Ontheffingsprocedure naturalisatietoets

Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 (supplement bij de Staatscourant van 4 maart 2003, 44), is op een onderdeel gewijzigd. Het betreft hier een wijziging in de toelichting onder artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d RWN. Opgenomen is de procedure voor de ontheffing van de naturalisatietoets.

De onderstaande wijzigingen zijn aangebracht:

(de vermelde pagina's verwijzen naar de desbetreffende pagina's in de losbladige uitgave van de Handleiding voor de toepassing RWN van het ministerie van Jusititie in samenwerking met Sdu Uitgevers.)

Wijziging 1

p. c.4 -21, artikel 8 lid 1 (sub d)

De laatste alinea van paragraaf 2.1.1 vervalt en wordt vervangen door:

Indien verzoeker een beroep doet op ontheffing of gedeeltelijke ontheffing van de naturalisatietoets, wordt hij doorverwezen naar het ROC van Amsterdam. In dat geval beoordeelt dat ROC namelijk centraal voor heel Nederland of het beroep op ontheffing gerechtvaardigd is (zie hieronder paragraaf 2.3).

Wijziging 2

p. 22 -c.4, artikel 8 lid 1 (sub d)

De alinea die begint met: `Voor inbehandelingneming van het verzoek' en eindigt met `- de inhoud.' vervalt en wordt vervangen door:

Voor indiening van het verzoek beoordeelt de burgemeester of het overgelegde document dat recht op vrijstelling kan geven origineel is en of de personalia overeenkomen met die van de verzoeker. Ook controleert de burgemeester de inhoud aan de hand van een door de IBG te Groningen samengesteld modellenboek van Nederlandse diploma's en getuigschriften.

Wijziging 3

p. c.4 -23, artikel 8 lid 1 (sub d)

De drie tekstblokken boven aan p. c.4 -23, artikel 8 lid 1 (sub d) (tot het kopje 2.3 (Gedeeltelijke) ontheffing van de toets) vervallen en worden vervangen door:

De burgemeester ontraadt betrokkene echter een verzoek in te dienen indien hij twijfelt aan de echtheid van het overgelegde document of de juistheid van de personalia. Zulks deelt hij mee aan verzoeker en stelt hem ervan in kennis dat hij het document en de gegevens nader zal onderzoeken.

Indien de burgemeester onmiddellijk vaststelt dat het overgelegde document niet origineel is of de personalia niet overeenkomen met die van verzoeker wordt hem ontraden een verzoek in te dienen. In dit geval wordt conform onderdeel 2.1.2 gehandeld.

In het geval de burgemeester de echtheid van het document of de juistheid van de gegevens op het overgelegde document nader wil onderzoeken, kan hij daaromtrent het advies van het ROC inwinnen. In geval het advies van het ROC wordt ingewonnen, dient het origineel document tijdelijk te worden ingenomen.

Indien de burgemeester tot de conclusie komt dat de gegevens op het document niet juist zijn of het document zelf niet authentiek is, ontraadt hij de verzoeker om een verzoek in te dienen, in welk geval wordt gehandeld conform onderdeel 2.1.2. Indien verzoeker toch een verzoek wenst in te dienen, neemt de burgemeester dat in behandeling en neemt zijn bevindingen op dit punt op in zijn advies. De eventuele verklaring van het ROC, alsook een kopie van het document zelf, worden aan de IND meegezonden.

Indien het contact met het ROC leidt tot de vaststelling dat de gegevens juist zijn en het document echt is, neemt de burgemeester het verzoek in behandeling, maakt een kopie van het door de verzoeker overgelegde document en voegt die kopie met de gedateerde en door of namens hem ondertekende aantekening `kopie van origineel' in het dossier van verzoeker, alsook een aantekening omtrent de visie van het ROC. De burgemeester stuurt het gehele dossier op aan de IND. In zijn advies wordt opgenomen dat betrokkene naar zijn oordeel is vrijgesteld van de naturalisatietoets.

In het geval dat verzoeker slechts een kopie van een hierboven genoemd document kan overleggen, komt hij alleen in aanmerking voor vrijstelling indien hij een recente verklaring van de leiding van het betrokken onderwijsinstituut overlegt waaruit blijkt dat de kopie overeenstemt met het door dat instituut afgegeven originele getuigschrift of diploma.

In geval van een overgelegde verklaring als hiervoor bedoeld neemt de burgemeester -alvorens het verzoek te doen indienen - ter verificatie contact op met het instituut dat de verklaring heeft afgegeven.

Indien het contact met het instituut waar de opleiding is gevolgd leidt tot de vaststelling dat de gegevens juist zijn en het document echt is, kan het verzoek tot naturalisatie worden ingediend en wordt de kopie van het document en de begeleidende verklaring van het desbetreffende instituut in het dossier gevoegd. Het gehele dossier stuurt hij op aan de IND. In het advies wordt ook nu opgenomen dat betrokkene naar het oordeel van de burgemeester is vrijgesteld van de naturalisatietoets.

Wordt een dergelijke verklaring niet overhandigd, dan dient betrokkene de naturalisatietoets af te leggen.

Wijziging 4

p. c.4 -23, artikel 8 lid 1 (sub d)

Het kopje 2.3 (Gedeeltelijke) ontheffing van de toets blijft bestaan, maar de tekst daarna vervalt tot waar op p. c.4 -25, artikel 8 lid 1 (sub d) het kopje `3. Opneming in de Nederlandse samenleving' begint.

De vervallen tekst is vervangen door:

Indien de verzoeker een ernstige medische of taalgerichte belemmering heeft, kan hij verzoeken om ontheffing van de toets of een gedeelte daarvan. Van gehele of gedeeltelijke ontheffing kan sprake zijn in de volgende gevallen:

• Medische belemmeringen: doofheid, blindheid, spraakstoornis of geestelijke belemmering;

• Taalgerichte belemmeringen: spraakstoornis, woordblindheid, analfabetisme of een beperkt leervermogen.

Deze opsomming is niet limitatief.

Betrokkene dient zelf door middel van één of meer verklaringen aan te tonen dat hij in aanmerking komt voor gehele of gedeeltelijke ontheffing. In geval van een medische of geestelijke belemmering volgt de burgemeester de hierna beschreven procedure. Het verzoek tot naturalisatie wordt in dit stadium nog niet in behandeling genomen.

2.3.1 Procedure

Centraal voor heel Nederland is het ROC van Amsterdam aangewezen als de instantie die voorzieningen aanbiedt voor het afnemen van de toets of gedeelten daarvan bij verzoekers die medische of taalgerichte belemmeringen hebben. Hiervoor gelden afwijkende tarieven.

2.3.1.1 Medische belemmering

In een geval waarin uit de overhandigde documenten en verklaringen duidelijk blijkt dat de verzoeker ernstige medische belemmeringen heeft, verwijst de burgemeester verzoeker naar het ROC te Amsterdam om die onderdelen af te leggen waarvoor geen ontheffing verleend kan worden.

Voorbeelden:

Doofheid

Bij aangetoonde doofheid wordt betrokkene niet getoetst op de onderdelen spreken en luisteren.

Blindheid

Bij aangetoonde blindheid wordt betrokkene niet getoetst op de onderdelen lezen en schrijven.

Geestelijke belemmering

In geval van een ernstige geestelijke belemmering met medische oorzaak kan betrokkene worden ontheven van alle onderdelen van de naturalisatietoets, zoals bij de ziekte van Parkinson, het syndroom van Down, maar ook duurzame ernstige depressies, trauma's of andere psychische aandoeningen.

Het ROC verleent bij de afname van de toets persoonlijke begeleiding en biedt de faciliteiten die voor verzoeker nodig zijn. Indien verzoeker de getoetste onderdelen met goed gevolg heeft afgelegd, reikt het ROC hem het Certificaat Naturalisatietoets uit met achter de niet-getoetste onderdelen de aantekening: NIET AFGENOMEN.

2.3.1.2 Taalgerichte belemmeringen

In een geval waarin de verzoeker zich beroept op gehele of gedeeltelijke ontheffing wegens taalgerichte belemmeringen, verwijst de burgemeester verzoeker naar het ROC te Amsterdam om door het ROC te laten onderzoeken of en in hoeverre verzoeker thans of in de toekomst geacht kan worden de toets of gedeelten daarvan met goed gevolg af te leggen. Aan dit onderzoek zijn voor de verzoeker aparte kosten verbonden.

Voorbeelden:

Spraakstoornis

In geval van een spraakstoornis wordt betrokkene ontheven van het onderdeel spreken.

Woordblindheid en analfabetisme

In deze gevallen wordt betrokkene ontheven van de onderdelen lezen en schrijven.

Beperkt leervermogen

Betrokkene kan worden ontheven van alle onderdelen van de naturalisatietoets.

Het ROC maakt in eerste instantie een inschatting van de mogelijkheden voor betrokkene om zich bijvoorbeeld door het volgen van (gerichte) cursussen op het verlangde taal- en kennisniveau te brengen. Mede op basis van de vooropleiding en leeftijd van verzoeker, wordt onderzocht in hoeverre de belemmering onomkeerbaar moet worden geacht. Ook wordt bekeken of, en in hoeverre, verzoeker een serieuze poging heeft ondernomen zich de kennis en vaardigheden eigen te maken. Indien blijkt dat geen serieuze poging is ondernomen, zal in beginsel worden vastgesteld dat verzoeker niet in aanmerking komt voor ontheffing.

Indien uit het onderzoek van het ROC voortvloeit dat verzoeker in staat kan worden geacht de toets geheel of gedeeltelijk af te leggen, stelt het ROC daaromtrent een gemotiveerde verklaring op die het aan verzoeker uitreikt. Verzoeker kan vervolgens na betaling van de daarvoor geldende tarieven de toets(onderdelen) afleggen.

Indien het onderzoek leidt tot de verwachting dat verzoeker op een redelijke termijn in staat kan worden geacht de toets of gedeelten daarvan met goed gevolg af te leggen, stelt het ROC daaromtrent een gemotiveerde verklaring op die het aan verzoeker uitreikt. Verzoeker kan de toets afleggen wanneer hij zich daartoe in staat acht.

Indien de prognose van het ROC luidt dat betrokkene naar verwachting nooit of wellicht op zeer lange termijn in staat kan worden geacht zich de benodigde kennis eigen te maken, stelt het ROC daaromtrent een gemotiveerde verklaring op die het aan verzoeker uitreikt. In dit geval wordt geen Certificaat uitgereikt. Verzoeker wendt zich met de verklaring van het ROC tot de burgemeester voor het starten van de naturalisatieprocedure.

Het is de bedoeling dat er zoveel mogelijk van wordt uitgegaan dat gehele of gedeeltelijke ontheffingen slechts in uitzonderlijke gevallen verleend worden. Bij ieder beroep op (gedeeltelijke) ontheffing - met uitzondering van die gevallen waarin het ROC niet om advies gevraagd behoeft te worden - zal het ROC bezien of het verzoek gerechtvaardigd is en of gedeelten van de naturalisatietoets, ondanks de belemmering, toch kunnen worden afgelegd.

Staat betrokkene er toch op een verzoek in te dienen, dan neemt de burgemeester zijn verzoek in ontvangst. In dit geval wijst de burgemeester de verzoeker erop dat de IND zijn verzoek om naturalisatie buiten behandeling zal stellen of zal afwijzen en dat hij de voor naturalisatie te betalen leges niet terug zal ontvangen. De burgemeester kan verlangen dat verzoeker een verklaring ondertekent als opgenomen in model 2.21.

Of sprake is van inburgering in de zin van artikel 8, eerste lid, aanhef en onder d RWN wordt bepaald door de IND. De IND zal daarbij in beginsel uitgaan van het door de burgemeester uitgebrachte advies. De IND onderzoekt of het advies van de burgemeester op goede gronden is genomen - volgens de hierboven beschreven procedure - en controleert of de benodigde stukken zijn bijgevoegd.

Naar boven