De secretaris-generaal van het Ministerie van Justitie,
Gelet op artikel 3, eerste lid, onder c, van de Mandaatregeling Ministerie
van Justitie 2002 en artikel 4, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
Besluit:
Artikel 1
Van het ingevolge artikel 2, eerste lid, van de Mandaatregeling Ministerie
van Justitie 2002 aan de secretaris-generaal verleende mandaat wordt ondermandaat
verleend aan:
a. de directeur Algemene Justitiële Strategie;
b. de directeur Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum;
c. de directeur Voorlichting;
d. het hoofd bureau secretaris-generaal
ten aanzien van de aangelegenheden die hun directie of bureau betreffen,
voorzover deze aangelegenheden naar aard of inhoud niet een zodanig gewicht
hebben dat zij door de secretaris-generaal behoren te worden afgedaan.
Artikel 2
1. Aan de secretaris-generaal blijft voorbehouden de bevoegdheid om namens
de bewindspersoon besluiten te nemen ten aanzien van de aanstelling, bevordering
en het ontslag alsmede ten aanzien van disciplinaire maatregelen van functionarissen
op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het
hoofd van de directie of bureau;
2. Artikel 2 van de Mandaatregeling DG's en plv. SG Justitie 2002 is van
toepassing.
Artikel 3
De hoofden van de onder het secretaris-generaal ressorterende directies
en het bureau worden ieder voor zich aangewezen als hoofd van dienst in de
zin van artikel 4, eerste lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten
aanzien van de hoofden van de rechtstreeks onder hen ressorterende stafondersteuning,
stafbureau's en dienstonderdelen.
Artikel 4
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum
van dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 5
Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling stafdirecties, cluster
s.g., Justitie 2002.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
In deze regeling wordt door de secretaris-generaal van het Ministerie
van Justitie aan de directeuren en hoofden van de onder hem ressorterende
directies en diensten de bevoegdheid doorverleend om namens de minister van
Justitie onderscheidenlijk de minister voor Vreemdelingenbeleid en Integratie
besluiten te nemen (ondermandaat). Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling
Ministerie van Justitie 2002 heeft deze regeling ook betrekking op de doorgifte
van de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen
te verrichten (volmacht en machtiging).
Voor een nadere toelichting op de algemene aspecten van deze regeling
wordt verwezen naar de toelichting op de Mandaatregeling Ministerie van Justitie
2002.