Ontheffing verbod gebruik difenacum

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 augustus 2003, VGB/P&L 2395830, houdende ontheffing van het verbod op het gebruik van difenacum

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

In overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, M. Rutte;

Gelezen het verzoek van de Stichting Kennis- & Adviescentrum Dierplagen van 14 april 2003, kenmerk KAD 2003/0207/JTdJ/WB tot ontheffing van het verbod op het gebruik van een bestrijdingsmiddel op basis van de werkzame stof difenacum (Ratak Concentraat) ten behoeve van het aanmaken van lokaas ter bestrijding van de bruine rat buiten gebouwen in de gemeenten Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal, Losser, Borne, Twenterand, Almelo, Haaksbergen, Hengelo en Enschede en voor het ten behoeve van dit gebruik voorhanden hebben van het bestrijdingsmiddel;

Gelet op artikel 16a, eerste lid, onderdeel b, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962;

Besluit:

Artikel 1

Ontheffing wordt verleend aan de gemeenten Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal, Losser, Borne, Twenterand, Almelo, Haaksbergen, Hengelo en Enschede van de verboden, bedoeld in artikel 10, eerste lid, en artikel 2 eerste lid van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962, tot het gebruik van een bestrijdingsmiddel op basis van de werkzame stof difenacum (Ratak Concentraat) ter bestrijding van de bruine rat buiten gebouwen in hun gemeente en voor het ten behoeve van dit gebruik voorhanden hebben van een dergelijk bestrijdingsmiddel.

Artikel 2

Aan de ontheffing, bedoeld in artikel 1, zijn de beperkingen en voorschriften zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit verbonden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt 120 dagen na die datum.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,J.F. Hoogervorst.

Een belanghebbende kan tegen een besluit bezwaar maken op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht.

Dit kan door een bezwaarschrift in te dienen bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, t.a.v. Directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag.

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag volgend op de dag waarop het besluit is gedagtekend.

Het bezwaarschrift wordt ondertekend door een indiener en bevat:

- de naam en het adres van de indiener,

- de dagtekening,

- een omschrijving van het bestreden besluit, bijvoorbeeld door vermelding van het zaaknummer, briefkenmerk en datum of door bijvoeging van een kopie van het besluit,

- de gronden van het bezwaar.

Bijlage

bij het besluit van 7 augustus 2003, houdende ontheffing als bedoeld in artikel 16a, eerste lid, onderdeel b, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 van het verbod van artikel 10, eerste lid, van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 ten aanzien van het bestrijdingsmiddel op basis van de werkzame stof difenacum (Ratak Concentraat van de firma Sorex)

Wettelijk gebruiksvoorschrift

1. Toegestaan is uitsluitend het gebruik van het bestrijdingsmiddel op basis van de werkzame stof difenacum, met een gehalte van maximaal 0,25%, als middel ter bestrijding van bruine ratten, met dien verstande dat in ruimten het lokaas moet worden uitgelegd in speciaal hiervoor bestemde aan de bovenzijde afgesloten voerkistjes en buiten in speciaal ingericht voerplaatsen, echter op zodanige wijze dat het lokaas niet binnen het bereik van kinderen, vee, huisdieren of vogels kan komen. Er dient een lokaas gebruikt te worden wat niet aantrekkelijk is voor roofdieren en roofvogels.

2. Het middel mag uitsluitend worden toegepast door personen die voldoen aan de eisen gesteld in artikel 10a van het Besluit vakkennis en vakbekwaamheidseisen bestrijdingsmiddelen.

3. Het middel mag niet worden toegepast in riolen.

4. Op de verpakking wordt het volgende vermeld:

a. Bijzondere gevaren

- Schadelijk bij opname door de mond.

- Irriterend voor de ogen en de huid.

b. Veiligheidsaanbevelingen

- Buiten bereik van kinderen bewaren.

- Verwijderd houden van eet- en drinkwaren en van diervoeder.

- Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik.

- Aanraking met de huid vermijden.

- Draag geschikte beschermende kleding, handschoenen en een beschermingsmiddel voor de ogen.

- Indien men zich onwel voelt een arts raadplegen (indien mogelijk hem het etiket tonen).

- Rattenbestrijders, die dit middel veelvuldig toepassen, dienen bij medische en tandheelkundige behandeling mede te delen, dat met anticoagulantia wordt gewerkt.

c. Een Andreaskruis met als onderschrift: `Schadelijk'.

5.a. Er dient een administratie te worden bijgehouden van de geplaatste en opgeruimde lokaasdozen met rodenticide; alle geplaatste dozen dienen na afloop van de bestrijdingsactie te worden verwijderd.

b. Incidenten met niet-doelwitsoorten (vogels en zoogdieren) dienen te worden bijgehouden en gemeld aan het CTB.

Gebruiksaanwijzing

6. Bereiding lokaas.

Een liter van het middel wordt gemengd met 50 kg lokaas of bijvoorbeeld 200 ml middel met 10 kg lokaas (mengverhouding 1:50, gehalte werkzame stof in het lokaas wordt dan 0,005%). Het gebruik van een afsluitbare mengtrommel is noodzakelijk. De keuze van het lokaas is belangrijk. Wat onder de gegeven omstandigheden het beste is kan worden bepaald door het uitvoeren van een lokaaskeuzeproef, d.w.z. door verschillende soorten onvergiftigd lokaas aan te bieden en de opname te vergelijken. Ratten kiezen steeds het beste voedsel dat voorhanden is; gebruik daarom steeds vers lokaas. Als standaard lokaas wordt geadviseerd eerste kwaliteit stofvrije gepelde haver. Het gebruik van ongepelde of gepunte haver wordt ontraden. In bijzondere gevallen kan gekozen worden voor bijvoorbeeld gepelde zonnepitten.

7. Toepassing van het middel.

Het middel dient gedurende een aantal dagen in voldoende mate te worden gegeten. Tijdens een bestrijdingsactie dient zo weinig mogelijk voedsel beschikbaar te zijn. Daarom bijvoorbeeld in stallen 's avonds voerbakken sluiten en resten gemorst voer verwijderen. Het lokaas uitzetten op plaatsen waar ratten geregeld komen: in of bij schuilplaatsen, op looppaden (sporen), op plaatsen waar ze voedsel halen of knagen. Het lokaas moet worden uitgezet in speciale van boven afgesloten voerkistjes e.d., en steeds zodanig dat kinderen, vee, huisdieren en vogels er niet bij kunnen komen.

Voor het slagen van een bestrijdingsactie dienen voldoende voerplaatsen te worden ingericht. Bij de bestrijding van ratten voerplaatsen inrichten waarin ca. 250 gram lokaas per voerplaats wordt uitgezet. Het lokaas moet gedurende enkele dagen in ruime mate aanwezig zijn, controleer daarom de opname elke 2 à 3 dagen en ververs of vul het lokaas aan waar nodig tot er in het geheel geen opname meer is. Lokaas dat voor een groot deel is opgenomen of door bevuiling niet meer aantrekkelijk is, dient men geheel te vervangen. Als er niet meer van opgenomen wordt, de resten lokaas verzamelen en veilig verwijderen (cf. Wet Milieubeheer, BAGA). Er dient frequent actief te worden gezocht naar dode dieren en deze dienen te worden opgeruimd. Dode ratten (worden na ongeveer 3 dagen gevonden) eveneens verzamelen en veilig verwijderen (cf. Destructiewet) opdat huisdieren en andere dieren niet door het opeten van de kadavers worden vergiftigd. Katten tijdens de bestrijdingsactie extra goed voeren. Voorts dienen de noodzakelijk maatregelen in het kader van de ratwering te worden getroffen.

8. Er dient een administratie te worden bijgehouden van de hoeveelheid middel die wordt toegepast, en de hoeveelheid dode bruine ratten die zijn afgevoerd.

Toelichting

Bij brief van 14 april 2003, kenmerk KAD 2003/0207/JTdJ/WB heeft de Stichting Kennis- & Adviescentrum Dierplagen te Doorwerth om ontheffing gevraagd van het verbod op het gebruik van het bestrijdingsmiddel difenacum ten behoeve van het aanmaken van lokaas ter bestrijding van de bruine rat buiten gebouwen in de gemeenten Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal, Losser, Borne, Twenterand, Almelo, Haaksbergen, Hengelo en Enschede en voor het ten behoeve van dit gebruik voorhanden hebben van het bestrijdingsmiddel.

Het verzoek is ter advisering voorgelegd aan het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (CTB). Het CTB heeft overwogen dat:

1. aangetoond is dat het middel op basis van difenacum een werkzaam rodenticide is;

2. de gebruiksvoorschriften dienen te worden aangepast;

3. ter bescherming van toepassers de R&S-zinnen uit het toelatingsbesluit van 14 mei 1991 dienen te worden overgenomen;

4. bij gebruik volgens het WG/GA het risico voor de volksgezondheid nihil is;

5. ter ter bescherming van het milieu aanvullende eisen dienen te worden gesteld;

en geadviseerd de ontheffing op basis van artikel 16a van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (Bmw) van het verbod op het gebruik van difenacum ten behoeve van het aanmaken van lokaas ter bestrijding van de bruine rat buiten gebouwen in de gemeenten Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal, Losser, Borne, Twenterand, Almelo, Haaksbergen, Hengelo en Enschede en voor het voorhanden hebben van het bestrijdingsmiddel, te verlenen onder:

1. het stellen van aanvullende eisen ter bescherming van het milieu;

2. opname van de aangepaste gebruiksvoorschriften;

3. overname van de in het besluit van 14 mei 1991 weergegeven R&S-zinnen.

De Bmw biedt de mogelijkheid in bijzondere omstandigheden niet toegelaten biociden tijdelijk te gebruiken dan wel het gebruik van toegelaten biociden voor niet toegelaten toepassingen toe te staan indien onder meer de belangen van de volksgezondheid zulks dringend vereisen.

Het onderhavige verzoek heeft betrekking op een niet toegestane toepassing van een toegelaten middel, te weten het toepassen van lokaas voor het bestrijden van de bruine rat buiten gebouwen. De thans toegelaten toepassingen van bestrijdingsmiddelen op basis van difenacum staan slechts het gebruik toe als middel ter bestrijding van zwarte en bruine ratten en huismuizen in ruimten. De in de gemeenten Tubbergen, Dinkelland, Oldenzaal, Losser, Borne, Twenterand, Almelo, Haaksbergen, Hengelo en Enschede voorkomende bruine rat is naar is gebleken nog steeds resistent voor rodenticiden op basis van bromadiolon. Middelen op basis van deze werkzame stof zijn op dit moment de enige toegelaten middelen ter bestrijding van de bruine rat buiten gebouwen. Bestrijding van de bruine rat is in het belang van de volksgezondheid dringend vereist nu de bruine rat onder andere de ziekte van Weil overbrengt op de mens. Ook in deze gebieden blijft bestrijding van de bruine rat nodig. De resistentie van de bruine rat in deze gebieden tegen bromadiolon heeft tot gevolg dat er behoefte bestaat aan een ander bestrijdingsmiddel om de bruine rat te kunnen bestrijden. Het is van belang dat het lokaas ter plekke kan worden aangemaakt teneinde te waarborgen dat een goede bestrijding kan worden uitgevoerd omdat een kant en klaar en van tevoren bereid lokaas minder aantrekkelijk is voor bruine ratten.

Gelet op het bovengenoemde advies van het CTB ben ik van mening dat difenacum op dit moment het bestrijdingsmiddel is dat voldoende effectief is voor de bestrijding buiten gebouwen van de bruine rat. Deze toepassing van difenacum is thans niet toegestaan in Nederland. Met de onderhavige ontheffing wordt deze toepassing in het belang van de volksgezondheid toegelaten voor een periode van 120 dagen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

J.F. Hoogervorst.

Naar boven