hoewel zo goed als mogelijk wordt geprobeerd misstanden te voorkomen, biedt de registratie van een vacature dan ook geen garantie dat deze niet kunnen ontstaan of bestaan.

CWI honoreert zodoende een verzoek om een vacature te registreren altijd, tenzij blijkt dat er een gerede kans is dat vervulling van de vacature de positie van de werkzoekende kan schaden. Dit is bewust ruim geformuleerd omdat een limitatieve opsomming niet is te geven.

In ieder geval zal CWI een vacature weigeren of verwijderen als blijkt dat de eisen die werkgever stelt in strijd zijn met de non-discriminatiecode CWI. In deze code (Staatscourant 2002, nr.140) heeft CWI aangegeven het maken van direct of indirect onderscheid tussen werkzoekenden niet te accepteren, tenzij dit gebeurt vanuit een wettelijk voorkeursbeleid.

Verder zal een vacature worden geweigerd of verwijderd als strijd met wettelijke voorschriften wordt geconstateerd. Hierbij kan worden gedacht aan een werkgever die minder dan het wettelijk minimumloon betaalt of zodanig in strijd met de ARBO-normen handelt dat de gezondheid van zijn werknemers in gevaar komt.

Met name piramidebedrijven gebruiken de website om werkzoekenden te benaderen. Veelal anders dan in de vacaturetekst voorgespiegeld, vragen dergelijke bedrijven een financiële investering van de werkzoekende. Vanwege de hoeveelheid klachten van werkzoekenden over dergelijke vacatures, is deze weigeringsgrond in het artikel opgenomen.

Artikel 7

Met de werkgever die een vacature heeft die hij bij CWI laat registreren, worden afspraken gemaakt over de periode waarbinnen CWI zal bemiddelen. Na afloop van deze periode wordt de aldus geregistreerde vacature verwijderd, tenzij werkgever aangeeft dat de eerder overeengekomen termijn kan worden verlengd. Ook is het natuurlijk mogelijk dat een werkgever al voor afloop van de overeengekomen termijn zijn geregistreerde vacature wil laten verwijderen. Het spreekt voor zich dat aan een dergelijk verzoek gehoor wordt gegeven.

Artikel 8

Het recht op registratie als werkzoekende staat niet gelijk met het recht op de meest intensieve dienstverlening. Ditzelfde geldt ook voor het recht op registratie van een vacature. CWI bepaalt - na overleg met de klant - de meest geëigende dienstverlening.

Artikel 9

Dit besluit treedt in werking op de 2e dag na publicatie in de Staatscourant. Op grond van het bepaalde in artikel 1, vierde lid, hanteert CWI een uniforme - op alle vestigingen identiek - bewijs van registratie. Hiertoe zijn nog een aantal aanpassingen in de bestaande systemen noodzakelijk. Om deze reden is de datum van inwerkingtreding van dit artikellid gesteld in de toekomst.

Naar boven